Verwarringsgevaar tussen 'Idealia' en 'Idealina' voor parfum

24-05-2016 Print this page
IEPT20160428, GEU, L'Oreal v EUIPO

Merkenrecht. Beroep tegen de toegewezen oppositie tegen inschrijving van het uniebeeldmerk IDÉALIA door L’Oreal SA ter bescherming van waren uit de klasse 3 (Parfum, cosmetica en haarproducten). Oppositie is ingesteld door houder van het oudere Uniewoordmerk IDEALINA voor waren uit de klasse 3 (bleek, parfum, haarproducten), Theralab.

Het beroep wordt verworpen. L’Oreal stelt allereerst dat de Kamer van Beroep onjuist heeft vastgesteld wat de dominante elementen van het beeldmerk zijn, en tevens een onjuiste nadruk heeft gelegd op de fonetische overeenstemming – deze zou door de aard van de aanprijzing niet van belang zijn. Het Gerecht gaat in deze redenering niet mee. Het stelt dat de Kamer van Beroep wel gekeken heeft naar het hele merk, echter besloten dat de overige elementen onderschikt waren aan het woord ‘Idealia’. Het feit dat de fonetische overeenstemming eventueel niet belangrijk is in het verwarringsgevaar maakt volgens het Gerecht niet uit. Hierbij is relevant dat er een lichte mate van visuele overeenstemming is, en er geen conceptueel onderscheid is tussen de merken. De goederen zijn gelijk en het publiek heeft een gemiddeld aandacht. Afgezien van de fonetische overeenstemming zou er alsnog verwarringsgevaar zijn, aldus het Gerecht.

32. “Even if, as the applicant claims, the phonetic similarity between the marks at issue is of limited importance, due to the way in which the goods covered are marketed, this circumstance would nonetheless lead to an at least weak degree of similarity between those marks. Combined with the other elements taken into account by the Board of Appeal, and in particular with the identity of the goods covered, this similarity justifies the finding of the Board of Appeal that there was a likelihood of confusion.”

Ten tweede stelt L’Oreal dat er al een aantal merken waren die het concept van ‘idea’ en ‘idealism’ gebruikten in soortgelijke waren voor hun merk. Omdat Theralab dit bij haar eigen merk niet in acht heeft genomen zou ze ook geen oppositie mogen stoelen op datzelfde concept. Ook dit verwerpt het Gerecht: het feit dat in het verleden geen oppositie ingesteld is tegen een merk betekent niet dat dit nu niet zou mogen.

36. “However, the marks put forward are, first, not identical to the earlier mark and, secondly, the fact that no notice of opposition was lodged against the registration of those marks is not enough to prove coexistence through lack of likelihood of confusion.”

De uitspraak van de Kamer van Beroep blijft in stand. Er is sprake van verwarringsgevaar en het Uniebeeldmerk kan niet worden geregistreerd.

Lees het arrest hier.