2019 Octrooi

Print this page

 

IEPT20191224, Hof Den Haag, Philips v Wiko EP - 525

Conclusies 10, 11 en 14 EP 525 nieuw ten opzichte van algemene vakkennis en Shad en inventief ten opzichte van combinatie daarvan: in zowel Shad als algemene vakkennis ontbreekt inzicht dat vermogensniveaus bevestigingssignalen afhankelijk van hun type afzonderlijk van elkaar kunnen worden gevarieerd om daarmee de foutkansen van desbetreffende signalen te beïnvloeden. Conclusie 10 EP 525 inventief ten opzichte van ED-VO standaard: in ED-VO standaard werden ACK- en NACK-signalen met gelijk vermogen verstuurd, aanpassen vermogens ACK- en NACK-signalen om verbeterde systeemefficiëntie te realiseren lag niet voor de hand, in licht van betwisting Philips niet onderbouwd dat vakman een en ander zonder inventieve arbeid zou kunnen implementeren. Kennisneming van Shad of Shad Derryberry brengt daar geen verandering in: daargelaten dat niet in te zien is dat en waarom vakman Shad zou vinden en raadplegen leert vakman daaruit niet dat vermogensniveaus ACK- en NACK-signalen afzonderlijk van elkaar kunnen worden vastgesteld, in Shad Derryberry net zo min als in Shad sprake van het selecteren van het vermogensniveau van de bevestigingssignalen afhankelijk van het type signaal, vakman zal uit Shad Derryberry niet afleiden dat verschillende vermogens ACK- en NACK-signalen worden toegepast om foutkansen van de desbetreffende signalen te beïnvloeden. Conclusie 10 EP 525 inventief ten opzichte van combinatie TR 25.855 met algemene vakkennis, Shad of Shad Derryberry: combinatie van TR 25.855 met algemene vakkennis openbaart niet afzonderlijke instelling van de vermogens van ACK en NACK-signalen teneinde daarmee de foutkansen van de verschillende signalen ten opzichte van elkaar te beïnvloeden, combinatie van TR 25.855 met Shad of Shad Derryberry openbaart ook niet dat vermogensniveau van ACK- en NACK-signalen afzonderlijk instelbaar is. Conclusies 10, 11 en 14 EP 525 nieuw ten opzichte van Motorola 744: openbaart niet dat vermogen ACK- en NACK-signalen afzonderlijk kunnen worden ingesteld. Conclusies 10, 11 en 14 EP 525 nieuw ten opzichte van Motorola 021: openbaart o.a. niet dat vermogen ACK- en NACK-signalen afzonderlijk kunnen worden ingesteld en helemaal niet met doel om foutkansen te beïnvloeden. Conclusies 10, 11 en 14 EP 525 nieuw ten opzichte van WO 252. Conclusie 10 EP 525 nieuw ten opzichte van US 174: o.a. deelkenmerk uit conclusie 10 dat keuze wordt gemaakt uit set van ten minste twee beschikbare signaaltypes niet geopenbaard. Conclusie 10 EP 525 inventief ten opzichte van US 174: bij gebreke van tweede type bevestigingssignaal wordt niet geleerd en ligt het ook niet voor de hand om voor verschillende signaaltypen verschillende afzonderlijk instelbare vermogensniveaus toe te passen, geen aanleiding of aanwijzing om de ontbrekende maatregelen uit conclusie 10 toe te passen op US 174. Conclusie 10, 11 en 14 EP 525 nieuw ten opzichte van WO 477: in WO 477 geen sprake van overseinen van indicatie door basisstation voor elk signaaltype afzonderlijk. Geen toegevoegde materie: toegevoegde deelkenmerk komt voor de gemiddelde vakman voldoende kenbaar uit oorspronkelijke aanvrage. Wiko maakt inbreuk op EP 525: conclusies 10, 11 en 14 EP 525 geïncorporeerd in HSDPA-protocol dat door Wiko wordt toegepast. Beroep op litispendentieregel (artikel 29 en 30 herschikte EEX-Vo) door Wiko om behandeling Frand-verweer aan te houden tot in Duitse procedure daarover is beslist afgewezen: in Duitse procedure sprake van andere octrooien dan in Nederlandse procedure, dus geen sprake van vereiste samenhang. Geen misbruik van recht door Philips, Frand-verweer (beroep op Huawei / ZTE-arrest (IEPT20150716) faalt: Wiko heeft niet bestreden dat zij zich voorafgaand aan instellen onderhavige procedure geen willing licensee heeft getoond. Geen misbruik van machtspositie door Philips: onvoldoende onderbouwd dat licentievoorstel Philips niet aan Frand-voorwaarden voldoet, onvoldoende onderbouwd dat aanbod Philips discriminatoir is, tegenvoorstel Wiko voldoet niet aan Frand-voorwaarden.

