Verwarringsgevaar tussen GATEWIT en Wit-Software

12-04-2017 Print this page
IEPT20170217, GEU, Construlink – Tecnologias de Informação v EUIPO

Merkenrecht. Beroep tegen de toegewezen oppositie tegen het uniewoordmerk GATEWIT voor diensten uit de klasse 42 (software design). De oppositie werd ingesteld door Wit-Software, Consultoria e software para a Internet Móvel op basis van het eerdere uniemerk met het woordelement WIT SOFTWARE voor o.a. diensten uit de klasse 38 en 42 (communicatie en consultancy op het gebied van software).

Het beroep faalt. De Kamer van beroep wees de merkenregistratie af omdat er een verwarringsgevaar zou zijn tussen het oude en het nieuwe merk. Portugese consumenten zouden zelfs kunnen denken dat de diensten van GATEWIT afkomstig zouden zijn van Wit-Software. Het Gerecht bepaalt dat het relevante publiek de unieburger is met een verhoogd aandachtsniveau: voor software design zijn standaardpakketten te koop, maar in dit geval wordt specifiek gekozen voor een designer die op maat maakt. Dit betekent dat de consument waarschijnlijk verstand heeft van software of in ieder geval zeer oplettend is. Hierin heeft de Kamer van Beroep fout geoordeeld, deze bepaalde dat er een gemiddeld aandachtsniveau zou zijn. Dit kan echter geen afbreuk doen aan de uitspraak van de Kamer van Beroep. Het Gerecht bepaalt dat WIT een dominant in het merk is: het element GATE kan gezien worden als beschrijvend voor software design. Visueel gezien stemmen de merken in mindere mate overeen, door de  opmaak van het oudere merk. Het enige dat zij gemeen hebben is het element ‘wit’. Fonetisch gezien stemmen de merken ook overeen, door het gedeelde element ‘WIT’. Conceptueel gezien zijn de merken ook gelijk: het gedeelde element WIT zorgt voor overeenstemming en er is geen element dat zorgt voor conceptuele ongelijkheid, zo concludeert het Gerecht.  Er is een verwarringsgevaar voor de consumenten met verstand van software. De oppositie blijft in stand.

 

107 Having regard to all of those elements, and in the context of a global assessment thereof, the Board of Appeal’s conclusion that there is a likelihood of confusion between the marks at issue for all the services concerned on the part of the residual, but nonetheless significant and non-negiligible for the purposes of the case-law cited in paragraph 74 above, proportion of the relevant public constituted by the consumers specialising in computing must be upheld.

 

Lees de uitspraak hier.