2018 Octrooi

Print this page

IEPT20181228, Rb Den Haag, Douwe Egberts v Belmoca

Belmio-capsule voldoet aan alle kenmerken van conclusie 1 EP 521, behalve kenmerk “plastically drawn over” (“dieptrekken”). Kenmerk “plastically drawn over” is essentieel kenmerk dat niet kan worden weggeïnterpreteerd uit conclusie 1 door iedere vorm van plastische vervorming als “dieptrekken” aan te merken. Tweede uitvoeringsvorm valt voor zover het niet gaat om “dieptrekken” maar om plastisch vervormen niet onder beschermingsomvang conclusie 1. Belmio-capsule maakt geen inbreuk op EP 521: handelen valt onder tweede uitvoeringsvorm, waarbij slechts sprake is van plastisch vervormen, hier komt bij dat “plastically drawn over” onduidelijk kenmerk is, wat ten nadele van octrooihouder moet komen. Voor zover “buckle/deform/curmple” met dieptrekken moet worden gelijkgesteld is conclusie 1 nietig wegens gebrek aan nieuwheid t.o.v. WO 209 of wegens gebrek aan inventiviteit t.o.v. WO 209.  Stelling dat WO 209 geen aluminium capsule openbaart verworpen: WO 209 spreekt over “metal” en vakman zou bekend zijn met Nespresso aluminium capsules.

 

IEPT20181211, Hof Den Haag, Boehringer v Teva

Oordeel rechtbank - dat gewijzigde conclusies 6 t/m 13 van EP 220 inzake poederformuleringen van tiotropium dat met een Dry Powder Inhaler wordt toegediend voor de behandeling van de longaandoening COPD inventiviteit ontberen - bekrachtigd: leer van het octrooi is er niet in gelegen dat het vochtgehalte van het capsulemateriaal beneden ‘ambient conditions’ ligt en dat dit wordt bereikt door middel van een actieve droogstap, octrooi leert niet dat en waarom de in de gewijzigde conclusies genoemde vochtpercentages verschil uitmaken zodat voor conclusiekenmerk met betrekking tot gereduceerd vochtgehalte geen enkel verder technisch effect is geopenbaard, aan gebruik van gelatine verbonden nadelen voldoende motivatie om mogelijkheid alternatief capsulemateriaal te onderzoeken, uit publicaties Casaburi en Ogura kan zonder inventieve denkarbeid tot de oplossing om in plaats van gelatine gebruik te maken van HPMC als capsulemateriaal gekomen worden. Proceskosten ambtshalve gematigd van € 322.000 naar € 225.000. 

 

IEPT20181127, Hof Den Haag, Astrazeneca v Sandoz

EP 138 inventief. Geen incentive om McLeskey in aanmerking te nemen voor oplossing objectieve probleem (“Stap 2-Probleem”): de CS-Formulering met 250F/5C verhouding wordt daarin in wezenlijk ander kader gebruikt (in muizen) dan voor behandeling van borstkanker in mensen, niet (voldoende) specifiek gesteld dat testen met muizen voorspellende waarde hebben voor afgifteprofiel van oplossing met 250F/5C verhouding en mate van precipitatie in mensen, in McLeskey genoemde alcoholpercentage van 20 zo hoog dat vakman op prioriteitsdatum precipitatie zou verwachten, hetgeen contra-indicatie vormt. Dat in EP 138 vermelde gunstige effecten al bekend waren uit Howell vormt gelet op contra-indicatie geen enkele incentive om oplossing objectieve probleem te vinden in McLeskey, gelet op contra-indicatie. Door Sandoz voorgestelde “van scratch”-argument baat haar niet: gaat uit van aanvankelijk door Sandoz voorgestane probleem, incentive om McLeskey te gebruiken voor oplossing van dat probleem vormt daarom geen incentive voor oplossing van het objectieve probleem. Geen “try and see situation” ten opzichte van McLeskey: incentive ontbrak, er was zelfs sprake van contra-indicatie. Overige nietigheidsargumenten falen: EP 138 nieuw, nu aantal maatregelen niet in McLeskey zijn geopenbaard, EP 138 plausibel, omdat is geoordeeld dat konijnenproeven voorspellende waarde hebben voor optreden precipitatie en het afgifteprofiel in mensen. Ook EP 573 geldig: Sandoz gaat er vanuit dat verschillen tussen EP 138 en EP 573 niet relevant zijn voor beoordeling geldigheid. Fulvestrant Sandoz maakt inbreuk op EP 138, maar is in Nederland niet op de markt geweest: vordering tot doen van opgave afnemers en winst en schadevergoeding afgewezen.

 

IEPT20181121, Rb Den Haag, CDVI v Impro

Octrooi EP 006 niet inventief in licht van stand van techniek weergegeven in figuur 1: toepassen van een smalle sleuf vanaf de rand van een metalen plaat om Eddy currents te verminderen is algemene vakkennis vakman op prioriteitsdatum. Hulpverzoek niet inventief: enige aanvullende onderscheidingskenmerk is ook algemene vakkennis en uit JP 123 bekend.