 

IEPT20191224, Hof Den Haag, Philips v Asus - EP 525

Conclusies 10, 11 en 14 van EP 525 nieuw ten opzichte van EV-DO standaard en UMTS-standaard, handboeken en Shad/ Shad Derryberry-publicatie, Motorola I voorstel, WO 477, WO 844 en de Nokia bijdrage. Conclusie 10 inventief t.o.v. algemene vakkennis: geen aanwijzing in handboeken dat voor vaststellen foutkansen verschillende signaaltypen energiewaarden E1 en E0 zouden kunnen worden gebruikt door deze onafhankelijk van elkaar in te stellen. Conclusie 10 inventief t.o.v. EV-DO standaard in combinatie met algemene vakkennis en/of Shad of Shad Derryberry: bevatten geen aanwijzing op grond waarvan vakman vermogensniveaus van ACK- en NACK-signalen onafhankelijk van elkaar naar gelang de omstandigheden zou variëren. Conclusie 10 inventief t.o.v. TR 25.855 in combinatie met algemene vakkennis, Shad of Shad Derryberry: openbaren niet dat vermogensniveau van ACK- en NACK-signaal afzonderlijk instelbaar is om foutkansen van verschillende signalen ten opzichte van elkaar te beïnvloeden en nergens geopenbaard dat indicatie door basisstation wordt verzonden afhankelijk van type signaal. Conclusie 10 inventief t.o.v. algemene vakkennis in combinatie met WO 884 / WO 252: WO 884 bevat drietal verschilmaatregelen met conclusie 10, waarvan twee ook niet in handboeken voorkomen, waardoor vakman niet met algemene vakkennis tot probleemoplossing kan komen. Geen toegevoegde materie: toegevoegde deelkenmerk komt voor de gemiddelde vakman voldoende kenbaar uit oorspronkelijke aanvrage. Asus maakt inbreuk op EP 525: conclusies 10, 11 en 14 EP 525 geïncorporeerd in HSDPA-protocol dat door Asus wordt toegepast. Beroep op Huawei / ZTE arrest (IEPT20150716) faalt: hof verwijst naar uitspraak in de EP 511 zaak (IEPT20190507) en oordeelt dat Asus geen “willing licensee” is.

 

IEPT20191224, Hof Den Haag, Philips v Asus - EP 659

Conclusie 1 Hulpverzoek II EP 659 niet inventief. Verschilmaatregel i) niet inventief: heeft geen enkel efficiency-verbeterend effect, waardoor inventiviteit daar niet in kan zijn gelegen. Verschilmaatregel ii) niet inventief: vakman zou voor oplossen probleem van verhogen efficiency van fractioneel neergaand kanaal volgens Nortel 2 via Nortel 1 op gedachte zijn gekomen om geen pilootbits op te nemen. Verschilmaatregel iii) niet inventief: vakman zou in Nortel 1 een incentive vinden om 2 bits-optie voor SIR-meting in beschouwing te nemen en via “enkele eenvoudige simulaties” vinden dat 2 bits meting in neergaand fractioneel kanaal zonder gebruikersdata geen probleem oplevert. Ook volgconclusies 2-7 Hulpverzoek II niet inventief: niet gesteld dat deze iets inventiefs toevoegen aan conclusie 1. Hulpverzoeken III t/m VII niet inventief: inventiviteit niet onderbouwd. Exhibitievordering Asus terecht afgewezen.

 

IEPT20191224, Hof Den Haag, Philips v Wiko - EP 659

Conclusie 1 Hulpverzoek II EP 659 niet inventief. Verschilmaatregel i) niet inventief: heeft geen enkel efficiency-verbeterend effect, waardoor inventiviteit daar niet in kan zijn gelegen. Verschilmaatregel ii) niet inventief: vakman zou voor oplossen probleem van verhogen efficiency van fractioneel neergaand kanaal volgens Nortel 2 via Nortel 1 op gedachte zijn gekomen om geen pilootbits op te nemen. Verschilmaatregel iii) niet inventief: vakman zou in Nortel 1 een incentive vinden om 2 bits-optie voor SIR-meting in beschouwing te nemen en via “routineklusje” vinden dat 2 bits meting in neergaand fractioneel kanaal zonder gebruikersdata geen probleem oplevert. Ook volgconclusies 2-7 Hulpverzoek II niet inventief: niet gesteld dat deze iets inventiefs toevoegen aan conclusie 1.  Hulpverzoeken III t/m VII niet inventief: inventiviteit niet onderbouwd.

 

IEPT20191210, Rb Den Haag, Fractus v Xiaomi

Vzgr grensoverschrijdend bevoegd ten aanzien van vorderingen jegens in Nederland gevestigde gedaagden op grond van artikel 4 Brussel I bis-Vo en artikel 80(2) onder a ROW. Vzgr jegens Chinese gedaagden bevoegd op grond van artikel 6 aanhef en onder sub e Rv m.b.t. vorderingen die zien op Nederland. Vzgr op grond van artikel 7(1) Rv bevoegd jegens Chinese gedaagden en Xiaomi Technology, Stern Telecom en Volks en Ingram Europe ten aanzien van gestelde inbreuken in Duitsland, Spanje en Frankrijk: nauwe band feitelijk en rechtens doordat deze gedaagden één leverantieketen vormen voor de Xiaomi-telefoons. Fractus heeft spoedeisend belang  bij vorderingen: dagvaarding binnen zes maanden nadat met launch event duidelijk was geworden dat Xiaomi groep en distributeurs dreigden inbreuk te gaan maken op octrooi in Nederland. In geschil of Xiaomi-telefoons voldoen aan kenmerk 1.6 (“closed loop”), welke vraag samenhangt met uitleg kenmerk 1.2. Kenmerk 1.2 “de vorm van de stralingsarm” moet worden uitgelegd als de driedimensionale vorm van de stralingsarm en niet de omtrek van een oppervlak van de stralingsarm. Xiaomi-telefoons voldoen niet aan kenmerk 1.6  “closed loop”.

