Onrechtmatige opnames  verborgen camera: alleen schade aantasting eer en goede naam toerekenbaar

26-06-2018 Print this page
IEPT20180606, Rb, Amsterdam, SBS II

Enkel schade uit de aantasting van eer en goede  naam (als gevolg van onrechtmatige publicatie) aan SBS toerekenbaar: handelen SBS jegens eiser onrechtmatig, geringe mate van verwijtbaarheid omdat zekere mate van zorgvuldigheid is getoond door SBS en door gebrek aan opzettelijk onrechtmatig handelen,  het bij deze specifieke onrechtmatige daad naar ervaringsregels te verwachten gevolg levert een beperkte aantasting van eer en goede naam op (eiser enkel voor beperkte kring herkenbaar), PTSS en arbeidsongeschiktheid is geen te verwachten gevolg van een dergelijke onrechtmatige publicatie. Beroep op arresten Hoge Raad inzake letselschade samenhangend met een bijzondere psychische gesteldheid gaat niet op: mate van verwijtbaarheid is in deze arresten groter dan in dit geval en tussen SBS en eiser geen werkgever-werknemer relatie.

 

PUBLICATIE - SCHADE

 

SBS is in een deelgeschil (IEPT20150716) aansprakelijk gesteld door de door eiser geleden schade. SBS had onrechtmatig gehandeld door eiser in het programma “Undercover in Nederland”  in beeld te brengen als handelaar in gestolen bromfietssloten, zonder wederhoor toe te passen. Door deze uitzending zegt eiser PTSS opgelopen te hebben en heeft daardoor zijn baan verloren. In onderhavige zaak vordert eiser vergoeding van medische kosten, verhuiskosten, een bedrag aan verlies arbeidsvermogen en vergoeding van  verdere materiële en immateriële schade. SBS is hoofdelijk aansprakelijk voor de door eiser geleden schade en nu is deels duidelijk wat de schade van eiser als gevolg van de uitzending is dient SBS veroordeeld te worden tot vergoeding van de schade.

 

De rechtbank oordeelt allereerst dat er geen grond is om terug te komen van de bindende eindbeslissing inzake de onrechtmatigheid van het verweten handelen van SBS zoals gegeven in de beschikking. Er bestaat volgens de rechtbank eveneens geen grond om terug te komen op de in de beschikking gegeven bindende eindbeslissing dat er een causaal verband bestaat tussen onrechtmatig handelen van SBS en de geleden schade.

 

Wat de mate van verwijtbaarheid van het handelen van SBS betreft geldt dat SBS een zekere mate van zorgvuldigheid heeft betoond. Het verwijt dat SBS gemaakt kan worden is dat zij niet de vereiste zorgvuldigheid in acht heeft genomen door haar vermoeden van schuld niet te toetsen door wederhoor toe te passen. Dat wil zeggen dat hoewel het handelen onrechtmatig is, de mate van verwijtbaarheid betrekkelijk gering is. Verder is de rechtbank van oordeel dat bij deze specifieke onrechtmatige daad het naar ervaringsregels te verwachten gevolg is dat een dergelijke onrechtmatige publicatie leidt tot een beperkte aantasting van de eer en goede naam, namelijk alleen in de beperkte kring van de personen die eiser zo goed kennen dat ze hem op de beelden kunnen herkennen ondanks dat zijn gezicht is ‘gewiped’. De aantasting van eer en goede naam is ook nog eens beperkt van duur, namelijk van het moment van de uitzending tot het moment van de rectificatie. PTSS en ernstige depressie met arbeidsongeschiktheid als gevolg is naar ervaringsregels geen te verwachten gevolg van een onrechtmatige publicatie. Beroep van eiser op het renteneurose-arrest en HR 1 juli 1993, NJ 1993/667, gaat niet op omdat in beide gevallen de mate van verwijtbaarheid duidelijk groter is dan in het onderhavige geval. Een verschil tussen de situatie in het arrest van 1993 en het onderhavige geval is ook dat er tussen SBS en eiser geen met de relatie werkgever-werknemer vergelijkbare relatie was. Immers het gaat om een eenmalig zakelijk contact van zeer korte duur. De psychologische predispositie die tot een veel heftiger reactie op geleden onrecht heeft geleid dan normaal is, kon SBS dan ook niet bekend zijn.

 

De rechtbank is van oordeel dat gezien de aard van de aansprakelijkheid en de schade alleen de aantasting van eer en goede naam toerekenbaar is en de overige schadeposten niet. De rechtbank begroot de schade op 2500,-.

 

IEPT20180606, Rb, Amsterdam, SBS II

 

ECLI:NL:RBAMS:2018:3957