 

IEPT20181121, Rb Den Haag, Ancientgrain v Bakels

Teff-Bericht is onderdeel van stand van techniek: vóór de aanvraagdatum van de octrooien verspreid onder Teff-telers, geen sprake van (impliciet of expliciet) geheimhoudingsbeding. Technisch effect valgetal conclusie 1 hulpverzoek 977 niet-inventief in licht van Teff-Bericht:: openbaart dat het valgetal van het teff-meel van belang is voor de bakkwaliteit, en dat een mengsel van meel met een laag valgetal en meel met een hoog valgetal goed bakt. Specifieke voorkeursrange conclusies 1 van hulpverzoeken 977 en 978 niet inventief ten opzichte van Teff-Bericht: stelling dat onverwachts technisch effect zich over de gehele breedte van de voorkeursrange voordoet, na de betwisting door Bakels, niet onderbouwd. Bakwerkwijze niet inventief: zeer gangbare bakmethode die tot algemene vakkennis behoort. Conclusie 1 van hulpverzoek 978 dat zich onderscheid van hulpverzoek 977 door het mengen van Teff-meel met meel van ander gewas niet inventief: mengen van twee melen is algemene vakkennis. Ancientgrain veroordeeld tot betaling schadevergoeding omtrent het op teff-meel gelegde beslag: aannemelijk dat schade is geleden. Geen schadevergoeding voor bankgarantie die in plaats is getreden van beslag: indien Bakels de mogelijkheid had willen behouden om tussentijds teruggave of vermindering van de bankgarantie te bewerkstelligen, had zij dit moeten laten opnemen in de overeengekomen bankgarantie. Geen schadevergoeding voor onrechtmatig procederen: in licht van gemotiveerde betwisting door Ancientgrain onvoldoende gesteld over wetenschap Ancientgrain dat octrooien geen stand zouden houden.

 

IEPT20181102, Rb Midden-Nederland, Tomra v Kiremko

Rb Midden-Nederland bevoegd ten aanzien van exhibitievordering in octrooizaak: naar letter van de wet valt zelfstandige exhibitievordering niet onder artikel 80 ROW maar onder artikel 83(1) ROW, Haagse rechter is als rechter-plaatsvervanger ingezet. Exhibitie m.b.t. Strata Invicta inzake gestelde inbreuk op EP 385 toegewezen. EP 385 nieuw in licht van GB 119, US 506 en FR 422. EP 385 inventief  ten opzichte van FR 422: “partial problems benadering” Kiremko niet juist, omdat genoemde maatregelen functioneel samenhangen, niet aangegeven waarom deze vormgevingsmaatregelen ook in een geïntegreerde benadering voor de hand liggen. EP 385 inventief in licht van EP 385 of GB 119 in combinatie met FR 422:  FR 422 openbaart niet technische leer dat met hefvoorziening het effect wordt bereikt dat de te stomen aardappelen/groenten gelijkmatiger en met minder verlies van vruchtvlees van hun schil worden ontdaan. Redelijk vermoeden van inbreuk: overgelegde computersimulatie van tussenstadium in productie Strata Invicta sluit niet uit dat het vat voldoet aan kenmerk dat het afgevlakte zijvlakken heeft in de zin van EP 385. Exhibitie m.b.t. Magma Valve inzake gestelde inbreuk op EP 379 toegewezen. Inventiviteitsaanval onvoldoende onderbouwd c.q. te laat (ter zitting) uitgewerkt. Redelijk vermoeden van inbreuk: onvoldoende onderbouwd dat Magma Valve door een actuator gesloten wordt gehouden (in plaats van door stoomdruk, zoals genoemd in het octrooi), Magma Valve voldoet aan overige kenmerken EP 379. Rechtmatig belang bij exhibitie vorm van Strata Invicta drukvat en technisch functioneren afsluiter Magma Valve. Sprake van bepaalde bescheiden: exhibitie betreft documenten die informatie bevatten over technische specificaties en werking Strata Invicta en Magma Valve. Vooralsnog geen rechtmatig belang ten aanzien van inzage in bedienings- en onderhoudshandleidingen en verkoop- en/of trainingsmaterialen: evt. bewijs kan ook uit technische tekeningen/specificaties worden verkregen. Vertrouwelijkheidsregime (artikel 1019i Rv) toegepast. Gevorderde proceskostenvergoeding van € 214.853,50 gematigd naar € 150.000: kosten zeer hoog voor exhibitie, ook als 2 octrooien beoordeeld moeten worden, kosten voor inlezen door nieuwe advocaten moeten voor rekening Tomra komen.

 

IEPT20181101, Rb Den Haag, Searle v Sandoz

Provisioneel inbreukverbod op ABC van Searle in kortgeding toegewezen: vorderingen komen geenszins zonder grond voor en aanzienlijke belangen bij handhaving status quo (zonder verhandeling generiek geneesmiddel) totdat vonnis in hoofdzaak in kort geding zal worden gewezen, om prijsbederf te voorkomen. Meegewogen dat in parallelle Engelse bodemprocedure door High Court vernietiging ABC is afgewezen en de Court of Appeal vooralsnog niet in het voordeel van Sandoz heeft beslist, terwijl Sandoz daar de inbreuk niet met andere (nietigheids)argumenten dan in onderhavige procedure heeft bestreden.

 

IEPT20181023, Hof Den Haag, MSD v Teva

Gelet op jurisprudentie HvJEU (Sanofi, IEPT20131212 en Boehringer, IEPT20150312) is hof van oordeel dat het in beginsel mogelijk is dat zowel voor monoproduct als combinatieproduct (waar monoproduct deel van uitmaakt) ABC wordt afgeven op basis van zelfde basisoctrooi, onder voorwaarde dat het combinatieproduct een volledig verschillende uitvinding (dan die belichaamd in het monoproduct) betreft. Uit Gilead-arrest HvJEU (IEPT20180725) vloeit voort dat – in elk geval – vereist is dat gemiddelde vakman, uitgaande van octrooiconclusies, beschrijving en tekeningen basisoctrooi, in combinatieproduct een afzonderlijke uitvinding onderkent. Feit dat combinatieproduct in conclusie basisoctrooi wordt beschermd of in beschrijving wordt omschreven onvoldoende: beschrijving moet combinatieproduct zo onderbouwen dat gemiddelde vakman inziet dat combinatieproduct nog andere of verdere problemen oplost of voordelen biedt naast de problemen/voordelen die het (mono)product oplost/biedt volgens de onafhankelijke conclusie van het basisoctrooi. Voorshands oordeel dat ABC voor combinatieproduct ezitimibe en simvastatine ten onrechte is verleend, nu voor ezetimibe al eerder ABC was verleend en combinatie met simvastatine niet voorwerp uitmaakt van uitvinding basisoctrooi: uit beschrijving niet af te leiden dat combinatie afzonderlijke uitvinding betreft, basisoctrooi vermeldt niet dat combinatie problemen oplost of voordelen biedt, op grond van algemene vakkennis vakman geen afzonderlijke uitvinding te ontwaren in combinatieproduct. Matiging proceskostenveroordeling in eerste aanleg van € 145.032,86 naar € 40.000 blijft in stand: octrooirechtelijke aspecten waren beperkt en niet gecompliceerd, in aanmerking genomen dat proceskosten in principaal appel begroot zijn op € 67.500, terwijl i.t.t. eerste aanleg naast pleidooi ook processtuk is ingediend.