 

IEPT20191122, HR, Colopast v Medical4You

Cassatieberoep verworpen (artikel 81(1) RO)

 

IEPT20191115, Rb Den Haag, Tomra v Kiremko
Niet te verwaarlozen kans dat EP 385 in bodemprocedure nietig zal worden verklaard. Voor toewijzing van een (octrooi-)inbreukverbod in kort geding is - naast spoedeisendheid - vereist dat voorshands aannemelijk is dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat inbreuk wordt gemaakt op een geldig octrooirecht. De vereiste mate van aannemelijkheid van de inbreuk is hoger dan die geldt bij een vordering tot exhibitie. De voorzieningenrechter is in de huidige stand van het debat van oordeel dat voorshands onvoldoende aannemelijk is dat Kiremko inbreuk maakt op EP 385, omdat er naar voorlopig oordeel een serieuze, niet te verwaarlozen kans bestaat dat het octrooi in een bodemprocedure (voor het betreffende nationale deel) nietig zal worden verklaard. Conclusie 1 van EP 385 is niet nieuw ten opzichte van GB 119. Tomra betoogt dat de vakman zal menen dat dit liftend effect maar beperkt is, omdat de aardappelen in het vat tijdens het stomen glibberig zijn en om het deksel heen zullen glijden. Conclusie 1 van EP 385 stelt echter geen nadere eisen aan de hoogte waar de producten naartoe worden gevoerd. Ook een uitstulping die slechts in beperkte mate zorgt voor het liften van de producten is derhalve nieuwheidsschadelijk. GB 119 openbaart impliciet maar duidelijk en ondubbelzinnig een liftvoorziening in de zin van kenmerk 1.3. Gelet op het feit dat de vorm van het deksel niet alleen in de figuren is geopenbaard, maar mede is beschreven in de beschrijving van GB 119, was de maatstaf die deze rechter aanlegde in het exhibitievonnis, onder verwijzing naar de Case law van het Europees Octrooibureau (EOB) over openbaarmakingen alleen in tekeningen, bij nader inzien te streng. De situatie dat het kenmerk uitsluitend in een tekening in GB 119 is geopenbaard, is in deze zaak niet aan de orde.
Conclusie 6 niet inventief. Afhankelijke conclusie 6 voegt ten opzichte van conclusie 1 tot en met 5 het kenmerk toe dat het drukvat “in wezen symmetrisch is, ten minste om een as (9)” en “roteerbaar is om de genoemde, hoofdzakelijke symmetrieas (7)” (vergelijk onder 2.4 en 2.5). Dit kenmerk wordt niet geopenbaard in GB 119. Met Kiremko acht de voorzieningenrechter het echter volstrekt voor de hand liggend om een roteerbaar vat rotatie-symmetrisch uit te voeren en om de rotatie-as en symmetrie-as samen te laten vallen. Daarvoor behoeft geen inventieve stap te worden gezet, zodat deze conclusie voor zover zij alleen afhankelijk is van conclusies 1 en 2, naar voorlopig oordeel inventiviteit ontbeert. 

 

IEPT20191030, Rb Den Haag, Gilead v Octrooicentrum Nederland

Terecht geen ABC verleend voor Truvada: niet voldaan aan tweede eis Gilead-arrest dat stof emtricitabine (onderdeel van Truvada-product) in het licht van alle door het octrooi bekend gemaakte gegevens specifiek kan worden geïdentificeerd

 

IEPT20190925, Rb Den Haag, ASSIA v KPN en Nokia

ASSIA als lasthebber (artikel 7:414 BW) ontvankelijk in al haar vorderingen: uit verklaring octrooihouder Stanford van 28 september 2018 en gezamenlijke verklaring Stanford en ASSIA van april 2019 volgt ondubbelzinnig dat Stanford met ASSIA is overeengekomen dat ASSIA, in eigen naam in rechte optreedt, zowel voor zichzelf als voor Stanford, voor rekening van Stanford voor wat betreft de belangen van Stanford en voor eigen rekening voor wat betreft de vordering van haar eigen schade. Onafhankelijke conclusies 1 en 16 van EP 456 nietig wegens toegevoegde materie (ontoelaatbare intermediate generalisation): aanvrage openbaart niet duidelijk en ondubbelzinnig dat vereenvoudiging van de energieallocatie geldt voor alle precoders, enkel dat dit geldt voor niet-lineaire precoders. Nietigheid volgconclusies 6-7, 9, 13, 14 en 17 niet bestreden, vernietiging toegewezen. Ten overvloede: rechtbank kan niet vaststellen of KPN c.s. met DSLAM inbreuk maakt op conclusie 1 EP 956: door (summiere) debat en de G.vector standaard, die tot tegenstrijdige uitkomsten leiden, kan rechtbank niet vaststellen of aan kenmerk 1.f wordt voldaan.

