2017 Octrooi

Print this page

IEPT20171227, Rb Den Haag, SCA v Vialli

Nawerkbaarheidsverweer betreft in wezen beroep op onduidelijkheid ex artikel 84 EOV dat geen nietigheidsgrond is: niet onderbouwd dat octrooi de vakman niet in staat stelt om een dispenser met toiletpapier te vervaardigen die aan de conclusiekenmerken voldoet. EP 083 voor een toiletpapierverdeler inventief t.o.v. US 663, US 695 en US 924: niet onderbouwd dat US 663 op basis van vakkennis dan wel in combinatie van US 695 stap zou maken van door gebruiker te bepalen lengte papier naar gedwongen vel-voor-vel afgifte, US 924 heeft, ook in combinatie met US 695 niet meer en ook geen andere kenmerken gemeen met EP 083 dan US 633, US 695 laat toe dat meerdere tissues per keer worden verkregen en ziet niet op dispenser voor gebruik (droog) toiletpapier. Uitvinding EP 083 ziet op samenstel van papier met de tuit van de dispenser die niet bekend was in stand van techniek. K5 dispensers Vialli maken indirecte inbreuk op EP 083. Onvoldoende weersproken dat K5 dispensers aan alle kenmerken van conclusie 1 van het octrooi voldoen. Duidelijk voor Vialli dat K5 dispensers geschikt en bestemd zijn voor toepassing uitvinding: bekend in de markt, op beur heeft Vialli K5 dispensers uitgerust met toiletpapier volgens conclusie 1. Geen belang bij beoordeling directe inbreuk: enige relevante handeling is op beurs tonen van dispensers voorzien van toiletpapier dat ook onder indirect inbreukverbod valt.

 

IEPT20171220, HvJEU, Incyte v Szellemi Tulajdon Nemzeti Hivatala

Datum eerste VHB, zoals opgegeven in aanvraag ABC, op basis waarvan duur van ABC is berekend, is niet juist indien de onjuiste datum heeft geleid tot een berekeningswijze van de duur van het ABC die niet strookt met artikel 13(1) Vo ABC Geneesmiddelen, zoals uitgelegd in een later arrest van het HvJEU. Indien sprake is van onjuiste datum van de eerste VHB kan de houder van een ABC op basis van artikel 18 Vo ABC Geneesmiddelen beroep instellen om verlenging van de in het ABC opgegeven duur te verkrijgen zolang het ABC niet is vervallen.

 

IEPT20171219, Hof Den Haag, Tata Steel v ArcelorMittal

Rb terecht zich onbevoegd verklaard m.b.t. verklaringen voor recht die zien op niet-Nederlandse delen EP 044: valt onder werkingssfeer artikel 7 sub 2 Brussel I bis Vo en plaats waar onrechtmatige daad heeft plaatsgevonden of dreigt plaats te vinden niet in Nederland. Nederlandse rechter wel bevoegd inzake overige vorderingen: voldoende aanknopingspunten met Nederland, nu mag worden aangenomen dat ArcelorMittal Tata Steel zal betichten van inbreuk op EP 044 NL. Uitvindingsgedachte: het aanbrengen van de bekleding voordat de thermische behandeling voor het verkrijgen van de gewenste sterkte plaatsvindt, niet de in de conclusies vermelde samenstelling van het staal. Ondergrens van 0,0005 wt % uit EP 044 alleen gekozen om aan te sluiten bij gebruikelijke standaard en niet om beschermingsomvang octrooi te beperken. Staalplaat met 0,00044 wt % en 0,00006 wt % chroom of mangaan vormt inbreukmakend equivalent van staalplaat met 0,0005 wt % boorgehalte: gelijkwaardig element, uitvindingsgedachte niet gelegen in toepassing boor of in octrooi opgenomen gewichtspercentages, vervanging realiseert uitvindingsgedachte, geen strijd met rechtszekerheid. Rb heeft ten onrechte proceskostenveroordeling gehalveerd vanwege feit dat ArcelorMittal 2x zoveel uren heeft gemaakt als Tata Steel: aantal uren dat verliezende partij aan zaak heeft besteed geen goede maatstaf voor bepaling redelijkheid en evenredigheid uren wederpartij zeker niet als wederpartij is geconfronteerd met weinig concrete en daarom lastig te bestrijden vorderingen.

 

IEPT20171207, HvJEU, Merck Sharp & Dohme

Artikel 3 onder b van de ABC-verordening moet in die zin worden uitgelegd dat een einde- procedure-bericht, opgesteld vóór het vervallen van het basisoctrooi, niet aan een VHB gelijkgesteld kan worden en er op basis van een einde-procedure-bericht geen ABC verkregen kan worden. Het feit dat er op de datum van de aanvraag van een ABC geen VHB is afgegeven is geen gebrek dat overeenkomstig artikel 10 lid 3 ABC-verordening kan worden hersteld.

 

IEPT20171205, Rb Den Haag, Icos v Teva Sandoz en Mylan

Provisionele verboden voor duur onderhavige kort gedingen afgewezen: in VK en Duitsland is octrooi nietig bevonden in bodemprocedures, belangen gedaagden wegen zwaarder dan die van Icos vanwege moeilijk te becijferen schade als octrooi alsnog nietig wordt verklaard. Hoofdzaken aangehouden totdat is beslist in parallelle nietigheidsprocedure tussen Teva en Icos: eventuele vernietiging octrooi van belang voor onderhavige zaken.  

 

IEPT20171129, Rb Den Haag, Asetek v Coolergiant

Zaak geschorst totdat in Coolermasterzaak (IEPT20170920), waarin EP 771 is vernietigd, definitief oordeel over geldigheid EP 771 is verkregen

 

IEPT20171114, Rb Den Haag, Ruby Decor v Basic Holdings

Basic Holdings heeft voldoende spoedeisend belang: onvoldoende tijdsverloop voor stilzitten. Onthoudingsverklaringen nemen spoedeisend belang niet weg: gelden slechts tot eerste bodemvonnis, dat niet over de inbreukvraag hoeft te beslissen, alleen recall voor Nederland toegezegd, opgave roept vragen op, inbreuk wordt betwist. Sfeerhaarden 16- en 17-series maken inbreuk op EP 941. Ventilator in sfeerhaarden van de 16-/17-series creëert luchtstroom die zich door de kopruimte uitstrekt (kenmerk F1/F2 van octrooi). Of sprake is van één of meer openingen maakt geen verschil voor uitvindingsgedachte van het octrooi. Damp in 16-/17-serie verlaat de dampuitlaatpoort bij verlaten doorzichtige buis, die zich bevindt onder vuurbed (kenmerk F3 van octrooi): vakman zal uit beschrijving begrijpen dat dampuitlaatpoort eindigt bij ingang dampverdeelcomponent. Proceskostenveroordeling gematigd van € 175.000 naar € 75.000: begrote kosten buitensporig, zelfs als ze inderdaad in rekening zijn gebracht, kosten bedroegen in eerdere procedures tussen partijen gemiddeld € 68.724