 

IEPT20181017, Rb Den Haag, Samsung v Digital Revolution

EP 327, EP 559 en EP 701 voor tonercartridge niet inventief. Stelling dat voor relevante vakgebied enkel naar technologie rond developing cartridges (cartridges zonder photoconductive medium) moet worden gekeken en niet ook naar technologie rond process cartridges (cartridges met photoconductive medium) verworpen: betreft gelijkwaardige alternatieven die tot zelfde vakgebied behoren. (Process)cartridge Samsung voor Samsung-printers ML-1630 en ML-1631 meest relevante stand van de techniek: met factuur onderbouwd dat deze voor prioriteitsdatum op de markt was, stelling dat dit niet meest nabije stand van techniek is kan Samsung niet baten, omdat uitvinding inventief moet zijn ten opzichte van elk reëel uitgangspunt. Conclusie 1 EP 327 niet inventief: verschilmaatregelen met ML-1630/1631-cartridge hangen louter samen met keuze voor de type printer waarin de cartridge wordt gebruikt waarin het photoconductive medium is opgenomen (en niet in de cartridge zit), terwijl deze typen printers en de daarin te gebruiken cartridges alternatieven zijn. Inventiviteit volgconclusies 2-4 en 9 niet onderbouwd. Volgconclusies 5, 6 en 8 niet inventief: objectief technisch probleem is het verminderen van fouten in de communicatie tussen de geheugeneenheid en printer als gevolg van trillingen door aandrijfkrachtopname-eenheid, plaatsing geheugeneenheid zover mogelijk van aandrijfkrachtopname-eenheid ligt voor de hand. Hulpverzoeken bieden geen soelaas: inventiviteit enkel onderbouwd voor twee conclusie-elementen, bij deze conclusie-elementen sprake van toegevoegde materie. Afsplitsingen EP 559 en EP 701 ook nietig door gebrek aan inventiviteit: beschrijven inhoudelijk zelfde (type) cartridge(s), zelfde problematiek en zelfde oplossingen als EP 327. Vermelding Samsung type-nummers op huismerkcartridges niet onjuist of misleidend: enkele vermelding van de Samsung-typenummers vermeldt niet meer dan technische compatibiliteit met desbetreffende Samsung printers. Claim dat huismerkcartridges 250 afdrukken meer printen dan Samsung-cartridges en daarmee kostenbesparing van 40% opleveren onrechtmatig: onvoldoende onderbouwd. Rectificatie toegewezen. Proceskostenvergoeding DR c.s. toegewezen voor (90% IE-deel, 10% liquidatietarief) € 124.504,40: Samsung (grotendeels) in ongelijk gestelde partij, voegingsincident en zekerheidsstellingsincident niet nodeloos opgeworpen.

 

IEPT20180925, Hof Den Haag, Digital Revolution v Samsung

Jegens Samsung gevorderd executieverbod na overname printdivisie door HP afgewezen: onvoldoende aannemelijk gemaakt dat sprake is van reële dreiging van executie, of overdracht executierechten mogelijk is, kan in het midden blijven nu Samsung, S-Printing en HP zich op het standpunt stellen dat dit zo is en dat dat deze met de overdracht van de IE-rechten op S-Printing zijn overgegaan en zij daarnaar vervolgens ook hebben gehandeld.

 

IEPT20180919, RvS, Bayer  v Octrooicentrum Nederland

Uit Neurim-arrest (IEPT20120729) blijkt dat mogelijkheid om op grond van artikel 3, aanhef en onder d, Vo ABC Geneesmiddelen een ABC te verkrijgen voor een door een basisoctrooi beschermde nieuwe therapeutische toepassing van een bekende werkzame stof, waarvoor eerder een handelsvergunning is verleend, zich mede uitstrekt tot situatie dat zowel eerdere als latere handelsvergunning ziet op humaan gebruik geneesmiddel voor zover die nieuwe toepassing binnen de beschermingssfeer van een van kracht zijnd basisoctrooi valt en het eerste toegelaten geneesmiddel buiten de grenzen van de beschermingsomvang van het door de aanvrager als basisoctrooi aangewezen octrooi valt.

 

IEPT20180904, Hof Den Haag, Novozymes v DSM

Gelet op beslissing TKB tot herroeping EP 808 is grondslag vorderingen DSM verdwenen en moet vonnis Vzgr van 6 januari 2017 (IEPT20170106) worden vernietigd. Aangezien geen reconventionele vordering in eerste aanleg is ingesteld zijn alleen vorderingen tot ongedaanmaking van verrichte prestaties ontvankelijk. Vorderingen tot versturen rectificatiebrieven en terugbetaling proceskosten ontvankelijk: aan te merken als vorderingen tot ongedaanmaking verrichte prestaties. Vordering tot doen van opgave is niet-ontvankelijk: betreft geen vordering tot ongedaanmaking verrichte prestaties. Rectificatie toegewezen, ondanks dat Novozymes klanten zelf al heeft geïnformeerd over dat zij geen inbreuk maakt: brief van partij die zich als octrooihouder presenteerde biedt de klanten meer zekerheid dan brief van Novozymes. Kosten werkzaamheden na TKB-beslissing begroot volgens indicatietarieven op € 6.000: betreffen geen octrooirechtelijke geschilpunten meer. Dat aantal onderdelen kostenoverzicht zijn zwartgemaakt bemoeilijk niet verweer DSM: onderdelen geven duidelijk aan welke tijd, welke advocaat op welke datum aan bepaalde werkzaamheden heeft besteed, waarbij werkzaamheden voldoende concreet zijn beschreven als ‘Analysis/Strategy’ of ‘Fact Investigation/Development’ en enkel nadere omschrijving werkzaamheden geheel of gedeeltelijk is zwartgemaakt.