 

 

IEPT20190917, Rb Den Haag, Bayer v Ceva

Onvoldoende belang bij voorlopige voorziening. Dat marktintroductie van Forceris nog niet heeft plaatsgevonden is geen omstandigheid die tot lagere drempel toewijzing vordering leidt: Forceris in buitenland voor hogere prijs dan Bayer product verhandeld, waardoor geen grond is om voor prijsverderf te vrezen. Gerede kans dat TKB EP 496 zal vernietigen: folder was geen onderdeel van dossier in oppositieprocedure en vormt naar voorlopig oordeel dichterbijstaande stand van de techniek. EP 496 naar voorlopig oordeel niet inventief: meest nabije stand van de techniek is folder Bayer, waarin gelijktijdige toediening toltrazuril en ijzerextraan wordt geopenbaard, verschilmaatregel met conclusie 1 van EP 496 is dat twee monocomponenten in één formulering zijn samengebracht, technisch effect is eenvoudigere behandeling die minder arbeidsintensief is, folder Bayer zet vakman zonder inventieve denkarbeid op spoor van gelijktijdige toediening van toltrazuril en ijzerextraan, onvoldoende aannemelijk dat er gegeven de stand van de techniek vooroordeel tegen oraal toedienen van ijzer later dan in eerste levensuren van biggen bestaat, vakman zou op grond van Ueda-publicatie testen of orale toedienig van ijzerdextraan in combinatieformulering met toltrazuril op dag 3 voldoende effectief is en uitkomen bij geclaimde oplossing. 1019h Rv advocaatkosten gematigd van € 306.506 naar € 200.000: onevenredig hoog voor voorbereiding kort geding, gelet op de complexiteit van de zaak, het aantal verweren en de samenhang met buitenlandse procedures, waardoor meer afstemming nodig zal zijn, maar vergelijkbaar verweer ook al voorbereid was voor andere jurisdicties.

 

IEPT20190917, Hof Den Haag, Novartis v Teva

Octrooien EP 603 en EP 246 nawerkbaar: effect dat everolimus ook werkzaam is indien toegepast bij behandeling van HR+ borstkanker plausibel, gelet op algemene vakkennis vakman en in aanvrage genoemde resultaten van behandeling van andere tumoren met everolimus. Conclusie 1 en 2 EP 246 nieuw ten opzichte van WO 975: geen directe en ondubbelzinnige openbaarmaking van everolimus in combinatie met een aromataseremmer, hiervoor moet keuze uit drie lijsten worden gemaakt, zonder dat er duidelijke aanwijzing is voor de precies in EP 246 onder bescherming gestelde combinatie. “Arbitraire alternatieven” doctrine: vereist dat sprake is van meerdere bekende stoffen, met bekende (wezenlijk( gelijkwaardige eigenschappen / werkzaamheid. Octrooien inventief: vakman zou op prioriteitsdatum everolimus en rapamycine resp. temsirolimus niet beschouwen als gelijkwaardige alternatieven en niet overwegen everolimus toe te passen. EP 246 bevat geen toegevoegde materie: inmiddels verleend en direct en dubbelzinnig uit aanvrage af te leiden. Belangenafweging staat inbreukverbod verbod aan Teva niet in de weg: verbod handhaaft zoveel mogelijk de status quo doordat prijsbederf wordt voorkomen.

 

 

IEPT20190910, Hof Den Haag, Biogen v Swiss Pharma

Conclusie 1 niet-inventief: Vakman zou gelet op beschrijving begrijpen dat uitvinding van EP 127 betrekking had op langdurig voorkomen van door MS veroorzaakte nieuwe ontstekingen en herontstekingen, door het chronisch toedienen van natalizumab. Geen nieuw technisch effect dat duur van de ontstekingen bij chronische ontstekingen afneemt: uit afname van ‘new enhancing’ laesies vloeit automatisch afname ‘persistent enhancing’ laesies voort, effect op ‘persistent enhancing lesions’ niet nieuw en verrassend. Conclusie 2 niet inventief: rechtbank heeft terecht overwogen dat eventuele twijfels op grond van Tubridy over gedurende langere tijd toedienen van natalizumab worden weggenomen door Conference Abstract. Hulpverzoeken 1 en 2 niet toelaatbaar wegens toegevoegde materie: gemiddelde vakman zou uit de door Biogen genoemde passages niet begrijpen dat door toediening van natalizumab regressie van MS (hulpverzoek 1) of vermindering van schade aan weefsel als gevolg van door MS veroorzaakte pathologische ontsteking (hulpverzoek 2) zou optreden. Hulpverzoek 3 niet nieuw c.q. inventief: verminderen van aantal ‘persistent Gd-enhancing lesions’ door toediening van natalizumab vloeit rechtstreeks voort uit de vermindering van het aantal ‘new enhancing lesions’,  vermindering van het aantal ‘new enhancing lesions’ door toediening van 3 of 6 mg/kg natalizumab iedere 4 weken was reeds geopenbaard in de Conference Abstract. Hulpverzoek 4 bevat toegevoegde materie.