 

IEPT20171107, Hof Den Haag, Leo Pharma v Sandoz

EP 083 niet inventief. Technisch probleem: verbeteren van therapietrouw met behoud van de stabiliteit op de korte termijn. Algemene vakkennis dat combinatieproduct therapietrouw vergroot en dat gebruik van niet-waterig product logische eerste stap is om stabiliteitsproblemen die samenhangen met verschil in pH te vergroten. Sandoz draagt bewijslast van stelling dat door Leo Pharma gesteld synergetisch effect - dat inventief zou zijn - niet plausibel is nu zij zich op nietigheid octrooi beroept. Gebrek aan plausibiliteit voldoende aannemelijk gemaakt: synergetisch effect staat op gespannen voet met gang van zaken in oppositieprocedure, effect is onverwacht en niet in octrooischrift benoemd, vakman zou verwachten dat synergetisch effect ook bij alternerend regime uit stand van techniek optrad. Gesteld beter behandelingsresultaat leidt niet tot inventiviteit: niet op voorhand plausibel dat gesteld beter behandelingsresultaat over gehele breedte van de conclusies optreed.

 

 

IEPT20171103, HR, Schering-MSD v Teva Pharma

Enkele aanwezigheid carve-out niet voldoende om directe inbreuk op tweede medische indicatie uit te sluiten. Door hof gemaakte onderscheid in beschermingsomvang van “klassieke tweede medische indicatie” en “subgroep-indicatie” onjuist. Sprake van directe inbreuk op Swiss-type claims indien: de gemiddelde vakman zal menen dat het middel (mede) bestemd of geschikt is voor behandeling waarop tweede medische indicatie-octrooi ziet, de producent of handelaar voorziet of moet voorzien dat het door hem vervaardigde of aangeboden generieke middel welbewust zal worden aangewend voor die behandeling en hij de maatregelen om te voorkomen dat het product voor de geoctrooieerde tweede medische indicatie wordt uitgeleverd achterwege laat. Indirecte inbreuk op Swiss-type claims mogelijk op zelfde voet als op claim volgens artikel 54(5) EOV: indien producent het geneesmiddel aanbiedt of levert aan personen die niet tot toepassing van de uitvinding gerechtigd zijn en hij weet dan wel het hem gezien de omstandigheden duidelijk is, dat het geneesmiddel geschikt is en bestemd zal worden voor de geoctrooieerde tweede medische indicatie. Uitleg begrip ‘een middel betreffende een wezenlijk bestanddeel van de uitvinding’ als bedoeld in artikel 73(1) ROW: ziet niet enkel op een element dat voorkomt in de conclusies van het octrooi, laat staan in dat gedeelte van de conclusies waarin is omschreven waarin de uitvinding zich onderscheidt van de stand der techniek, middel moet dienstbaar zijn aan het concept van de uitvinding, datgene waarop de uitvinding stoelt, en moet bijdragen aan de verwezenlijking van de leer van het octrooi en rechter moet per geval afvragen of hiervan sprake is, waarbij kan worden betrokken of gewraakte middel zodanige rol vervult bij de toepassing van de leer van het octrooi dat voldaan is aan de ratio van het bestaan van de figuur van de indirecte octrooi-inbreuk.

 

IEPT20171031, Hof Den Haag, Sandoz v Astrazeneca

EP 138 nieuw: niet alle elementen conclusie 1 in McLeskey geopenbaard. EP 138 nawerkbaar. EP 138 plausibel: anti-oestrogene werking van actieve stof fulvestrant was op de prioriteitsdatum algemene vakkennis, in de aanvrage wordt geopenbaard dat geclaimde formulering bestemd en geschikt is voor de behandeling van borstkanker en dat daarmee therapeutisch significante vloedplasmaconcentratie aan fulvestrant gedurende ten minste 2 weken wordt bereikt en voor gemiddelde vakman voldoende aannemelijk dat dat dit effect ook daadwerkelijk zal optreden. McLeskey geen realistisch uitgangspunt voor beoordeling inventiviteit. Of vakman Howell en daarna McLeskey zou raadplegen houdt hof in het midden: gemiddelde vakman, uitgaand van Howell en kennis nemend van McLeskey, zou niet zonder inventieve denkarbeid tot uitvinding volgens het octrooi zou komen.

 

IEPT20171024, Rb Den Haag, Lilly v Teva

Lat voor toewijzing vorderingen ligt hoger dan wanneer gewraakte product nog niet op de markt was geweest: Lilly had voortvarender kunnen handelen. AMISARTE maakt inbreuk op EP 508: Vakman zal begrijpen dat “Swiss-type” claim op gebruik permetrexed dinatrium tijdens vervaardiging geneesmiddel ziet op vermindering bijwerkingen pemetrexed door toevoeging vitamine B12. Billijke bescherming octrooihouder betekent dat verschil dinatrium of dizuur er niet toe mag doen: vakman zal zien dat octrooi werkelijk ziet op toevoeging vitamine B12 aan al bekende therapie met pemetrexed, vakman zal weten dat het om werking pemetrexed anion gaat, dat in vrije vorm ontstaat na oplossing dinatrium of dizuur en dat hij door Protocol bij artikel 69 EOV niet van letterlijke tekst van conclusie uit mag gaan en pemetrexed dizuur van Teva is technisch equivalent aan dinatriumzout. Vraag naar toegevoegde materie duidelijk te onderscheiden van die naar beschermingsomvang en eventuele equivalentie: hierdoor kan Teva geen beroep doen op verleningsdossier waarin examiner concludeerde dat ruimere conclusie met enkel “pemetrexed” toegevoegde materie betrof.