 

IEPT20180831, Rb Den Haag, Zavod Prodmash

Geen schending artikel 21 Rv door niet te vermelden dat oppositie tegen octrooi EP 363 nog mogelijk was: voorzieningenrechter zal hebben begrepen dat oppositie tegen het octrooi nog mogelijk was. Geen herziening ex parte beschikking. Conclusie 1 EP 363 nieuw ten opzichte van KR 121: als onderdeel 110 al als ‘tubular element’ in de zin van het octrooi kan worden aangemerkt, is nog geen sprake van een ‘connecting plate’ uit het octrooi. Conclusie 1 inventief ten opzichte van KR 121: gestoeld op betoog dat enige verschilmaatregel het verschil tussen onomkeerbare (plastische) en omkeerbare (elastische) drukvervorming is, terwijl ook de verbindingsplaten een verschilmaatregel vormen. Conclusie 1 nieuw ten opzichte van US 520: geen sprake van verbindingsplaat in de zin van EP 363. Inventiviteitsargumenten inzake US 520 gebaseerd op hindsight: US 520 bevat geen enkele suggestie dat deel van de glijsteunen vervangen zou kunnen worden voor minder kostbare en complexe elementen zoals verbindingsplaten. Botskussen Zavod Prodmash maakt inbreuk op EP 363: voldoet aan conclusiekenmerken dat iedere sliding support een fixing plate omvat en een onderstel, botskussen bevat verbindingsplaat volgens het octrooi.

 

IEPT20180822, Rb Den Haag, Nikon v ASML

Dat buitenlandse rechters bij uitsluiting bevoegd zijn te oordelen over buitenlandse delen EP 595 leidt niet tot onbevoegdheid Nederlandse rechter m.b.t. grensoverschrijdende vordering inzake onrechtmatige daad door (kort gezegd) het betrokken zijn bij octrooi-inbreuk buiten Nederland: Rb moet wel oordeel buitenlandse rechters afwachten. Conclusie 1 EP 595 niet inventief in licht van US 165 gecombineerd met algemene vakkennis.  US 165 is reëel uitgangspunt: zowel het octrooi als US 165 richten zich op hetzelfde technische (en specialistische) vakgebied van lithografiemachines voor (micro)chips en zien beide op temperatuurbeheersing (van de wafer/waferhouder). Objectieve technische probleem: “Hoe kan de resolutie van de lithografiemachine van US 165 worden verbeterd?” Vakman zou probleem oplossen door temperatuuraanpassings-eenheid als bedoeld in conclusie 1 op te nemen: algemene vakkennis dat immersielithografie de meest veelbelovende weg was om de resolutie te verbeteren, in de markt bestond duidelijk een voorkeur voor immersielithografie van het local fill principe en vakkennis dat de temperatuur van het local fill immersiewater zeer precies beheerst moest worden door een temperateratuurbeheersing-eenheid. Volgconclusies 2, 3, 5 t/m 8 en 16 t/m 20 niet inventief: zien op aanvullende kenmerken die in wezen zien op het voorkomen van warmteoverdracht tussen immersiewater en wafer, hetgeen tot algemene vakkennis behoort. Conclusie 21 niet inventief, ondanks dat pas ter zitting geldigheid is betwist: door Nikon niet aangegeven dat zij in verdediging is geschaad. Nederlandse deel EP 595 gedeeltelijk vernietigd: niet toegelicht waarom de overige conclusies vernietigd moeten worden.

 

IEPT20180718, Rb Den Haag, Nikon v ASML

Dat buitenlandse rechters bij uitsluiting bevoegd zijn te oordelen over buitenlandse delen EP 003 leidt niet tot onbevoegdheid Nederlandse rechter m.b.t. grensoverschrijdende vordering inzake onrechtmatige daad door (kort gezegd) het betrokken zijn bij octrooi-inbreuk buiten Nederland: Rb moet wel oordeel buitenlandse rechters afwachten. Conclusies 1 en 5 EP 003 niet nieuw: alle deelkenmerken bevinden zich in octrooiaanvrage EPA2 188, gesteld impliciet kenmerk dat de sensor, de wafer en de wafertafel zich op hoofdzakelijk dezelfde hoogte bevinden (dat expliciet in conclusie 5 is opgenomen) gelet op algemene vakkennis te lezen in  EPA2 188, omdat andere lezing EPA2 188 niet logisch is, Conclusie 5 voegt niets toe aan conclusie 1. Conclusies 6 en 10 geopenbaard in EPA2 188. Handhavingsverbod Nikon afgewezen: niet in strijd met redelijkheid en billijkheid, o.a. omdat geen sprake is van standard essential patents (SEP’s), geen misbruik van bevoegdheid door onevenredigheid belangen, belangenafweging inzake Europeesrechtelijke proportionaliteitstoets in voordeel van Nikon. Beroep op dwanglicentie (artikel 57 ROW) faalt: daargelaten of rechtbank dwanglicentie kan verlenen voordat Minister hierop heeft beslist is onvoldoende gesteld dat weigering van licentie concurrentiebeperkend is. Geen rechtsverwerking: onvoldoende onderbouwd dat Nikon na aflopen CLA gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat zij octrooi niet geldend zou maken. Dat aan handhavingsverbod voorwaarde is toegevoegd dat ASML vergoeding aan Nikon betaalt maakt dit niet anders: het staat niet vast dat voorgestelde vergoeding voor Nikon aanvaardbaar is. Geen misbruik machtspositie: geen gedegen marktafbakening en analyse overgelegd.