 

IEPT20190827, Hof Den Haag, Icos v Teva

EP 181 voor behandeling erectiestoornissen niet inventief ten opzichte van Daugan-publicatie. Verschilmaatregel EP 181 met Daugan: de geopenbaarde eenheidsdosering van 1-5 mg met een maximale dosis van 5 mg tadalafil per dag. Objectief technisch probleem: het vaststellen van een geschikte / optimale dosering van tadalafil voor de behandeling van erectiele disfunctie: vakman zal altijd streven naar dosis die zo werkzaam mogelijk is maar zo min mogelijk bijwerkingen oplevert, waardoor dit streven in objectief technische probleem moet worden meegelezen. Vakman zou op grond van Daugan gemotiveerd zijn om onderzoek te doen naar geschikte dosering voor tadalafil, waarmee hij veelbelovend Viagra-alternatief zou kunnen ontwikkelen: Daugan openbaart dat tadalafil zeer krachtige en selectieve PDE5-remmer is die geschikt is voor geneesmiddel voor behandeling erectiele disfunctie bij een mens. Vakman zou een zodanige verwachting van succes hebben om een geschikte formulering voor tadalafil te vinden dat hij de onderzoeken in gang zou zetten. Conclusie 10 (en overige conclusies, waarvan inventiviteit niet is verdedigd) niet inventief, nu is voldaan aan several steps benadering EOB: enkele onvoorspelbaarheid van het te verkrijgen resultaat maakt resultaat dat wordt verkregen door middel van een standaard onderzoek waarbij geen enkele inventieve stap wordt gezet niet inventief.

 

IEPT20190730, Hof Den Haag, Roche v Celltrion

Geschil geschorst in afwachting van beslissing oppositieafdeling m.b.t. EP 304: er wordt gelet op onbestreden verzoek van Biogen wel oordeel gegeven over beroep op het recht van voorrang. Zowel wanneer het recht van voorrang als octrooirechtelijke kwestie wordt gezien als wanneer het recht als vermogensrecht wordt gezien is het lex loci protectionis (in casu het EOV) van toepassing op vraag wie recht van voorrang kan inroepen. Indien in verschillende landen vervolgaanvragen worden ingediend moet per land worden bepaald of en zo ja onder welke voorwaarden beroep op voorrang kan worden gedaan. Recht van voorrang kan niet als ‘vordering’ ten opzichte van een ‘schuldenaar’ worden aangemerkt ex artikel 12 EVO-Verdrag en artikel 14 Rome I-Vo. Vraag wie beroep kan doen op recht van voorrang dient op grond van verdragsautonome uitleg te worden beantwoord: regel dat Europees octrooi is onderworpen aan zelfde bepalingen als nationaal octrooi geldt ex artikel 138 EOV niet voor nietigheidgronden (waaronder het gesteld gebrek aan nieuwheid in deze procedure). Hof neemt aan dat met ‘rechtsopvolger’ uit artikel 87 EOV wordt gedoeld op persoon op wie recht op voorrang is overgegaan in plaats van de persoon op wie prioriteitsaanvraag is overgegaan. Recht van voorrang is ex artikel 87 EOV – goederenrechtelijk gezien – vatbaar voor overdracht. Geen vormvereisten voor overdracht recht van voorrang onder bijzondere titel. Overeenkomst tussen [naam 1] en Biogen op grond van EVO-Verdrag beheerst door recht van Massachusetts, waardoor overeenkomst volgens letterlijke tekst moet worden uitgelegd, tenzij bepalingen onduidelijk zijn. Uit tekst overeenkomst blijkt ondubbelzinnig dat recht van voorrang behoort tot de rechten met betrekking tot Proprietary Information die krachtens artikel 5 van de overeenkomst worden overgedragen. Ten overvloede geoordeeld dat gegeven uitleg in overeenstemming met strekking van de Overeenkomst en de intenties van de contractspartijen is: het bewerkstelligen dat alle rechten bij de werkgever komen te rusten.

 

IEPT20190719, HR, Tata Steel v ArcelorMittal

Cassatieberoep verworpen (artikel 81(1) RO)

 

IEPT20190719, HR, Sandoz v Astrazeneca

Cassatieberoep verworpen (artikel 81(1) RO)

 

IEPT20190705, Rb Den Haag, Novartis v Teva

EP 603 en EP 246 niet inventief. Technisch effect verschilmaatregel EP 603 (en EP 246) met WO 467: voorzien in alternatief voor een antineoplastisch middel dat in combinatie met exemestaan op vergelijkbare wijze werkzaam is tegen borstkanker/ hormoonreceptor-positieve gevorderde borstkanker (“aBC”), geen sprake van technisch effect van verbeterde hormoon-gebaseerde therapie voor borstkanker, dat niet te lezen is in oorspronkelijke aanvraag en niet plausibel is. Voorshands aannemelijk dat vakman op prioriteitsdatum  combinatie van everolimus met exemestaan zou proberen: verwachte werkzaamheid van dit alternatief tegen aBC niet weersproken, vakman steeds op zoek naar nieuwe combinatietherapieën, gelet op veel voorkomende en (te) vaak fatale therapie resistentie, aantal aanwijzingen dat everolimus in combinatie werkzaam zal zijn tegen borstkanker.