 

IEPT20171024, Rb Den Haag, Lilly v Fresenius

Lat voor toewijzing vorderingen ligt hoger dan wanneer gewraakte product nog niet op de markt was geweest: Lilly had voortvarender kunnen handelen. Pemetrexed Fresenius maakt inbreuk op EP 508: Vakman zal begrijpen dat “Swiss-type” claim op gebruik permetrexed dinatrium tijdens vervaardiging geneesmiddel ziet op vermindering bijwerkingen pemetrexed door toevoeging vitamine B12. Billijke bescherming octrooihouder betekent dat verschil dinatrium of dizuur er niet toe mag doen: vakman zal zien dat octrooi werkelijk ziet op toevoeging vitamine B12 aan al bekende therapie met pemetrexed, vakman zal weten dat het om werking pemetrexed anion gaat, dat in vrije vorm ontstaat na oplossing dinatrium of dizuur en dat hij door Protocol bij artikel 69 EOV niet van letterlijke tekst van conclusie uit mag gaan en pemetrexed dizuur van Fresenius is technisch equivalent aan dinatriumzout. Vraag naar toegevoegde materie duidelijk te onderscheiden van die naar beschermingsomvang en eventuele equivalentie: hierdoor kan Fresenius geen beroep doen op verleningsdossier waarin examiner concludeerde dat ruimere conclusie met enkel “pemetrexed” toegevoegde materie betrof.

 

IEPT20171018, Rb Den Haag, Philips v Asus

Conclusie 10 en 1 EP 525 niet inventief in licht EDVO standaard en Shad-publicatie. Verschil conclusie 10 EP 525 en EDVO standaard: dat voor elk type signaal – bijv. ACK of NACK - (aparte) indicatie van vermogensniveau door basisstation aan mobiele station wordt verzonden. Betoog dat EDVO standaard geen reëel uitgangspunt bij beoordeling inventiviteit kan zijn faalt: enkele omstandigheid dat andere openbaarmaking dichterbij uitvinding staat maakt niet dat een document reeds daarom niet als uitgangspunt kan worden genomen, niet toegelicht waarom EDVO standaard niet meest nabije stand van de techniek is. Technisch effect van verschil met EDVO standaard: door toepassen verschillende vermogensniveau’s de kans op een goede ontvangst bij het basisstation van het ene type signaal ten opzichte van het andere type signaal te beïnvloeden c.q. verbeteren. Geen bijkomend technisch effect: in aan de orde zijnde conclusies geen (additionele) technische maatregel te ontwaren. Algemene vakkennis: dat toepassing hoger zendvermogen kans voor juiste ontvangst van een signaal vergroot. Verzending ACKs en NACKs met verschillend vermogen ligt door Shad volstrekt voor de hand: uit Shad af te leiden dat zendvermogens voor ACK of NACK verschillend kunnen zijn én dat voorkeur is voor kleinere kans om valse ACKs te ontvangen dan valse NACKs. Onvoldoende betwist dat Shad openbaar toegankelijk was op prioriteitsdatum: geen geheimhouding en via ftp-server toegankelijk. Ook overige conclusies EP 525 niet inventief: niet weersproken dat deze niets inventiefs aan conclusies 1 en 10 toevoegen. Hulpverzoeken niet nieuw/inventief: gebrek aan nieuwheid/inventiviteit niet (gemotiveerd) weersproken.

 

IEPT20171018, Rb Den Haag, Philips v Wiko

EP 525 niet inventief: Rechtbank verwijst naar vonnis in Philips v Asus-zaak (IEPT20171018), tot oordeel dat EP 525 niet inventief is en hulpverzoeken Philips niet baten. Uit zittingsaantekeningen niet meer met volledige zekerheid op te maken of beroep van WIKO op EVDO standaard als uitgangspunt van inventiviteitsaanval is toegelaten voor alleen de hulpverzoeken of ook voor de verleende conclusies: indien EVDO standaard als uitgangspunt voor haar inventiviteitsaanval alleen is toegelaten voor de hulpverzoeken, zou een zeer strikte toepassing van die beslissing betekenen dat de rechtbank eerst de geldigheid van de verleende conclusies op basis van de andere door Wiko gehanteerde stellingen zou moeten onderzoeken, hierbij heeft Philips echter geen belang, nu octrooi al is vernietigd in Asus-zaak. Zaak niet aangehouden totdat oordeel in Asus-zaak onherroepelijk is: logischerwijs zijn verleende conclusies niet inventief als beperktere hulpverzoek niet inventief wordt beoordeeld op zelfde gronden als in Asus-zaak, tot welk oordeel rechtbank ook in deze zaak zou komen, Philips heeft zich voldoende kunnen verweren tegen inventiviteitsaanval.

 

IEPT20170927, Rb Den Haag, Celltrion v Roche

EP 304 kan geen prioriteit ontlenen aan US 291, nu werknemer [T] het prioriteitsrecht niet aan gedaagden heeft overgedragen. Overeenkomst tussen [T] en Biogen beheerst door recht van Massachusetts, waardoor overeenkomst volgens letterlijke tekst moet worden uitgelegd, tenzij bepalingen onduidelijk zijn. Prioriteitsrecht valt niet onder definitie van “Proprietary Information”, dat door “active assignment” automatisch op de werkgever overgaat. Ondanks dat prioriteitsrechten ook niet vallen onder “Inventions”, waarvoor een “promise to assign” geldt, hoeft niet naar bedoelingen partijen te worden gekeken: tekst overeenkomst duidelijk, partijen hebben nagelaten concretere afspraak te maken over overdracht prioriteitsrechten. EP 304 niet nieuw door publicatie Keystone dat door ongeldig beroep op prioriteit tot stand van techniek is gaan behoren.

 

IEPT20170927, Rb Den Haag, Philips v Wiko

Conclusie 1, 2 en 3 EP 659 en hulpverzoeken niet nieuw c.q. inventief gelet op Nortel 1 c.q. Nortel 2: rechtbank verwijst naar overwegingen in Asus zaak (IEPT20170927).

 

IEPT20170927, Rb Den Haag, Philips v Asus

Conclusie 1, 2 en 3 EP 659 niet nieuw gelet op Nortel 1: verweer Philips dat in kenmerk 3.2 genoemde “non-pre-determined data values comprising second power control commands” uitsluitend TPC commando’s inhoudt betreft een te beperkte lezing gelet op betekenis van term “comprising” (omvatten), die mogelijkheid openlaat dat niet vooraf bepaalde gegevenswaarden ook uit andere symbolen kunnen bestaan. Hulpverzoek I niet nieuw: vakman kan oplossing gestelde probleem zonder uitvinderswerkzaamheid vinden in Nortel 1. Hulpverzoek II niet inventief: rechtstreeks uit Nortel 2 af te leiden.

