Afwijzing schorsingsincident Zuid-Afrikaans vonnis

07-04-2025 Print this page
IEPT20250325, Hof Den Haag, Sandoz v Bayer

Bayer is houdster van octrooien voor rivaroxaban, een geneesmiddel waarvoor Sandoz van plan was om per 1 april 2024 een generiek product op de markt te brengen in Nederland. Bayer vroeg Sandoz te bevestigen dat zij dit niet zou doen. In Zuid-Afrika werd het octrooi ongeldig verklaard, maar er is beroep aangetekend. Sandoz dagvaardde Bayer om het Nederlandse octrooi te vernietigen en vorderde verboden op inbreukmakende handelingen. Bayer vroeg schorsing totdat het Zuid-Afrikaanse arrest is gewezen. De rechtbank oordeelt dat het Zuid-Afrikaanse vonnis geen invloed heeft op de hoofdzaak en wijst de vorderingen van Bayer af.
 

SCHORSINGSINCIDENT

 

Bayer is houdster van Europees octrooien EP1845961B1 en EP1261606BI en ABC300370 "rivaroxaban, desgewenst in de vorm van een farmaceutisch aanvaardbaar zout, hydraat of hydraat van het zout". Sandoz maakt bekend dat zij van plan was om per 1 april 2024 in Nederland een generiek geneesmiddel op basis van de stof rivaroxaban op de markt te brengen en heeft daarvoor handelsvergunningen verkregen. Bayer heeft Sandoz verzocht te bevestigen dat zij in Nederland geen rivaroxaban-product op de markt zal brengen of zal opnemen in de G-standaard. Het octrooi is in een Zuid-Afrikaanse procedure ongeldig verklaard, er is beroep aantekend.


Sandoz heeft Bayer gedagvaard en gevorderd vernietiging van het Nederlandse deel van EP 961. In reconventie zijn er verboden op inbreukmakende handelingen gevorderd. Bayer vordert schorsing tot arrest in Zuid-Afrika is gewezen.


Sandoz baseert zich in de hoofdzaak op “statements en documenten” uit het Zuid-Afrikaanse vonnis, met name op de weergave in het Zuid-Afrikaanse vonnis van de “minutes” van de zogeheten Stratford-upon-Avon meeting van 11 juli 2003. En volgens Bayer geeft het Zuid-Afrikaanse vonnis geeft een onjuiste en onvolledige weergave van de werkelijke situatie op dit punt. Voorkomen moet worden dat Sandoz zich baseert op delen van het Zuid-Afrikaanse vonnis die onjuist zijn en waarop in hoger beroep waarschijnlijk anders wordt beslist.


Voor het oordeel van het hof in de hoofdzaak is het definitieve oordeel van de Zuid-Afrikaanse rechter immers niet van zodanig belang dat dit schorsing rechtvaardigt. Het hof dient in de hoofdzaak een eigen oordeel te vormen. Daarnaast kan Bayer in de hoofdzaak zelf de documenten waarnaar Sandoz verwijst overleggen, al dan niet onder een vertrouwelijkheidsregime.


De vorderingen worden afgewezen.


IEPT-versie volgt later

ECLI:NL:GHDHA:2025:499