 

IEPT20190702, Hof Den Haag, Philips v Wiko

Beroep op litispendentieregel (artikel 29 en 30 herschikte EEX-Vo) door Wiko om behandeling Frand-verweer aan te houden tot in Duitse procedure daarover is beslist afgewezen: in Duitse procedure sprake van andere octrooien dan in Nederlandse procedure, dus geen sprake van vereiste samenhang. Geen misbruik van recht door Philips, Frand-verweer (beroep op Huawei / ZTE-arrest (IEPT20150716) faalt: Wiko heeft niet bestreden dat zij zich voorafgaand aan instellen onderhavige procedure geen willing licensee heeft getoond. Geen misbruik van machtspositie door Philips: onvoldoende onderbouwd dat licentievoorstel Philips niet aan Frand-voorwaarden voldoet, onvoldoende onderbouwd dat aanbod Philips discriminatoir is, tegenvoorstel Wiko voldoet niet aan Frand-voorwaarden.

 

IEPT20190619, Rb Den Haag, Lilly v Fresenius

Als er geen kenbaar technisch bewuste keuze voor beperking (ten opzichte van uitvindingsgedachte) in formulering van octrooi bestaat, moet vakman niet steeds aannemen dat die beperktere formulering (dus) niet als beperking van de beschermingsopvang is op te vatten. Gebrek aan duidelijkheid ten aanzien van inhoud/reikwijdte conclusies moet in beginsel voor rekening octrooihouder blijven: eerder aanleiding uit te gaan van ruimere beschermingsomvang indien beperking duidelijk onbedoeld is. Beschrijving EP 508 bevat geen reden voor beperking tot specifieke dinatriumvorm van pemetrexed. Vakman zou gelet op verleningsdossier de letterlijke bewoordingen van het octrooi niet als (duidelijk) onbedoelde beperking aannemen: na Communication Examiner heeft Lilly zonder discussie octrooi beperkt tot pemetrexed dinatrium. Lilly is als farmaceutische grootmacht deskundige aanvrager en stond niet onder tijdsdruk, waardoor beperkingen weloverwogen zijn aangebracht. Pemetrexed tromethamine in Pemetrexed Fresenius valt niet binnen beschermingsomvang conclusies EP 508. Ten overvloede: geen ruimte voor equivalente bescherming.

 

IEPT20190619, Rb Den Haag, HE Licenties v VG Colours

Voortbrengselconclusies NL 904 rechtsgeldig ondanks verlening EP 278 dat prioriteit NL 904 inroept: werking artikel 77(1) ROW dat samenloop Europees octrooi en NL octrooi voorkomt is beperkt tot de beschermingsomvang van EP 278, EP 278 bevat geen voortbrengselconclusies, beschermingsomvang voorbrengselconclusies wijkt af van de werkwijzeconclusies in NL 904. Geen toegevoegde materie in conclusie 11 NL 904: oorspronkelijke aanvrage beperkt niet wijze waarop definitief gat ontstaat. Geen openbaar voorgebruik conclusie 11 NL 904 door VG Colours. VG Colours maakt inbreuk op NL 904 door in Nederland orchideeën te verhandelen die voldoen aan conclusies 11-13 en 15.

 

IEPT20190528, Hof Den Haag, MSS v TWT

Verweer dat voorzieningenrechter ten onrechte niet de zogenoemde problem solution approach (PSA) niet heeft toegepast verworpen: PSA niet verplicht, hof past PSA toe en komt niet tot ander oordeel dan voorzieningenrechter. Octrooi EP 515 voor “Mobile sanitary unit for accommodating at least three sanitary facilities” niet inventief in licht van DE 263: vakman zou met algemene vakkennis, uitgaande van bestaande inrichtring en met toepassing van het in DE 263 geopenbaarde verkleiningsmechanisme komen tot uitvinding volgens het octrooi. Gestelde secundaire indicia kunnen octrooi geen inventiviteit verlenen. (combinaties van) onderconclusies waarop hulpverzoeken MSS zien niet inventief: vakman zou met behulp van algemene vakkennis tot kenmerken hulpverzoeken komen.

 

IEPT20190514, Hof Den Haag, Asetek v Coolermaster

Octrooi EP 711 niet nieuw in licht van de Silent Stream koeler die op Computex 2003 is getoond.

 