 

IEPT20170920, Rb Den Haag, Asetek v Cooler Master

Beroep op prioriteitsdocument US 924 faalt: hoewel in US 924 is geopenbaard dat de pomp een impeller (schoepenwiel) bevat, kan de vakman géén aanwijzing vinden dat de impeller geplaatst is in een afzonderlijke uitsparing van de kanalen in het reservoir, zoals geclaimd in EP 771. Conclusie 1 niet nieuw: alle conclusiekenmerken worden in figuur 7 van Chinese gebruiksmodel “Lin” geopenbaard. Conclusie 2 niet inventief ten opzichte van Lin: onvoldoende weersproken dat het algemene vakkennis van gemiddelde vakman is dat het aanbrengen van oneffenheden in een oppervlak waarlangs een vloeistof stroomt, zorgt voor werveling in de vloeistof en daarmee voor een verbeterde overdracht. Deze kennis vloeit ook voort uit WO 415 dat door geen geldig beroep op prioriteit tot stand van techniek is gaan behoren.

 

IEPT20170920, Rb Den Haag, Intel

Beroep op prioriteit DE 040 faalt: openbaart geen veiligheidsmodule met actualisatievoorziening van kenmerk 1.l van EP 229. Ook vakman met “mind willing to understand” zou in aangehaalde passage niet duidelijk en ondubbelzinnig een actualiseringsvoorziening lezen. Voor actualisatie relevante passage uit EP 229 niet in DE 040, maar wel in tweede prioriteitsdocument DE 837 opgenomen. Technisch effect verschilmaatregel met DE 280: het up-to-date houden van de opgeslagen controlegegevens van de veiligheidsmodule. Geen sprake van door [A] bepleitte additionele “geen-onderbreking-effect”: niet expliciet in EP 229 geopenbaard, octrooi niet beperkt tot uitvoeringsvormen waarbij controlegegevens in software zijn opgeslagen, hetgeen geen herstart vereist voor voltooien actualisatie, nu octrooi ook ziet op opslag in hardware. Conclusie 1 niet inventief ten opzichte van DE 280 in combinatie met WO 056: in WO 056 geopenbaarde actualisatievoorziening omvat alle onderdelen van deelkenmerk 1.l standpunt dat in WO 056 geopenbaarde actualisatiemethode niet compatible is met de veiligheidsmodule van EP 229 ziet op door de Rb verworpen beperkte uitleg van kenmerk 1.l van het octrooi. Hulpverzoek ook niet inventief: toevoeging dat controlegegevens zich in de geheugenbouwsteen bevinden sluit niet uit dat die gegevens zijn opgeslagen in hardware.

 

IEPT20170915, Rb Den Haag, Allergan v Orifarm

Allergan heeft spoedeisend belang: geen feiten of omstandigheden dat Allergan in eerder stadium van verhandeling Poolse Botox-producten door Orifarm op de hoogte was (of behoorde te zijn). Duitse vonnis tussen zelfde partijen niet beslissend voor onderhavige kort geding: is slechts voorlopig oordeel, vordering in onderhavige procedure op nadere informatie gebaseerd die in Duitse procedure niet in geding was. Zaak niet aangehouden tot uitspraak Overlandesgericht: geen gevaar voor tegenstrijdige uitspraken nu in Duitse procedure voorlopige voorziening in Duitsland wordt gevorderd en in onderhavige procedure voorlopige voorziening voor Nederland. Beroep op Specifiek Mechanisme faalt waardoor geen bescherming aan EP 858 kan worden ontleend t.a.v. parallelimport Poolse Botox-producten: onvoldoende aannemelijk dat op peildatum geen bescherming kon worden verkregen voor tweede medische indicatie octrooi in Polen.

 

IEPT20170915, HR, High Point v KPN

In artikel 138(3) EOV neergelegde bevoegdheid van octrooihouder om octrooi te beperken kan worden onderworpen aan nationaalrechtelijke processuele voorwaarden: bewoordingen, context, voorwerp en doel artikel 138(3) EOV duiden hier niet op, wordingsgeschiedenis van artikel 138(3) EOV duidt niet op verdere harmonisatie dan dat de mogelijkheid moet bestaan om een Europees octrooi te beperken in nationale procedure over geldigheid en in andere landen aanvaard dat in art. 138 lid 3 EOV verankerde recht om Europees octrooi te beperken is onderworpen aan nationaalrechtelijke processuele voorwaarden. Geen onjuiste toepassing tweeconclusieregel door hof: geen sprake van nadere uitwerking of precisering van eerder ingenomen stelling, maar een nieuw element in rechtsstrijd gebracht.

 

IEPT20170913, Rb Den Haag, SPG Prints v Dover

EP 159 voor “Digital Printing and Finishing Method for Fabrics and the Like”  vernietigd. Deelkenmerk 1.j niet nieuw: duidelijk en ondubbelzinnig geopenbaard in Osiris-aanvrage. Deelkenmerk 1.c  (snelheid compenseren) niet inventief: vakman zou door gebruik algemene vakkennis de danserrol uit Osiris-aanvrage uitbreiden met een compensator roll device  zodat de snelheid van de invoer indien vereist kan worden aangepast. Betoog Dover dat compensatie van snelheden door danserrol of compensator roller device niet onder octrooi valt omdat het octrooi alleen ziet op directe compensatie van snelheid  faalt: tekst octrooi biedt geen steun voor die beperkte uitleg en beschrijft geen enkele manier van compensatie snelheden. Stelling dat algemene vakkennis m.b.t. rotatiedrukken niet zonder meer op inktjet drukken mag worden toegepast faalt: niet in te zien dat onderscheid in wijze van drukken van belang is bij afstemmen snelheden tijdens de aanvoerstap voorafgaand aan drukken.

 

IEPT20170913, Rb Den Haag, Tata Steel v ArcelorMittal

Octrooi EP 863 voor door middel van hot stamping vervaardigen van staal niet inventief. Vakman: deskundige (ervaren ingenieur) op het gebied van het hot formen van pre-coated staal, met name op het gebied van toepassing in de auto-industrie. Kenmerken conclusie 1 op kenmerk 1.7 na direct en dubbelzinnig aan vakman geopenbaard in publicatie WHK, al dan niet met gebruik van zijn algemene vakkennis. Kenmerk 1.7 betreft wel een verschilkenmerk: hoewel WHK duidelijke aanwijzing geeft voor maximale gemiddelde opwarmsnelheid, openbaart WHK niet de in het octrooi geclaimde specifieke opwarmsnelheden. Kenmerk 1.7 heeft geen technisch effect: artikel Winkel maakt inzichtelijk dat vakman die, onder toepassing van zijn algemene vakkennis, de leer van WHK zou toepassen, vanzelf binnen het in conclusie 1 van EP 863 genoemde bereik zal werken. Conclusie 2 niet inventief: verschil ten opzichte van conclusie 1 reeds geopenbaard in WHK. Productconclusies 3-9 niet inventief: kenmerken conclusies 3-9 worden onvermijdelijk verkregen bij toepassing niet-inventieve werkwijze. Conclusie 10 en 11 niet inventief: claimen gebruik van product volgens niet-inventief bevonden conclusies. Proceskostenveroordeling volgens liquidatietarief: zuivere nietigheidsprocedure.

