Eiser veroordeeld in proceskosten na intrekken kort geding

14-03-2017 Print this page
IEPT20170309, Rb Den Haag, Loterijverlies.nl v Staatsloterijschadeclaim.nl
(Met dank aan Olav Schmutzer, Legaltree)

Loterijverlies.nl veroordeeld in proceskosten ex art. 1019h Rv na daags voor zitting intrekken kort geding over gebruik ‘LOTERIJVERLIES’ als Adword: vergoeding proceskosten gevorderd vóór verstrijken veertiendagentermijn, aannemelijk dat vóór uitbrengen dagvaarding doorgevoerde aanpassing (Adword-) advertentie  aanleiding gaf voor intrekken kort geding en niet gereageerd op onderhandelingspogingen.

 

PROCESRECHT - KORT GEDING

 

Op 10 maart 2015 heeft Loterijverlies.nl Staatsloterijschadeclaim.nl gedagvaard om op 16 maart 2015 te verschijnen ter zitting van de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag. Bij brief van 15 maart 2015 is de zaak door Loterijverlies.nl ingetrokken. Staatsloterijschadeclaim.nl heeft vervolgens bij brief van 16 maart 2015 de voorzieningenrechter verzocht Loterijverlies.nl te veroordelen in de proceskosten ex art. 1019h Rv van € 5.089,01. Nadat Loterijverlies.nl hiertegen bezwaar maakte, heeft Staatsloterijschadeclaim.nl haar vordering verminderd tot € 4.913,33. Bij brief van 26 juni 2015 heeft Staatsloterijschadeclaim.nl de voorzieningenrechter verzocht om vonnis te wijzen, maar de voorzieningenrechter hield de zaak aan totdat de Hoge Raad antwoord zou geven op de door de rechtbank Den Haag gestelde prejudiciële vragen (zie IEPT20150710). Na het antwoord van de Hoge Raad (IEPT20160603) heeft Staatsloterijschadeclaim.nl de voorzieningenrechter verzocht vonnis te wijzen.

 

De voorzieningenrechter stelt dat de Hoge Raad heeft bepaald dat artikel 249 Rv, waarin met betrekking tot bodemprocedures is bepaald dat de eiser bij afstand van instantie verplicht is de proceskosten van gedaagde te betalen, tezamen met 125-127 en artikel 250 Rv niet op het kort geding in eerste aanleg van toepassing is. Wel kunnen deze regels aanknopingspunten bieden op grond waarvan de voorzieningenrechter aan de hand van de door de Hoge Raad gegeven voorwaarden beslist over vergoeding van de proceskosten na intrekking van een kort geding. Voorts overweegt de voorzieningenrechter dat de Hoge Raad heeft vastgesteld dat de aanhangigheid van een kort geding na intrekking door eiser niet komt te vervallen indien gedaagde binnen veertien dagen na datum waartegen gedaagde was opgeroepen mededeelt een beslissing omtrent de proceskosten te verlangen.

 

De voorzieningenrechter stelt vast dat Staatsloterijschadeclaim.nl (ruim) vóór het verstrijken van bovengenoemde veertiendagentermijn vergoeding van haar proceskosten door Loterijverlies.nl heeft gevorderd. In casu vorderde Loterijverlies.nl om Staatsloterijschadeclaim.nl te veroordelen het gebruik als Adword van de naam LOTERIJVERLIES te doen staken. Tussen partijen staat vast dat Loterijverlies.nl de dagvaarding (zeer kort) nadat het gewraakte gebruik was aangepast heeft uitgebracht en dat het kort geding vijf dagen later, daags voor de zitting, is ingetrokken. Het is aannemelijk dat die aanpassing voor Loterijverlies.nl aanleiding is geweest het kort geding in te trekken. Van een eiser in een met spoed aanhangig gemaakt kort geding als het onderhavige mag volgens de voorzieningenrechter worden verwacht dat hij in een eerder stadium met gedaagde partij had gecommuniceerd. Dit klemt te meer, omdat zij zeer beperkt heeft gesommeerd en niet heeft gereageerd op onderhandelingspogingen van Staatsloterijschadeclaim.nl.

 

Nu de aanpassingen die aanleiding hebben gegeven tot intrekking van het kort geding zijn doorgevoerd vóór het uitbrengen van de dagvaarding, Loterijverlies.nl aanvankelijk niet inhoudelijk heeft gereageerd op de onderhandelingspogingen en de daarop doorgevoerde aanpassingen en vervolgens pas daags voor de zitting het kort geding heeft ingetrokken, acht de voorzieningenrechter een proceskostenveroordeling aangewezen.

 

 

Omdat de oorspronkelijke zaak als eenvoudig kort geding is te beschouwen, waarvoor een maximumtarief van € 6.000 geldt conform de Indicatietarieven, wordt de verminderde vordering van Staatsloterijschadeclaim.nl redelijk geacht. Er wordt nog wel € 500 van het bedrag af getrokken, omdat dit was begroot voor de zitting die niet heeft plaatsgevonden. Het totaalbedrag van de kosten conform artikel 1019h Rv wordt daarom € 4.413,33. Hier komt nog griffierecht bij en kosten overeenkomstig het liquidatietarief voor kosten na de intrekking waardoor het eindbedrag € 5.230,33 wordt.

 

IEPT20170309, Rb Den Haag, Loterijverlies.nl v Staatsloterijschadeclaim.nl

ECLI:NL:RBDHA:2017:2718