IEPT20190507, Hof Den Haag, Philips v Asus

Uitvinding volgens EP 511 ziet op tijdelijke uitzondering op conventionele besturingsschema met doel om oplossing te bieden voor (tijdelijke) problemen die zich daarbij voordoen. 2e hulpverzoek duidelijk (art. 84 EOV): gemiddelde vakman zal begrijpen dat met “lower power level” wordt verwezen naar zendvermogen ná toepassing eerste criterium voor verlagen zendvermogen en vóór toepassing tweede criterium voor het verhogen van het zendvermogen. Tweede hulpverzoek nieuw in licht van 3GPP2-standaard: openbaart niet dat verlaging zendvermogen plaatsvindt binnen een frame (“the predetermined time period”) onder het tijdelijk loslaten van geldend offset, zoals Asus stelt. Ook als lezing Asus wordt gevolgd worden niet alle kenmerken conclusie 1 van 2e hulpverzoek in 3GPP2-standaard “direct en ondubbelzinnig” geopenbaard: lezing van Philips is realistisch alternatief. Rulnick, US 214 en Philips-voorstel niet nieuwheidsschadelijk. 2e hulpverzoek inventief ten opzichte van 3GPP2-standaard gecombineerd met algemene vakkennis: niet inzichtelijk gemaakt op grond waarvan gemiddelde vakman, uitgaande van 3GPP2-standaard – die bij bereiken van bepaalde limiet verlaging van zendvermogen alleen op framebasis openbaart – tot oplossing volgens het octrooi (verlaging en verhoging zendvermogen binnen een frame) zou komen. 2e hulpverzoek inventief ten opzichte van 3GPP2-standaard gecombineerd met US 821: uitvoeringsvariant waarop Asus zich beroept niet nawerkbaar omschreven. 2e hulpverzoek inventief ten opzichte van 3GPP2-standaard gecombineerd met US 214: past niet conventionele vermogensbesturingssysteem toe. 2e hulpverzoek inventief ten opzichte van 3GPP2-standaard gecombineerd met Rulnick: Rulnick bevat geen framestructuur en evenmin eerste en tweede criteria om datazendvermogen in afwijking van het reguliere vermogensbesturingsschema aan te passen. Inventiviteitsaanval op grond van enkel Rulnick in strijd met twee-conclusieregel: nietigheidsgrond had reeds bij MvA moeten worden ingeroepen. 2e hulpverzoek inventief ten opzichte van US 214: openbaart o.a. geen conventioneel vermogensbesturingsprogramma. Inventiviteitsaanval op grond van algemene vakkennis onvoldoende onderbouwd. Asus maakt inbreuk op conclusie 1 2e hulpverzoek: geïncorporeerd in HSUPA-protocol, UMTS-standaard, Asus brengt in NL telefoons op de markt die hieraan voldoen. Geen misbruik van machtspositie wegens schending artikel 4.1 ETSI IPR Policy door octrooi pas na vaststelling van de standaard te melden: niet onderbouwd dat dit artikel erop is gericht zoveel mogelijk tot rechtenvrije standaard te komen. Beroep op Huawei / ZTE arrest (IEPT20150716) faalt: Philips heeft aan notificatieplicht voldaan, Asus geen “willing licensee”, aangezien daadwerkelijke bereidheid Asus om te goeder trouw te onderhandelen over aangaan licentieovereenkomst onder Frand-voorwaarden ontbrak. Inzage licentieovereenkomsten Philips met andere partijen m.b.t. UMTS / LTE portfolio afgewezen: fishing expedition.

 

IEPT20190419, HR, HP v Digital Revolution

Geheugeneenheid uit de stand van de techniek die zodanig is geconfigureerd dat geen aanpassing nodig is om nadien geclaimde werkwijze uit te voeren is ‘aangepast’ om relevante stappen/functies uit te voeren. Geen onjuiste rechtsopvatting dat voor nieuwheid niet relevant is dat Paulsen werkwijze afwijkt van in EP 617 beschreven werkwijze: elke volgens conclusie 1 geconfigureerde (‘aangepaste’) geheugeneenheid (ook die van Paulsen) kan immers de onder bescherming gestelde werkwijze uitvoeren, mits de printer is voorzien van software, althans een template, die communicatie tussen printer en cartridge-geheugen mogelijk maakt. Hof vrij om alleen inventiviteit van eerste hulpverzoek te onderzoeken, maar heeft ook nieuwheid onderzocht. Oordeel hof dat in tweede hulpverzoek tweede foutdetectiecode af-fabriek wordt berekend niet onbegrijpelijk. Nationale rechter dient in nietigheidsprocedure hulpverzoek aan artikel 84 EOV te toetsen: rechter vervult rol van verlenende instantie, wijziging van octrooi dat door hulpverzoek wordt gewijzigd is niet in verleningsfase aan daarvoor geldende voorwaarden getoetst, ook in oppositieprocedure bij EOB wordt gewijzigde conclusie aan artikel 84 EOV getoetst, andere verdragslanden ook van oordeel dat toetsing aan artikel 84 EOV mogelijk is. Geen onjuiste rechtsopvatting dat aanbieden van niet-inbreukmakende cartridges niet indirect inbreuk maakt op conclusie 7: geen ontneming van eigendom, nu software van de printer gebruik van cartridges DR mogelijk maakt en voor gebruik van die software licentie is verleend. 

 

 