 

IEPT20180621, HvJEU, Pfizer v Orifarm

Houder van een ABC dat in een andere lidstaat dan de nieuwe lidstaten is afgegeven kan zich met specifieke mechanismen verzetten tegen parallelinvoer van een medicijn uit deze nieuwe lidstaten indien de rechtsstelsels van deze laatste staten op de datum van de aanvraag van het basisoctrooi geen vergelijkbare bescherming boden, zodat de houder geen mogelijkheid had om in de staten van uitvoer een vergelijkbaar octrooi en een ABC te verkrijgen. Specifieke mechanismen van toepassing op de verlenging uit artikel 36 (1), van verordening betreffende geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik (1901/2006).

 

IEPT20180611, Rb Den Haag, MSD v Teva

Strikt genomen voldoet combinatie-ABC van MSD aan eisen ABC-Vo. Vzgr stemt voorlopig oordeel af op eindbeslissing bodemrechter in IEPT20180410 en oordeelt voorshands dat verlening van de ABC in strijd is met de ratio van de ABC-Vo. Dat in onderhavige zaak biosynthese remmer wordt geclaimd die wél in octrooi wordt genoemd leidt niet tot ander oordeel: voor beslissing bodemprocedure dragend dat biosynthese remmers uit EP 599 geen “innovative active ingredient” vormen en als zodanig ook niet het voorwerp (subject matter) van het octrooi zijn. Gevorderde proceskosten gematigd van € 145.032,86 naar € 40.000: € 16.000 afgetrokken voor grijsmakingsverzoek nu niet voor de hand lag dat MSD ex parte zou verzoeken, voor overige aansluiting gezocht bij complex IE-kort geding, nu in onderhavige zaak geen technische verweren zijn gevoerd en geen niet-inbreukargumenten zijn ontwikkeld.  

 

IEPT20180608, HR, Resolution v Shionogi

Uitleg octrooiconclusies. Achter conclusies liggende uitvindingsgedachte (afstandsleer) uit Van Bentum v Kool (IEPT20020329) niet langer het uitgangspunt, maar een gezichtspunt, waardoor hieraan geen zelfstandige betekenis meer toekomt in de zin van een bij de uitleg uit te voeren afzonderlijke toets. Bij vraag of in conclusie opgenomen formulering moet worden opgevat als beperking beschermingsomvang kan betekenis worden toegekend aan antwoord dat de gemiddelde vakman zal geven op de vraag naar het bestaan van een goede grond voor die beperking. Hof heeft octrooiconclusies op door Hoge Raad voorgeschreven wijze uitgelegd en de na weging van de gezichtspunten gegeven uitleg is niet onbegrijpelijk.

 

IEPT20180606, Rb Den Haag, Nikon v ASML

Dat buitenlandse rechters bij uitsluiting bevoegd zijn te oordelen over buitenlandse delen EP 480 leidt niet tot onbevoegdheid Nederlandse rechter m.b.t. grensoverschrijdende vordering inzake onrechtmatige daad door (kort gezegd) het betrokken zijn bij octrooi-inbreuk buiten Nederland: Rb moet wel oordeel buitenlandse rechters afwachten. EP 480 niet inventief in licht van EP 470 gecombineerd met EP 541. Maatregel 1.b (afbuigelement) geen verschilmaatregel: als al sprake is van een aperture stop, zou vakman uit octrooi begrijpen dat zowel aperture stop als DOE in terminologie van octrooi als afbuigelement kan fungeren. Technisch effect verschilkenmerk 1.c: tegelijkertijd afbeelden van verschillende patronen met hoge resolutie. Oplossing technisch probleem te vinden in EP 541, waarin te lezen is dat  twee verschillende verlichtingen in één exposure kunnen worden gecombineerd. Indien lichtverdeling in centrale gebied rond de as als duidelijker ringvorm wordt opgevat is EP 480 niet inventief in licht van EP 067 gecombineerd met algemene vakkennis of JP 120: verschilkenmerk 1.e (gebruik van polarisatie-instelelement) dat zorgt voor verbeterd contrast  behoorde tot algemene vakkennis vakman. Zaak wordt aangehouden voor zover het gevorderde in de hoofdzaak verband houdt met inbreuk op andere nationale delen.

 

IEPT20180605, Hof Den Haag, High Point v KPN

Betoog over geldigheid octrooi in ruime vorm en hulpverzoeken achterhaald: bestaat niet meer door centrale beperking en wordt krachtens artikel 68 EOV geacht nooit te hebben bestaan, octrooi verder beperkt dan de hulpverzoeken. Betoog over octrooi in beperkte vorm strijdig met goede procesorde: centraal beperkte conclusies nagenoeg identiek aan door hof bij tussenarrest (IEPT20151103) geweigerde conclusies, beslissing door verwerping cassatieklachten onherroepelijk geworden en zou worden omzeild door het toestaan van debat over geldigheid, met beroep op beperkte conclusies wordt nieuw debat over geldigheid octrooi geopend, waarvoor in beginsel geen plaats is, beroep op octrooi in beperkte vorm had veel eerder kunnen worden gedaan. Bezwaren High Point tegen proceskosten eerste aanleg KPN gepasseerd wegens strijd met twee-conclusie-regel. Indicatietarieven in IE-zaken (normale bodemzaak) naar analogie toegepast op proceskosten na cassatie en incidenteel beroep, waarin uitsluitend processuele vragen aan de orde waren: € 20.000 voor proceskosten na cassatie en € 20.000 voor proceskosten incidenteel beroep.