 

IEPT20170906, Rb Den Haag, Synthon v Yeda

Gevorderde verklaring voor recht door Synthon dat door haar gehanteerde doseringsregime vóór prioriteitsdatum EP 749 niet nieuw en inventief was (Gillette-verklaring) heeft in opvatting van Synthon grensoverschrijdend effect, waardoor Rb internationale bevoegdheid ambtshalve toetst. Beoordeling gevorderde Gillette-verklaring in casu nauw verweven met die van een geldigheidsverweer: Rb moet dus zaak aanhouden in afwachting buitenlandse beslissingen of grensoverschrijdende vorderingen afwijzen en grensoverschrijdende vordering door keuze Synthon afgewezen. Synthon heeft geen belang (artikel 3:303 BW) bij gevorderde verklaring voor recht: thans geen in Nederland geldende octrooien meer m.b.t. doseringsregime GA uit verklaring voor recht en deze zullen ook niet meer komen, Yeda zal proceskosten Synthon vergoeden.

 

IEPT20170906, Rb Den Haag, Becton v B.Braun

Conclusie 1 EP 556 nietig door toegevoegde materie: vakman kan “recess (32) of the catheter hub (13)” in de betekenis van een uitsparing aan de buitenzijde van de katheterkern niet direct en ondubbelzinnig afleiden uit oorspronkelijke aanvrage en de vraag of vakman passage “Hence, as the needle trap moves inward to entrap the needle tip, the arm also moves inward” zou uitleggen dat uitsparing zich op andere plaats dan binnenzijde bevindt. Indien conclusie 1 toch geen toegevoegde materie bevat is deze niet inventief gelet op D2: toepassing van een “recess” in plaats van een “lug” is voor de hand liggende aanpassing van naaldbeschermingsamenstel D2.

 

IEPT20170906, Rb Den Haag, Coloplast v Hollister

Vakman zal uit beschrijving van EP 279 begrijpen dat het zwelmedium uit deelkenmerk 2.1 (“intended to produce a low-friction surface character of the catheter by treatment with a liquid swelling medium prior to use of the catheter”) op moment van activatie vloeibaar dient te zijn. VaPro maakt geen inbreuk op EP 279: onvoldoende toegelicht dat activatie bij VapPro in ieder geval gedeeltelijk door vloeibare activatiestof plaatsvindt. Proceskostenveroordeling Coloplast van € 553.465 niet eerlijk en evenredig en gematigd naar € 289.000 (hoogte proceskosten Hollister): door Hollister genoemde omstandigheden onvoldoende rechtvaardiging voor relatieve hoogte kosten Hollister.

 

IEPT20170829, Hof Den Haag, ToN v Cresco

Conclusie 1, 5 en 11 EP 938 niet nieuw: [P] beschikte vóór datum aanvraag octrooi over aantal paarse spruiten van Raphanus sativa-plant in de zin van conclusie 1, 5 en 11 EP 938. Voorgebruik door [P] ook schadelijk voor conclusie 2 en hulpverzoek waarbij in conclusie 1 kenmerk van conclusie 2 is opgenomen: voorgebruikte spruiten hebben absortiespectrum als vermeld in conclusie 2. Voor zover conclusies 3, 4, 6-10 en 12-14 op grond van r.o. 4.8 al niet nieuwheid missen zijn zij niet inventief: maatregelen uit deze conclusies door gemiddelde vakman af te leiden uit beschikbaarheid op aanvraagdatum van een Raphanus sativa-spruit met een anthocyaninegehalte van tenminste 800 nmol per gram versgewicht.

 

IEPT20170822, Hof Den Haag, Ruby Decor v Basic Holdings

Conclusie 1 van EP 941 voor een ‘artificial fireplace’ is inventief : opgeloste probleem en bereikte technisch effect hoeven niet met zo veel woorden in octrooibeschrijving te zijn vermeld, gemiddelde vakman ziet in dat verbeterde simulatie van rook/vlammen wordt bereikt nu kanalisatie en voortstuwing zorgen dat de damp verder boven het openingenbed uitstijgt, terwijl tegelijkertijd meer ontwerpvrijheid wordt verkregen nu watercontainer ook achter of boven openingenbed geplaatst kan worden, onvoldoende onderbouwd waarom toepassing kenmerkende maatregelen voor de hand liggend zou zijn. Ruby-sfeerhaarden voldoen aan alle deelkenmerken van conclusie 1 en maken derhalve inbreuk: openingenbed (deelkenmerk A) hoeft niet noodzakelijkerwijs meerdere openingen te hebben, openingenbed van Ruby-sfeerhaarden heeft bovendien meerdere openingen, nu de houder een dampuitlaatpoort omvat (deelkenmerk E) en deze zo is aangebracht dat de luchtstromingsweg de houder beneden het van openingen voorziene bed verlaat (deelkenmerk F3) is ook voldaan aan overige deelkenmerken.

 

IEPT20170726, Rb Den Haag, Smart v CTouch
Inbreuk op conclusive 1 EP 335 (“Size/scale and orientation determination of a pointer in a camera-based touch system”). CTouch heeft onvoldoende onderbouwd dat zij stand van de techniek US 449 of US 557 toepast: in beide publicaties worden de edges van de pointer niet bepaald met behulp van triangulatie (dat door CTouch en EP 335 wordt toegepast). “Lexinus lijn” maakt geen inbreuk op EP 335: geen inbreukanalyse gemaakt, terwijl inbreuk wordt betwist. Geen belang bij inbreukverbod conclusies 6, 7, 13 en 19 gelet op vastgestelde inbreuk op conclusie 1.

 

IEPT20170725, Rb Den Haag, Millennium v Teva

Op EP 360 gebaseerd Aanvullend Beschermingscertificaat voor bortezomib inventief: technisch probleem is het vinden van verbinding met verbeterde activiteit en selectiviteit bij remming van proteasoom binnen de groep verbindingen als geopenbaard in WO 904, onvoldoende aannemelijk dat selectie van bortezomib voor de gemiddelde vakman op prioriteitsdatum voor de hand lag.

