Merkenrecht. Beroep tegen de afgewezen oppositie tegen inschrijving van het uniebeeldmerk SHOP*ART voor waren uit de klasse 18 en 25 (lederwaren en kleding). Oppositie werd ingesteld op basis van het eerdere uniebeeldmerk *ART voor waren uit de klasse 18 en 25 (lederwaren en kleding).
Het beroep slaagt. Het Gerecht bepaalt dat de Kamer van Beroep onjuist heeft geoordeeld met betrekking tot de mate van visuele, auditieve en conceptuele overeenstemming. Het Gerecht stelt vast dat de waren waarvoor de merken zijn ingeschreven identiek zijn, en dat het relevante publiek de gemiddeld tot laag oplettende unieburger is. Het Gerecht overweegt dat visueel gezien de merken in lage mate overeenstemmen omdat het ster element en het woordelement ART overeenstemmen. De verschillende vormgeving van de letters en het woordelement SHOP in het nieuwe merk kunnen hieraan slechts in beperkte mate afbreuk doen. Fonetisch stemmen de merken gemiddeld overeen. Doordat de merken allebei erg kort zijn en bestaan uit één tot twee lettergrepen komt de lettergrepen die overeenstemmen relatief veel betekenis toe. Conceptueel gezien stemmen de merken ook overeen – het woordelement SHOP draagt geen conceptuele betekenis en het element ART is voor beide merken gelijk. Het Gerecht bepaalt dat er gelet op de overeenstemmende waren en de mate van overeenstemming een verwarringsgevaar is. Het beroep wordt toegewezen.
Lees het arrest hier.