 

IEPT20180530, Rb Den Haag, Plantlab v Wilk

Conclusie 1 NL 091 nieuw: bladverwarmingsmiddelen volgens octrooi zijn afzonderlijke lampen die rechtstreeks contact hebben met blad, terwijl stand van techniek niet dergelijke middelen openbaart. Werkwijzeconclusie 8 niet nieuw: alle kenmerken terug te vinden in D1. Werkwijzeconclusie 9 e.v. nieuw: betreffen gebruik bladverwarmingsmiddelen. Conclusie 1 niet inventief: verschilkenmerk met D1 is bladverwarmingsmiddelen, vakman zou op grond van D1, waarin beheersing worteltemperatuur wordt omschreven, zich richten op bladtemperatuur voor verdere kwaliteitsverbeteringen en bij bladverwarmingsmiddelen uitkomen, dat mogelijk is via middelen uit stand van techniek. Systeemconclusies 3 t/m 7 niet inventief: voegen uit stand van techniek bekende LED-verlichting toe hetgeen voor vakman die efficiencyverbeteringen zoekt voor de hand lag. Ten overvloede: ook indien octrooi geldig is geen directe of indirecte inbreuk.

 

IEPT20180529, Hof Den Haag, Astrazeneca v Sandoz

Afstemmingsregel geldt ook bij voorlopige voorziening in hoger beroep ex artikel 223 Rv. Voorlopig inbreukverbod afgewezen: geen misslag in vonnis waarvan beroep van 11 april 2018 (IEPT20180411).

 

IEPT20180508, Hof Den Haag, Fresenius v Lilly

Uitvindingsgedachte EP 508, dat twee medische indicaties in zogenoemde EPC 2000 respectievelijk Swiss Type vorm claimt: gebruik vitamine B12 in combinatie met antifolaat pemetrexed vermindert ernstige toxische bijwerkingen pemetrexed anionen, terwijl remming tumorgroei behouden blijft. Vakman zal inzien dat uitvinding betrekking heeft op actieve vorm van pemetrexed na toediening ervan en niet op specifieke daarin geopenbaarde dinatrium zoutvorm. Vakman zal inzien dat conclusies EP 508 beperkter zijn geformuleerd dan waartoe uitvindingsgedachte aanleiding geeft: alleen de pemetrexed dinatrium zoutvorm geclaimd. Hof onderzoekt of pemetrexed dizuur met tromethamine equivalent is aan pemetrexed dinatrium zoutvorm. Geen op technische reden gebaseerde bewuste keuze voor specifiek alleen pemetrexed dinatrium: niet af te leiden uit beschrijving, waaruit vakman afleidt dat octrooihouder niet alleen pemetrexed dinatrium, maar iedere farmaceutisch aanvaardbare vorm van pemetrexed voor ogen had. Tijdens verleningsprocedure gedane beperking van conclusies wegens toegevoegde materie staat beroep op equivalentie niet in de weg: vakman zal inzien dat beperking conclusies slechts is ingegeven door strikte artikel 123(2) EOV toets en niet door een technische reden. Pemetrexed dizuur met tromethamine technisch equivalent aan pemetrexed dinatrium: stoffen hebben zelfde functie met zelfde resultaat en voordeel van tegengaan van toxiciteit van pemetrexed anion wordt op zelfde wijze bereikt. Uitleg conclusies EP 508 door hof in overeenstemming met artikel 69 EOV en artikel 1 Protocol: zorgt voor billijke bescherming octrooihouder en leidt niet tot strijd met redelijke rechtszekerheid voor derden.

 

IEPT20180425, Rb Den Haag, HP v Benson

EP 360 voor “Inktjet printhead” geldig. geen toegevoegde materie door in conclusie 1 op te nemen dat printerkop is voorzien van meerdere groepen druppelgeneratoren, maar niet verbindingen tussen deze (sub)groepen mee te claimen: vakman begrijpt dat afzonderlijke druppelgeneratoren signalen moeten kunnen ontvangen en daarvoor is per definitie een verbinding nodig, waardoor dit impliciet is voor conclusie 1. Onvoldoende onderbouwd dat weglaten van deze details (voor zover deze niet impliciet zouden zijn) toegevoegde materie oplevert. Deelkenmerk dat het paar vrijgeefcontacten de enige vrijgeefcontacten zijn geen toegevoegde materie: geen nieuwe informatie, aangezien het gaat om duidelijk als zodanig in aanvrage omschreven voorkeursuitvoeringsvorm. EP 360 nieuw ten opzichte van WO 523: WO 523 openbaart niet de “kruislingse”  aansturing van de druppelgeneratoren uit deelkenmerken 7, 8, 11 en 12. EP 360 inventief t.o.v. US 342: vanuit US 342 op te lossen probleem is het verbeteren van aansturing druppelgeneratoren en er zijn geen aanwijzingen in de stand van techniek om het probleem op te lossen op in octrooi neergelegde wijze. Benson cartridges HP 21 XL Black, HP 22 XL Color, HP 27 Black en HP 57 Color voldoen aan kenmerken conclusie 1 EP 360: HP heeft onbestreden gesteld dat deelkenmerk 3 mogelijkheid open laat dat ook andere componenten zoals losse druppelgeneratoren op de chip aanwezig zijn, onder deze onbestreden uitleg voldoen geanalyseerde cartridges aan alle conclusiekenmerken. Alle door HP genoemde cartridges vallen onder beschermingsomvang conclusie 1 EP 360: inbreuk op niet door HP geanalyseerde cartridges niet als zodanig betwist, als geanalyseerde buitenlandse cartridges al dan niet op printhoofden afkomstig van dezelfde fabrikant als Benson cartridges zien, vormen onderzoeken in elk geval bewijs dat cartridges geschikt zijn voor daarbij horende printer.

