Verwarringsgevaar in handelsnaam te duchten tussen “Het Recruitingkantoor” en “Recruitment Kantoor”

15-03-2022 Print this page
IEPT20220309, Rb Midden-Nederland, Recruitingkantoor v Recruitment Kantoor
(Met dank aan Sjors van der Hoeven, Lawfox)

Recruitment Kantoor maakt handelsnaaminbreuk op Recruitingkantoor. Verwarringsgevaar te duchten tussen Het Recruitingkantoor en Recruitment Kantoor: sprake van een visuele, auditieve en begripsmatige overeenstemming en aard van ondernemingen is soortgelijk. Vordering tot overdracht domeinnaam ‘Recruitment Kantoor’ afgewezen: er bestaat geen juridische grondslag voor de overdracht van domeinnaam daarbij heeft Recruitingkantoor geen belang bij overdracht aangezien Recruitment Kantoor al gehouden is het gebruik van de domeinnaam te staken en gestaakt te houden.

 

HANDELSNAAMRECHT - DOMEINNAAM 

 

Tussen partijen is in het geschil of ‘Recruitment Kantoor’ inbreuk maakt op de handelsnaam van ‘Het Recruitingkantoor’ en over de vraag welke gevolgen deze eventuele inbreuk dan heeft.  

‘Het RecruitingKantoor’ heeft ‘Recruitment Kantoor’ gesommeerd om onder meer de inbreuk op haar handelsnaamrecht te staken en gestaakt te houden, de domeinnaam aan haar over te dragen, een voorschot op de schade- en kostenvergoeding te betalen en om een onthoudingsverklaring te ondertekenen. 'Recruitment Kantoor' weigert.

‘Recruitment Kantoor’ geeft aan dat de naam louter beschrijvend is voor een kantoor met dezelfde diensten. De voorzieningenrechter is het voorhands hiermee eens en stelt dat de handelsnaam ‘Het Recruiting Kantoor’ dan ook geen onderscheidend vermogen heeft. Ook heeft ‘Het RecruitingKantoor’ het onderscheidend vermogen vanwege inburgering, onvoldoende aannemelijk gemaakt.

Echter, volgens de voorzieningenrechter is er sprake van zowel een visuele, auditieve en begripsmatige overeenstemming tussen de handelsnamen. Het zwaartepunt ligt op “Recruit” en “Kantoor”, waardoor de geringe verschillen voor de consument niet opvallen. Ook betekenen beiden namen hetzelfde en is de aard van de onderneming overeenstemmend. Ondanks de beschrijvende naam, is hierdoor verwarringsgevaar te duchten. ‘Recruitment Kantoor’ moet haar handelsnaam staken en gestaakt houden.

Of ‘Recruitment Kantoor’ ook de domeinnaam moet afstaan, is een tweede discussiepunt. Het recht op een domeinnaam is niet wettelijk geregeld en kan alleen afgedwongen worden als zij daartoe rechtens verplicht is. Dit is mogelijk bij een onrechtmatige inbreuk, zoals wanneer inbreuk wordt gemaakt op een merkrecht van een ander. In deze zaak vindt de voorzieningenrechter daarentegen onvoldoende grondslag in zowel art. 6:162 BW, art. 3:296BW als art. 5 Hnw, om tot een wettelijke verplichting te komen. ‘Recruitment Kantoor’ is daardoor niet verplicht om haar domeinnaam af te staan. Subsidiaire vorderingen worden ook geweigerd.

Tot slot, ‘Recruitment Kantoor’ wordt veroordeeld in de proceskosten.

IEPT20220309, Rb Midden-Nederland, Het Recruitingkantoor v Recruitment Kantoor

ECLI:NL:RBMNE:2022:864