Geen handhaving IE-rechten

Print this page

Gerechtshoven

 

IEPT20160202, Hof Den Haag, Janssen v Mylan
Proceskosten volgens liquidatietarief. Geen handhaving IE-rechten. […] Ook deze nietigheidsprocedure wordt juist ter beschikking gesteld van een partij als Mylan die, zonder een eigen intellectuele eigendomsrecht in te roepen, opkomt tegen de bescherming van het octrooi en ABC van Janssen. De onderhavige procedure beoogt dus niet de bescherming van houders van intellectuele-eigendomsrechten te verzekeren in de zin van de betrokken bepalingen. De procedure betreft immers geen inbreuk op een intellectuele-eigendomsrecht, of het nu gaat om Mylan, aangezien Mylan niet de houder is van een in deze procedure ingeroepen recht en derhalve per definitie geen inbreuk op dit recht kan aanvoeren, of om Janssen, aangezien de tegen Janssen gerichte rechtsvordering waarbij de geldigheid van haar octrooi en ABC in rechte wordt betwist, per definitie niet als een inbreuk kan worden aangemerkt. Door Mylan gestelde dreiging van handhaving onvoldoende concreet voor vooruitgeschoven inbreukverweer. Ter onderbouwing van dat voornemen is in deze zaak alleen aangevoerd dat Janssen in onderhandelingen met Mylan heeft geëist dat zij niet op de markt zou komen en dat Janssen in de Verenigde Staten handhavend heeft opgetreden tegen een derde op basis van een Amerikaans octrooi. Dat is onvoldoende.

 

Rechtbanken

IEPT20200506, Rb Oost-Brabant, Gala v Xales

Xales heeft Beneluxmerken Pro 40 en Pro 50 te kwader trouw gedeponeerd. Artikel 1019h Rv niet van toepassing: onvoldoende onderbouwd dat de nietigheidsprocedure is gestart in verband met een concrete of concreet dreigende inbreukactie.

 

IEPT20160713, Rb Gelderland, Torenstad
Geen 1019h Rv proceskostenveroordeling: geen handhaving IE-rechten ex artikel 1019 Rv. De onderhavige zaak gaat niet over de handhaving van een recht van intellectuele eigendom als bedoeld in artikel 1019 Rv. [K] heeft in zijn dagvaarding gesteld dat er sprake is van een inbreuk op zijn intellectueel product. Een auteursrecht heeft hij daarbij niet genoemd. Torenstad en Ieder1 hebben in hun conclusies van antwoord de vraag aan de orde gesteld of sprake is van een aan [K] toekomend auteursrecht, maar daarmee is de procedure nog niet geworden tot een procedure als bedoeld in 1019 Rv. Van belang is daarbij dat [K] direct nadat tijdens de comparitie van partijen de vraag aan de orde kwam of hem een auteursrecht toekomt, hij van deze grondslag afstand heeft genomen.