Model hondenfietsmand wijkt af van modelrecht

09-04-2025 Print this page

Sinds de jaren ’70 is Basil actief in de fietsenbranche, onder meer met hondenfietsmanden. In 2017 bracht het bedrijf de kunststofmand Buddy uit, geregistreerd als Gemeenschapsmodel. In 2022 introduceerde een andere partij de Clipper, eveneens een kunststof hondenfietsmand. Volgens Basil is de Buddy vernieuwend en uniek. De rechtbank oordeelt echter dat de Clipper door duidelijke ontwerpverschillen – zoals een robuustere uitstraling – een andere algemene indruk wekt en dus niet binnen de beschermingsomvang van het modelrecht valt. Ook auteursrechtelijk levert de vergelijking voldoende afwijking op. De vorderingen van Basil worden afgewezen, met een proceskostenveroordeling van €18.366.


MODELRECHTEN - AUTEURSRECHTEN

Sinds de jaren ’70 is Basil(s rechtsvoorganger) actief in de fietsenbranche, onder andere als producent van fietsmanden en -tassen, ook voor vervoer van honden. In 2017 heeft Basil een nieuw kunststoffen hondenfietsmand gepresenteerd, de Buddy. Deze is als Gemeenschapsmodel geregistreerd door Invented Here. Gedaagde heeft in 2022 ook een kunststoffen fietsmand Clipper gepresenteerd die met een Pet Package uitgebreid kan worden met een kussentje, riem en korf tot hondenfietsmand.

 

Dat het vormgevingserfgoed niet enkel bestaat uit (honden)fietsmanden, maar ook uit kattenreis- en boodschappenmanden, maakt geen onderscheid. De bescherming van een gemeenschapsmodel omvat elk model dat bij de geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk wekt en niet wordt beperkt tot modellen die tot een bepaalde sector behoren.


Volgens Basil c.s. was de Buddy vanaf de introductie ‘one of a kind’, ontstaan vanuit een louter idee, is een vernieuwende hondenfietsmand en het resultaat van uitgebreid onderzoek: de eerste hondenfietsmand van kunststof die in niets lijkt op de tot het vormgevingserfgoed behorende rieten en stoffen manden.


De rechtbank moet uitgaan het ontwerp van de Buddy zoals in die Modelrechten zijn neergelegd en niet van het ontwerp zoals uiteindelijk in de handel gebracht. Bepaalde kenmerken blijken niet uit de modelinschrijving en worden dus buiten beschouwing gelaten. Ook zijn er te algemene verwoorde kenmerken zodat de beschermingsomvang onredelijk wordt opgerekt. De algemene indruk is met name bepaald door de rechthoekige vorm met ronde hoeken, de hiervoor genoemde smalle bovenrand met een ‘flauwe V-vorm’, de U-vormige beugel die met ronde scharnieren op de bovenrand is gemonteerd en de (vormgeving van de) geprononceerde pootjes. Deze combinatie van kenmerken is onderscheidend van het vormgevingserfgoed.

 

Hoewel er ontegenzeggelijk gelijkenissen zijn aan te wijzen, constateert de rechtbank dat de Clipper niet over dezelfde combinatie van kenmerken beschikt. De bovenrand van de eveneens rechthoekige Clipper met ronde hoeken ook een U-vormige beugel met ronde scharnieren gemonteerd, maar daarmee houdt de vergelijking wat de rechtbank betreft op. De duidelijke verschillen zullen de geïnformeerde gebruiker zeker niet ontgaan en wekt de Clipper een andere algemene indruk. Waar de Buddy een elegante, ranke uitstraling heeft, duidt de rechtbank het ontwerp van de Clipper eerder als robuust en degelijk. Daarmee valt de Clipper niet binnen de beschermingsomvang van de Modelrechten.


Die conclusie wordt niet anders als men tevens de – ook met de Modelrechten beschermde – (vormgeving van de) draadkoepels in ogenschouw neemt. De draadkoepels wijzigen de algemene indruk niet, maar wijkt de vormgeving van de draadkoepel van Clipper in voldoende mate af: boller en heeft een ander spijlenpatroon. Een draadkoepel, veelal technisch bepaald zodat de hond niet door de spijlen glipt, komt veel voor als afsluiting van een hondenfietsmand.


Auteursrechtelijk sluit aan bij haar beoordeling over modelrechtelijke vordering. Met dien verstande dat voor het auteursrecht niet het ontwerp zoals neergelegd in de modelrechten leidend is maar de geopenbaarde versie van de Buddy.


De vorderingen worden op beide grondslagen afgewezen en Basil wordt veroordeeld in de proceskosten van €18.366,00.


IEPT-versie volgt later
ECLI:NL:RBDHA:2025:5536