 

IEPT20170719, Rb Den Haag, Octrooicentrum Nederland

Besluit om geen ABC te verlenen voor product trastuzumab emtansine blijft in stand: product wordt niet beschermd door basisoctrooi EP 448.


IEPT20170712, Rb Den Haag, Swiss Pharma v Biogen
Gemiddelde vakman zou begrip “chronic pathological inflammation” uit EP 127 begrijpen als chronologische pathologische ontsteking veroorzaakt door MS en niet als specifieke soort ontsteking binnen MS: prioriteitsdocument P1 en oorspronkelijke aanvrage zagen op brede klasse ontstekingsziekten waarvan MS alleen maar een species was, uitgaande van prioriteitsdocumenten en oorspronkelijke aanvrage zou vakman begrijpen dat uitvinding in EP 127 wordt beperkt tot een species van dat genus, namelijk ‘chronical pathological inflammation caused by MS’. Als uitleg Biogen wordt gevolgd zou sprake zijn van onduidelijkheden die gevolg zijn van onzorgvuldige formulering octrooischrift en voor risico octrooihouder moeten komen. Conclusies 1, 3 en 4 EP 127 niet nieuw in licht van Conference Abstract (samenvatting van een presentatie over onderzoek naar behandeling MS). Conclusie 2 niet inventief: uitgaande van het Conference Abstract is het voor vakman voor de hand liggend om bij de chronische ongeneeslijke ziekte MS de duur van de behandeling te verlengen van 6 tot 12 maanden.

 

IEPT20170707, CBB, Pfizer v VWS

Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport had maximumprijs voor (tweede pijnindicatie van) Lyrica niet mogen baseren op prijzen van generieke kopieën die in de referentielanden alleen voor de eerste indicatie mogen worden verhandeld en niet voor de neuropatische pijnindicatie: situatie waarin sprake is van verlopen stofoctrooi voor bepaalde indicaties en nog geldend gebruiksoctrooi voor andere indicatie niet voorzien door wetgever, generieke geneesmiddelen die in referentielanden voor eerste indicaties en niet voor de neuropatische pijnindicatie mogen worden verhandeld niet vergelijkbaar in de zin van artikel 2 WGP.


IEPT20170704, Hof Den Haag, De Staat v Warner-Lambert
Voorshands oordeel dat publicatie full label Summary of Product Characteristics (SmPC) en bijsluiter door CGB in geneesmiddeleninformatiebank (GIB) geen directe of indirecte octrooi-inbreuk betreft. Prejudiciële vragen: moet de mededeling door de aanvrager of houder van een handelsvergunning voor een generiek geneesmiddel dat hij gebruik maakt van een carve out worden aangemerkt als verzoek tot beperking handelsvergunning m.b.t. geoctrooieerde indicaties of doseringsvormen? Mag de bevoegde autoriteit bij een carve out de volledige samenvatting van de productkenmerken en bijsluiter openbaarmaken inclusief de door de carve out weggelaten kenmerken? Maakt het voor vraag 2 uit dat de bevoegde autoriteit eist dat de vergunninghouder bij de bijsluiter in de verpakking een verwijzing opneemt naar de door de bevoegde autoriteit op haar website gepubliceerde volledige samenvatting van de productkenmerken inclusief de door de carve out weggelaten kenmerken?

IEPT20170621, Rb Den Haag, Hygro v Futurecare

Inbreuk op octrooi EP 154 voor ‘adjustable reflector device’ voor Adjust-A-Wings lamparmaturen: niet gereageerd op weerlegging nietigheidsargumenten, inbreuk niet betwist. Inbreuk op Uniewoordmerken ADJUST A WINGS en SUPER SPREADER: stelling dat merken niet beschrijvend zijn niet meer weersproken, inbreuk niet betwist. Geen auteursrecht op vormgeving Adjust-A-Wings: onvoldoende onderbouwd dat vormgeving niet uitsluitend technisch bepaald is. Geen auteursrecht op verpakking Adjust-A-Wings: creatieve keuzes onvoldoende onderbouwd. Wel auteursrechtinbreuk op gebruiksaanwijzing: ontegenzeggelijk creatieve keuzes gemaakt, gebruik kopie niet betwist. Geen volledige proceskostenveroordeling toegewezen: proceskosten bij onttrekking advocaat slechts ex art. 1019h Rv begroot indien vast staat dat kostenspecificatie aan wederpartij kenbaar is gemaakt,  geen ontvangstbewijs specificaties overgelegd.

 

IEPT20170613, Rb Den Haag, Quantum v DMS

Wing Yacht Stabilizer maakt geen inbreuk op conclusie 1 van EP 922 voor het op actieve wijze stabiliseren van o.a. vaartuigen op zee: octrooi verkrijgt liftkracht bij stilliggen van het schip door een op- en neergaande “flapperbeweging” van de vin over een rotatie-as in de lengterichting van de boot, terwijl de Wing geen op- en neergaande beweging uitvoert bij stilliggen en geen rotatie-as heeft die daartoe dient. Rectificatiebrief toegewezen. Geen wapperverbod: geen serieuze dreiging dat verdere mededelingen worden gedaan.

 

IEPT20170607, Rb Den Haag, Carl Zeiss v VSY

Rechtbank bevoegd kennis te nemen  van alle vorderingen in conventie: beoordeling in hoofdzaak aangehouden voor zover geldigheid buitenlandse delen EP 493 aan de orde komt, totdat hierover is beslist door buitenlandse rechters. Bezwaar tegen Gerlach rapport I gepasseerd: VSY kan metingen aan Tri-ED 611 lens doen om ruwe data te verzamelen waarmee tests Carl Zeiss kunnen worden herhaald. Voldoende onderbouwd dat  Tri-ED 611 lens een synchrone structuur heeft in de zin van conclusie 5 van EP 493 (NL). Geen technische reden dat vakman de term ‘reliëf’ beperkt zou achten tot een structuur met scherpe pieken: beschrijving bevat die beperking niet. Nawerkbaarheidsverweren falen. EP 493 (NL) nieuw: US 234 bevat niet alle kenmerken EP 493 (NL) en EP 992 ziet op een lens van ander materiaal dan EP 493 (NL), waardoor het een ander voortbrengsel dan de in EP 493 (NL) geclaimde lens is. EP 493 (NL) is inventief: onvoldoende gemotiveerd waarom US 234 en EP 993 promising springboard zouden vormen om tot EP 493 (NL) te komen. VSY B.V. heeft inbreuk gemaakt in Nederland. VSY Biyoteknoloji, VSY Turkije en VSY Iberica hebben geen voorbehouden handelingen in Nederland verricht. In afwachting van beslissingen buitenlandse rechters over geldigheid buitenlandse delen wordt iedere beslissing in hoofdzaak aangehouden. Geen onrechtmatig uitlokken of profiteren van inbreuk. Provisioneel inbreukverbod ten aanzien van Nederland. Provisioneel inbreukverbod voor gedesigneerde landen: geen serieuze, niet te verwaarloze kans dat EP 493 in de gedesigneerde landen nietig zal worden verklaard.

