HR over merkrechten Earth Water die in weerwil van het beslag zijn vervreemd

16-01-2023 Print this page
IEPT20220211, HR, Earth Concepts v Upstream

MERKENRECHT – IE-VERMOGENSRECHT
Art. 453a Rv: beslag tot levering prevaleert boven overdracht aan derde, mits het beslag door beslaglegger wordt vervolgd. Aan voorwaarde van vervolging van het beslag heeft Earth Concepts voldaan

MERKENRECHT - OVERDRACHT

Het Hof Amsterdam (IEPT20200310) heeft geoordeeld dat het door Earth Concepts jegens Upstream gevorderde, dat ertoe strekt dat de merken alsnog aan haar worden overgedragen, kan worden toegewezen nu Upstream door de overdracht aan EWI daarover geen beschikkingsbevoegdheid meer heeft.
 

Volgens het onderdeel heeft het hof miskend dat art. 453a Rv meebrengt dat degene die op bepaalde goederen beslag tot levering heeft gelegd, een overdracht van de beslagen goederen aan een derde mag negeren omdat deze overdracht niet jegens hem kan worden ingeroepen.
 

Nu in de hoofdzaak de gegrondheid van het door de beslaglegger ingeroepen vorderingsrecht dient te worden beoordeeld, dient de beslaglegger de eis in beginsel in te stellen tegen zijn schuldenaar. Dat geldt ook in een geval waarin het beslag strekt tot levering en de beslaglegger ermee bekend is dat de schuldenaar het beslagen goed in weerwil van het beslag aan een derde heeft vervreemd. De vordering kan in dat geval strekken tot vaststelling dat de beslaglegger jegens zijn schuldenaar een vordering tot levering van het beslagen goed heeft. Zo nodig dient de rechter de vordering aldus te verstaan.
 

De beslaglegger kan ervoor kiezen de derde-verkrijger in de procedure in de hoofdzaak te betrekken, al dan niet op de voet van art. 118 Rv. Bij gebreke daarvan kan de derde-verkrijger zich voegen of tussenkomen. Daarbij kan dan in hetzelfde geding tussen de beslaglegger en de derde-verkrijger worden uitgemaakt wiens recht op levering in hun onderlinge verhouding dient voor te gaan (art. 3:298 BW) en of de derde-verkrijger zich kan beroepen op het bepaalde in art. 453a lid 2 Rv. Voorts staat voor de derde-verkrijger de weg van een kort geding open en, indien hij niet in de procedure in de hoofdzaak betrokken is geweest, derdenverzet (art. 376 Rv).


Het voorgaande brengt mee dat Earth Concepts haar vordering met betrekking tot de Benelux-merken Earth Water kon instellen tegen Upstream, ook als zij ermee bekend was dat laatstgenoemde de merkrechten in weerwil van het beslag had vervreemd aan EWI c.s. Het andersluidende oordeel van het hof geeft in het licht van hetgeen hiervoor in 3.2.3 is overwogen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Die vordering strekte er immers toe te doen vaststellen of Earth Concepts jegens Upstream een recht op levering van de merkrechten had en het hof had de vordering dan ook aldus moeten verstaan. Het onderdeel slaagt dus. 

 

Het arrest wordt vernietigd en het geding wordt verwezen naar het Hof Den Haag.

 

IEPT20220211, HR, Eeart Concepts v Upstream

ECLI:NL:HR:2022:164