 

IEPT20180416, Rb Den Haag, BPW v Octrooicentrum Nederland

Geen herstel van werking octrooi 2355988 in Nederland waarvan termijn voor indienen vertaling van na oppositie gewijzigde conclusies in Nederland onbenut is gebleven: eiseres wist reeds op 27 juni 2016 dat termijn niet was gehaald, zodat hersteltermijn van 2 maanden ex artikel 23(3) ROW 1995 op 26 september 2016 is verstreken.

 

IEPT20180411, Rb Den Haag, Acteon v Dürr Dental

Nederlandse deel EP 371 vernietigd: Dürr Dental heeft in CvA heeft aangegeven Nederlandse deel EP 371 niet te willen verdedigen. Dürr Dental als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten nu betoog dat deze nodeloos zijn veroorzaakt wordt verworpen: Acteon hoefde er niet vanuit te gaan dat van een aan de dagvaarding voorafgaande sommatie enig nut kon worden verwacht, omstandigheid dat Acteon na uitbrengen dagvaarding niet wilde meewerken aan intrekking octrooi maakt dit niet anders nu Dürr Dental niet bereid was gemaakte kosten te vergoeden. Tot en met dagvaarding gemaakte kosten (ruim € 60.000) vallen onder bereik artikel 1019h Rv: 1019h Rv alleen van toepassing op nietigheidsprocedure als sprake is van vooruitgeschoven niet-inbreukverweer, hiervan is sprake nu voldoende concrete dreiging was van handhaving in Nederland.  Voor kosten die na dagvaarding zijn gemaakt geldt liquidatietarief: verdere debat slechts op proceskosten, daarmee gemoeide kosten vallen blijkens HR Wieland v GIA (IEPT20160603) buiten bereik 1019h Rv. 

 

IEPT20180411, Rb Den Haag, Sandoz v Astrazeneca

EP 138 nietig wegens gebrek aan inventiviteit. Howell meest nabije stand van de techniek: openbaart resultaten klinische studies waarbij fulvestrant wordt toegepast voor behandeling borstkanker. Vakman die oplossing voor objectief technisch probleem zoekt zal op McLeskey stuiten: bevindt zich op zelfde vakgebied – onderzoek naar behandeling borstkanker – en was openbaar. Conclusie 30 in combinatie met conclusies 1 en 29 nietig: vakman zal op basis van McLeskey zonder creatieve denkarbeid komen tot de in conclusie 30 geclaimde uitvinding. EP 138 volledig vernietigd: niet gesteld of gebleken dat overige meer algemene conclusies stand kunnen houden. NL deel EP 573 dat specifieke formulering van conclusie 30 bevat vernietigd: openbaart geen andere deelkenmerken die conclusie 1 of volgconclusies inventief maken. Voor recht verklaar dat NL 075 sinds 11 februari 2015 niet meer de in artikel 53, 53a, 71 en 73 ROW bedoelde rechtsgevolgen heeft.

 

IEPT20180410, Rb Den Haag, Octrooicentrum Nederland

Octrooicentrum NL heeft terecht geoordeeld dat artikel 3 ABC Geneesmiddelen Vo in de weg staat dat eiseres naast een ABC voor het monoproduct ezetimibe, een ABC voor het combinatieproduct ezetimibe en rosuvastatine  verkrijgt: gelet op HvJEU arresten Actavis v Sanofi (IEPT20131212) en Actavis v Boeringer (IEPT20150312) geen bescherming voor situatie als in casu, waarin combinatieproduct enerzijds bestaat uit (1) als zodanig door basisoctrooi beschermde stof en (2) stof die niet als zodanig wordt beschermd door basisoctrooi, eiseres heeft zich binnen de geldigheidsperiode van eerste ABC ook kunnen verzetten tegen gebruik van geneesmiddelen bestaande uit combinatie ezetimibe met een biosyntheseremmer (waaronder rosuvastatine) voor dezelfde therapeutische toepassing. Vraag of combinatie ezetimibe en rosuvastine inventief is en of hiervoor afzonderlijk octrooi kan worden verkregen (par. 42 Actavis v Sanofi) hoeft niet te worden beantwoord: enkel aan de orde of op grond van zelfde basisoctrooi meerdere ABC’s kunnen worden verkregen, hetgeen niet het geval is.

 

IEPT20180404, Rb Den Haag, Vita v Ivoclar

Octrooihouder is "in ongelijk gestelde partij" in nietigheidsprocedure, waarin zij afstand heeft gedaan van Nederlandse deel van octrooi vóór eerste rolzitting: met afstand in feite erkend dat Vita gelijk aan haar zijde heeft, Vita had op moment van dagvaarden belang bij nietigheidsvordering en daarmee gepaarde werkzaamheden waren al verricht, op dag voordat Vita zaak moest aanbrengen was afstand Ivoclar van octrooi haar nog niet bekend. Artikel 1019h Rv toepasselijk door vooruitgeschoven niet-inbreukverweer: Ivoclar heeft aangegeven rechten in “any country that we deem appropriate” te handhaven. Kosten m.b.t. geschilpunt over de proceskosten begroot volgens liquidatietarief.

 

IEPT20180328, Rb Den Haag, Icos v Teva, Sandoz en Mylan

Vorderingen in hoofdzaken afgewezen vanwege vernietiging octrooi EP 181 in eindvonnis in parallelle zaak tussen Teva en Icos (IEPT20180314). Icos veroordeeld in 1019h Rv proceskosten volgens tussen partijen gemaakte afspraken (€75.000 in procedure tegen Teva en Sandoz, € 100.000 in procedure tegen Mylan).