 

IEPT20170607, Rb Den Haag, Boskalis v Dredging
Geen ongeoorloofde toegevoegde materie. Term “limiting” heeft in oorspronkelijke conclusie zelfde betekenis als in de in stand gelaten conclusie: geen uitbreiding beschermingsomvang. Alleen deelkenmerk 3 niet in afstudeerscriptie Dekker geopenbaard. Technisch probleem: het vergroten van de werkzaamheid van de “Cutter Suction Dredger” bij hoge golven of deining. EP 849 B2 inventief: Dekker bevat geen pointers voor oplossing technisch probleem. EP 849 B2 inventief: Dekker bevat geen pointers voor oplossing technisch probleem en WODCON publicatie voegt niets toe aan wat in Dekker is geopenbaard.

 

IEPT20170523, Hof Den Haag, HP v Digital Revolution

Een product uit de stand van de techniek dat zonder aanpassing ‘geschikt’ (suitable for) is om die functie(s) te vervullen, is nieuwheidsschadelijk zelfs als dat product nog nooit op de geclaimde manier is gebruikt of beschreven. Conclusie 1 van EP 617 nietig wegens gebrek aan nieuwheid ten opzichte van Paulsen octrooi. Productconclusies niet inventief wegens onduidelijkheid inzake op te lossen probleem. Tweede en derde hulpverzoek: sprake van toegevoegde materie omdat wijze waarop van toekomstig gebruik printsysteem afhankelijke foutdetectiecodes niet in oorspronkelijke aanvrage te lezen is. Werkwijzeconclusies nieuw: werkwijze Paulsen wijkt wezenlijk af van werkwijze volgens conclusie 7. Geen directe inbreuk werkwijzeconclusies door verkoop printercartridges met voor werkwijze geschikte geheugeneenheden: stappen die zien op berekening foutdetectiecodes vinden plaats in de printer en niet in geheugeneenheid cartridges Digital Revolution. Geen indirecte inbreuk werkwijzeconclusies door verkoop aan consument van printercartridges met voor werkwijze geschikte geheugeneenheden: impliciete licentie HP aan consument om printer inclusief cartridges, die zelf geen inbreuk maken op enige productconclusie, te gebruiken.

 

IEPT20170523, Hof Den Haag, Aebi v Rasco

Onterecht geoordeeld dat Aebi geen spoedeisend belang had bij inbreukverbod op octrooi voor een opzetstrooiwerktuig wegens onvoldoende voortvarend optreden: concrete dreiging van inbreuk ontstond pas toen [geintimeerden] aangaf niet aan sommatie te voldoen  Verbodsvordering had moeten worden toegewezen zodat gevorderde proceskostenveroordeling in beide instanties toewijsbaar is: op grond van afstemmingsregel wordt oordeel uit inmiddels gewezen bodemprocedure (IEPT20170104) gevolgd. 

IEPT20170512, Rb Den Haag, Biogen v Celltrion

Lat voor toewijzing voorziening ligt hoger dan wanneer er nog geen product op de markt zou zijn geweest: Biogen had voortvarender kunnen handelen. Kans te groot dat octrooi EP 313 voor behandeling chronische lymfatische leukemie ongeldig wordt bevonden in bodem- of oppositieprocedure om daarop verbod te baseren: weglating wekelijkse dosering uit aanvrage leidt tot toegevoegde materie. Vakman zou uit de aanvrage niet begrijpen dat de goede resultaten van Example 3 kunnen worden geëxtrapoleerd naar twee-wekelijkse of maandelijkse behandeling: dergelijke toedieningscycli zullen andere doseringen hebben en vakman zou niet begrijpen dat dergelijke behandeling nog effectief zou zijn.


IEPT20170501, Rb Den Haag, Secrid
Door gedaagde verkochte kaarthouders en wallets maken inbreuk op octrooi Secrid: inbreukanalyse EP ‘922 niet besteden, voldoende aannemelijk dat gedaagde de door Secrid onderzochte kaarthouder en wallet heeft verhandeld, onvoldoende onderbouwd dat alle kenmerken van de door gedaagde verkochte kaarthouders voldoen aan de stand van de techniek en daarom geen inbreuk maken. Ook sprake van inbreuk op modelrecht: geldigheid model noch inbreuk voldoende betwist. Sprake van ongeoorloofde vergelijkende reclame door uitingen over gelijkwaardigheid van de producten. 

 

 

IEPT20170419, Rb Den Haag, De Staat v Serwin

Verstekvonnis. De Staat vordert vernietiging van Europees octrooi EP 1 623 080 wegens gebrek aan nieuwheid t.o.v. pilot Van Brienenoordbrug. Het gevorderde komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat het zal worden toegewezen.

 

IEPT20170414, HR, Sun v Novartis

Cassatieberoep slaag niet. Hof heeft prioriteitsmaatsstaf niet rekkelijk toegepast: het oordeel dat de vakman zekere verwachtingen heeft van het effect van geringe afwijkingen van een beschreven dosis geenszins onverenigbaar met de algemene vakkennis. Onderdeel waarin Sun klaagt dat hof niet duidelijkheid heeft gemaakt hoe Sun inbreuk aan het einde van de distributieketen alsnog kan voorkomen en indien daarin niet slaagt, zelf indirect inbreuk maakt op het octrooi, mist doel: het hof heeft Sun slechts aangerekend dat zij de middelen die voorhanden waren om inbreuk te voorkomen onvoldoende heeft benut. Klacht Sun dat algemeen verbod op indirect inbreuk maken executieproblemen zou kunnen veroorzaken, faalt eveneens: verbod strekt zich niet uit tot handelingen die Sun derden niet kan beletten.

