Beslissing CvB RCC niet onrechtmatig

09-10-2015 Print this page
IEPT20151007, Rb Amsterdam, Skyscanner v RCC
(Met dank aan Sikke Kingma, Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn)

Beslissing CvB RCC niet onrechtmatig jegens Skyscanner: activiteiten Skyscanner terecht als ‘handelspraktijk’ aangemerkt wegens commercieel belang en beïnvloeding economisch gedrag consument. Terecht overwogen dat Skyscanner geen beroep toekomt op artikel 6:196c (4) BW: initiatief voor verkrijgen Govolo informatie ligt bij Skyscanner.

 

RECLAMERECHT – ONRECHTMATIGE DAAD

 

Samenvatting rechtspraak.nl: “Skyscanner exploiteert een vergelijkingswebsite voor vliegtickets. Bij de Stichting Reclame Code (SRC) kunnen klachten in verband met overtreding van de Nederlandse Reclame Code worden ingediend. In september 2013 is bij de SRC een klacht ingediend tegen Skyscanner en reisorganisator Govolo. De klacht hield in dat vliegtickets werden aangeboden zonder dat daarbij werd vermeld dat behalve de prijs voor de vliegtickets ook onder meer een bedrag aan boekingskosten in rekening wordt gebracht. Zowel de klacht tegen Govolo als tegen Skyscanner zijn gegrond bevonden.

 

Skyscanner vordert een verklaring voor recht dat de beslissing onrechtmatig is. SRC beroept zich als meest verstrekkend verweer op de vrijheid van meningsuiting.

 

De rechtbank oordeelt dat de positie van de SRC met zich brengt dat zorgvuldigheid bij het geven van een oordeel mag worden verwacht. Ingeval een beslissing in rechte onjuist wordt geacht kan ingeval van bijkomende omstandigheden van onrechtmatigheid sprake zijn. Een in deze zaak relevante omstandigheid is dat de beslissing Skyscanner dwingt haar bedrijfsvoering aan te passen. Van onrechtmatigheid is naar het oordeel van de rechtbank voorts eerst sprake ingeval ten tijde van de uitspraak bekend was of had moeten zijn dat de beslissing in rechte als onjuist zou worden bestempeld. Daarvan kan onder meer sprake zijn ingeval reeds een andersluidende rechterlijke uitspraak is gedaan. Daarvan is volgens de rechtbank in dit geval geen sprake.

 

De rechtbank is van oordeel dat op grond van het arrest RLvS Verlaggesellschaft mbH/Stuttgarter Wochenblatt GmbH niet kan worden geoordeeld dat voor het CvB voorzienbaar was dat de beslissing in rechte als onjuist zou worden bestempeld. Ook heeft de SRC terecht kunnen concluderen dat dat Skyscanner geen beroep op artikel 6:196c lid 4 BW toekomt.”

 

IEPT20151007, Rb Amsterdam, Skyscanner v RCC

 

(ECLI-versie)