 

IEPT20180327, Hof Den Haag, Coloplast v Medical4You

Octrooi EP 729 voor ‘a ready-to-use urinary catheter assembly’ niet inventief t.o.v. de LoFric katheter of Rødsten-publicatie: nat verpakken in niet-gasdoorlatende verpakking lag naar oordeel hof op relevante prioriteitsdatum voor de hand en vakman zou zich vervolgens realiseren dat voor nat houden kathetersamenstel verdere maatregelen nodig zijn en uitkomen op gebruik van niet-gasdoorlatend materiaal. Geen sprake van ‘partial problems’ benadering. Hof wijkt af van oordeel TKB over geldigheid EP 729: in die procedure beroepen partijen zich op andere prior art.

 

IEPT20180314, Rb Den Haag, Teva v Icos

Octrooi EP 181 voor behandeling erectiestoornissen niet inventief: vakman zou op grond van Daugan-publicatie voor potentieel krachtiger oraal in te nemen PDE5-remmer voldoende incentive hebben om naast viagra een tweede ‘second in class’ geneesmiddel te ontwikkelen en met verklaring deskundige heeft Teva aannemelijk gemaakt dat vakman tot dosering van 5mg zou komen. Hoewel Rb geen gebruik heeft gemaakt van problem-solution-approach, zou toepassing daarvan denkelijk niet tot andere uitkomst leiden.

 

IEPT20180227, Hof Den Haag, Medac v Accord

Verschilmaatregel conclusie 1 EP 332 t.o.v. Jansen publicaties: verhoging concentratie MTX van 25mg/ml naar 50mg/ml, dat leidt tot technische effect van pijnvermindering en daardoor verbetering therapietrouw. EP 332 niet inventief: uit stand van techniek / algemene vakkennis vakman blijkt dat nadeel van pijnbeleving aan bekende subcutane MTX injecties was verbonden, vakman zou in Jørgensen aanwijzing vinden dat de bij subcutane injecties ervaren pijn samenhangt met het te injecteren volume en dat 0,5 ml voor de hand liggend (maximaal) ‘streefvolume’ is, omdat daarboven pijn significant toeneemt, algemene vakkennis dat volumevermindering kan worden bereikt door verhoging concentratie werkzame stof, streefvolume van 0,5 ml leidt tot bij gebruikelijke dosering van 25 mg/ml tot concentratie van 50 mg/ml. Onvoldoende onderbouwd dat vakman geen redelijke verwachting van succes zou hebben door zorgen over biobeschikbaarheid en/of toxiciteit van hogere concentratie MTX.

 

IEPT20180221, Rb Den Haag, Celltrion v Biogen

Octrooi EP 313 voor behandeling chronic lymphocytic leukemia niet inventief: inventiviteit conclusie 1 en 3 volgens hulpverzoek beoordeeld aan de hand van publicatie McLaughlin, omdat in octrooi genoemd CLL als aan in McLaughlin genoemde  SLL gerelateerde ziekte kan worden gezien, McLaughlin vormt voor gemiddelde vakman voldoende incentive voor onderzoeken gebruik van rituximab voor behandeling van CLL patiënten in hogere doseringen dan wekelijks 375 mg/m2 (zoals in McLaughlin genoemd), gelet op Maloney ligt dosering van 500mg/m2 (zoals genoemd in het octrooi) voor de hand. Jensen publicatie vormt geen pointer away: Jensen zou vakman enkel alert hebben gemaakt op optreden TLS.

 

IEPT20180221, Rb Den Haag, HE Licenties v VG Colours

Hanson (waarvan HE Licenties onderdeel is) heeft na pleidooi gedeeltelijk afstand gedaan van NL 904 door hoofdconclusies 1 en 11 te beperken tot planten die behoren tot orchideeënfamilie. Beperkte versie NL 904 geldt als grondslag VRO-procedure: akte van afstand in octrooiregister ingeschreven, afstand van octrooi is van openbare orde en voor beslissing van belang, waardoor HE Licenties verplicht was ontwikkeling volledig en naar waarheid aan te voeren (artikel 21 Rv), onwenselijke situatie om uitspraak te doen op basis van achterhaalde versie octrooi. Voor zover VG Colours in verdediging wordt geschaad door beoordeling beperkte versie NL 904 wordt zij in gelegenheid gesteld verweer meer specifiek te richten op conclusies zoals beperkt. Geen inbreuk op werkwijzeconclusies 1-3, 5, 6 en 10:  bij werkwijze VG Colours wordt kleurstof ingebracht in conisch gat, dat na inbrengen kleurstof met wax wordt afgesloten, conische gat voldoet niet aan kenmerk 1.4 van NL 904. Orchideeën VG Colours voldoen aan alle deelkenmerken conclusie 11. NL 904 nieuw ten opzichte van door VG Colours aangedragen publicaties. VG Colours mag nadere argumenten inzake nietigheid conclusie 1 NL 904 zoals beperkt aanvoeren. Geen onrechtmatig wapperen: bevat geen onjuistheden, betreft geen sommaties en geen duidelijke kansloze aanspraak op octrooi. EP 278 nieuw ten opzichte van Arborjet-publicatie: openbaart niet de kenmerken van een final hole volgens het octrooi. EP 278 inventief ten opzichte van NL 581: bevat geen enkele aanwijzing voor hoe verbeterde en/of verhoogde opname van substantie in plant kan worden verkregen.

 

IEPT20180105, Rb Den Haag, Digital Revolution v Samsung

Vordering om Samsung te bevelen tenuitvoerlegging van aan gesteld overgedragen octrooien en modellen verbonden executierechten te staken, afgewezen: geen reden te twijfelen dat overdracht heeft plaatsgevonden, voldoende aannemelijk dat partijen hebben bedoeld ook de executierechten ten aanzien van de octrooien en modellen over te dragen, uit niets blijkt dat Samsung tot executie zal overgaan. Standpunt dat executiebevoegdheid niet voor overgang vatbaar is verworpen: in vonnis vervatte rechten beschouwd als vorderingsrechten ex art. 3:83 lid 1 BW.