 

IEPT20170405, Rb Den Haag, Sun v Novartis
Bezwaar tegen omvang hoofdstukken in en producties bij antwoordakte wegens beweerdelijke strijd met VRO-reglement verworpen: aan Novartis te wijten dat debat over directe inbreuk pas in deze fase van de procedure plaatsvindt. Bezwaar tegen stelling dat Sun de werkwijze (mede) toepast verworpen. Begrip ‘voor (de behandeling van)’ / ‘for (the treatment of)’ van voor Zwitserse wijze geformuleerde conclusie omvat zeker mentaal element ziende op wetenschap of voorzienbaarheid omtrent bewuste gebruik van het geneesmiddel voor de geoctrooieerde indicatie. Wetenschap van daadwerkelijk bereider van actieve stof dat die stof bestemd is voor geoctrooieerde indicatie is niet altijd doorslaggevend voor vraag of de uiteindelijke generieke verhandeling inbreukmakend is. Als niet al moet worden aangenomen dat Sun fabrikant is in regulatoire zin, geldt dat wetenschap/voorzienbaarheid Sun in casu van belang is. Sun wist of hoorde te weten dat haar generieke product in Nederland bewust zou worden gebruikt voor behandeling osteoporose. Directe inbreuk op EP 689: Sun heeft er niet alles aan gedaan om gebruik voor geoctrooieerde indicatie zoveel mogelijk te voorkomen.


IEPT20170322, Rb Den Haag, Philips v Asus
EP 511 voor technische standaarden UMTS en LTEz voor mobiele communicatie nietig vanwege gebrek aan nieuwheid en inventiviteit: conclusies zijn geopenbaard in de op de prioriteitsdatum tot de stand van de techniek behorende 3GPP2-standaard. Asus geen belang meer bij exhibitie incident: FRAND-verweer behoeft geen bespreking gezien nietig octrooi.

IEPT20170322, Rb Den Haag, Philips v Wiko
EP 511 nietig gelet op nieuwheidsschadelijke 3GPP2 standaard: rechtbank verwijst naar overwegingen in Asus zaak (IEPT20170322
). Ten overvloede: EP 511 niet inventief.

IEPT20170322, Rb Den Haag, Philips v Archos
Hoofdzaak geschorst totdat definitief oordeel over geldigheid Nederlandse deel EP 511 is verkregen in Wiko- en Asuszaak of indien die zaken op andere wijze zijn geëindigd.

 

IEPT20170314, Hof Den Haag, De Staat v Warner-Lambert

Hof voornemens prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie omtrent vraagstuk of het CBG de vrijheid heeft de full label versie van de SmPC en de bijsluiter te publiceren als de vergunninghouder heeft gekozen voor een carve-out: geschil betreft de uitleg van Europees recht waarvan de oplossing niet evident is en ook niet volgt uit de rechtspraak.


IEPT20170301, Rb Den Haag, Lilly v Sandoz

Worzalla niet nieuwheidsschadelijk voor EP 508. Conclusie 1 inventief: probleemstelling is vermindering pemetrexed-geïnduceerde toxiciteit zonder werkzaamheid pemetrexed te beïnvloeden, uit Calvert publicatie niet af te leiden dat toedienen vitamine B12 in combinatietherapie met pemetrexed de oplossing biedt voor verminderen van toxiciteit en deskundigenverklaringen Lilly ondersteunen dat toedienen vitamine B12 voor vakman niet voor de hand lag.


IEPT20170208, Rb Den Haag, Archos v Philips

Onvoldoende onderbouwd dat aanbod Philips t.a.v. octrooien die essentieel zijn voor UMTS- en LTE-standaarden niet FRAND is: onvoldoende onderbouwd dat Philips niet voor onderhandelingen openstond, geen ontoelaatbare “royalty stacking”, dat royalty niet gebaseerd is op SSPPU-prijs, maar op prijs gehele mobiele telefoon doet niet af aan FRANDheid aanbod Philips en geen “patent holdup”.

 

IEPT20170117, Hof Den Haag, Remu v Knoop

Voldoende vast komen te staan dat MA-55 brochure voor de prioriteitsdatum van EP 687 tot stand van de techniek hoorde. Conclusies 1, 5, 6 en 10 niet nieuw in licht van MA-55. Inventiviteit conclusies 2-4 en 7-9 als verleend niet verdedigd. Hulpverzoeken 5, 6 en 8 niet inventief en hulpverzoek 6 tevens niet toelaatbaar wegens toegevoegde materie. Hulpverzoeken 7, 9 en 10 niet inventief: mere aggregation of features van niet inventieve hulpverzoeken 5, 6 en 8. Conclusies 1, 5, 6 en 10 zoals verleend niet inventief in licht van Bruyas, Althaus en Haest. Inventiviteit conclusie 2-4 en 7-9 niet verdedigd in MvA in incidenteel appel en argumenten ter zitting in strijd met twee-conclusieregel althans goede procesorde. Hulpverzoeken 1 en 2 en 4 niet inventief en hulpverzoek 3 in strijd met artikel 84 EOV. Hulpverzoeken 6 – 10 in strijd met twee-conclusieregel. Hof onbevoegd ten aanzien van vordering van in Finland gemaakte proceskosten wegens tenuitvoerlegging Nederlandse vonnissen: geen sprake van een ‘ander aanknopingspunt’.

 

IEPT20170104, Rb Den Haag, Coloplast v Medical4You

Eiswijziging met beroep op twee, deels nieuwe, hulpverzoeken buiten beschouwing gelaten: in strijd met goede procesorde en strakke regiem VRO procedure. Vorderingen in conventie afgewezen nu Coloplast zich niet meer op hoofd- en hulpverzoek beroept. Conclusie 1 en volgconclusies 2-6 en 11 van EP 729 worden vernietigd: uitsluitend verdedigd aan de hand van hoofd- en hulpverzoek.

 

IEPT20170104, Rb Den Haag, Rasco v Aebi Schmidt

EP 838 voor “vrachtwagen met een daarop afneembaar opgebouwd opzetwerktuig“ nieuw t.o.v. DE 220: DE 220 openbaart niet kenmerkende maatregel dat momentsteun steunt op het opzetwerktuig. EP 838 inventief: niet onderbouwd dat vakman vanuit DE 220 in combinatie met algemene vakkenis tot geclaimde oplossing zou komen. EP 838 ook inventief t.o.v. combinatie van DE 220 en NL 464 en/of DE 372: vakman zou op grond van die combinatie de aandrijfaggregaat aanbrengen op een separaat loopwiel, terwijl in conclusie 1 aandrijfaggregaat is verbonden met het voertuigwiel van vrachtwagen. Directe en indirecte inbreuk: zowel combinatie als opzetstrooiwerktuig aangeboden.