IEPT20190416, Hof Den Haag, Philips v Wiko

Uitvinding volgens EP 511 ziet op tijdelijke uitzondering op conventionele besturingsschema met doel om oplossing te bieden voor (tijdelijke) problemen die zich daarbij voordoen. 2e hulpverzoek duidelijk (art. 84 EOV): gemiddelde vakman zal begrijpen dat met “lower power level” wordt verwezen naar zendvermogen ná toepassing eerste criterium voor verlagen zendvermogen en vóór toepassing tweede criterium voor het verhogen van het zendvermogen. Tweede hulpverzoek nieuw in licht van 3GPP2-standaard: openbaart niet dat verlaging zendvermogen plaatsvindt binnen een frame (“the predetermined time period”) onder het tijdelijk loslaten van geldend offset, zoals Wiko stelt. Ook als lezing Wiko wordt gevolg worden niet alle kenmerken conclusie 1 van 2e hulpverzoek in 3GPP2-standaard “direct en ondubbelzinnig” geopenbaard: lezing van Wiko is realistisch alternatief. Rulnick, US 214 en Philips-voorstel niet nieuwheidsschadelijk. 2e hulpverzoek inventief ten opzichte van 3GPP2-standaard gecombineerd met algemene vakkennis: niet inzichtelijk gemaakt op grond waarvan gemiddelde vakman, uitgaande van 3GPP2-standaard – die bij bereiken van bepaalde limiet verlaging van zendvermogen alleen op framebasis openbaart – tot oplossing volgens het octrooi (verlaging en verhoging zendvermogen binnen een frame) zou komen. 2e hulpverzoek inventief ten opzichte van 3GPP2-standaard gecombineerd met US 821: uitvoeringsvariant waarop Wiko zich beroept niet nawerkbaar omschreven. 2e hulpverzoek inventief ten opzichte van 3GPP2-standaard gecombineerd met Rulnick: Rulnick bevat geen framestructuur en evenmin eerste en tweede criteria om datazendvermogen in afwijking van het reguliere vermogensbesturingsschema aan te passen. Inventiviteitsaanval op grond van enkel Rulnick in strijd met twee-conclusieregel: nietigheidsgrond had reeds bij MvA moeten worden ingeroepen. Inventiviteitsaanval op grond van algemene vakkennis faalt. Wiko maakt inbreuk op conclusie 1 2e hulpverzoek: geïncorporeerd in HSUPA-protocol, UMTS-standaard, Wiko brengt in NL telefoons op de markt die hieraan voldoen. Zaak aangehouden, aangezien partijen nog gaan pleiten over Frand-verweer.

 

IEPT20190410, Rb Den Haag, Nutrition v Noba

Conclusie 1 van EP 371 niet inventief in licht van WO 928: concentratie vetzuren in voorbeeld 1 uit WO 928 bedraagt (afgerond) 1700 ppm hetgeen valt binnen deelkenmerk 3 van conclusie 1 van EP 371 (300-3000 ppm), vakman zou vanuit voorbeeld 1 zonder meer als één van de eerste varianten kiezen voor (ongeveer) gelijke verhouding van de twee vetzuren (deelkenmerk 2). Gehele octrooi niet inventief: inventiviteit onderconclusies niet betwist.

 

IEPT20190326, Hof Den Haag, ArcelorMittal v Tata Steel

Oordeel Rb over nietigheid EP 863 gelet op oordeel Technische Kamer van Beroep juist. Rb heeft terecht geoordeeld dat artikel 1019h Rv niet van toepassing is op deze zaak, omdat geen sprake is van ‘handhaving’ van een IE-recht: sprake van nietigheidsprocedure zonder dreigend handhavend optreden van de rechthebbende.

 

IEPT20190321, HvJEU, Abraxis Bioscience

Vergunning voor het in de handel brengen waarop een aanvraag voor een ABC wordt gebaseerd die betrekking heeft op een nieuwe formulering van een bestaande werkzame stof, kan niet worden beschouwd als de eerste vergunning voor het in de handel brengen van het betrokken product als geneesmiddel wanneer voor deze werkzame stof als zodanig al eerder een dergelijke vergunning is afgegeven.

 

IEPT20190305, Hof Den Haag, Unilin v I4F

Geen toegevoegde materie ten opzichte van WO 834: niet in EP 341 overgenomen zinsnede “which are formed more particularly by the aforementioned locking means (6)” is optioneel en geldt niet als beperkend voor beschermingsomvang conclusie 1. Conclusie 1 EP 341 niet nieuw: geen openbaar voorgebruik door Unilin, wel openbaar voorgebruik door Tropica-panelen. Volgconclusies 2-11, 13, 15 en 20-22 volledig geopenbaard door Tropica-panelen. Niet-inventiviteit conclusie 12 niet weersproken. Conclusies 14, 18 en 19 niet-inventief: vakman zou vanuit Tropica-panelen via bijv. Batibouw-brochure komen tot maatregelen van deze conclusies. Volgconclusie 16 inventief ten opzichte van Batibouw-paneel: brochure bevat geen pointer in de richting van een blijvend verbogen lip die de panelen niet alleen dicht trekt, maar ook continu dicht houdt, onvoldoende onderbouwd dat dit algemene vakkennis gemiddelde vakman was, indien dat wel het geval zou zijn, zal vakman niet verwachten dat die oplossing geschikt zou zijn voor toepassing in panelen met kern van HDF of MDF. Conclusie 16 ook inventief ten opzichte van Batibouw-paneel gecombineerd met US 422: US 422 openbaart niet deelmaatregel (f). Deelmaatregel “voor de vervaardiging van vloerpanelen volgens een van de conclusies 1 t/m 20” moet worden uitgelegd dat de werkwijze daadwerkelijk wordt toegepast voor vervaardiging van vloerpanelen volgens een van deze conclusies. Werkwijzeconclusies 23-25 niet-inventief: zien op vervaardiging panelen volgens conclusies die niet nieuw zijn en JP 207 bevat alle werkwijzemaatregelen van conclusies 23-25. Werkwijze conclusie 26 niet-inventief: niet bestreden. Werkwijzeconclusies volgens tweede hulpverzoek dat maatregelen volgens conclusie 16 toevoegt geldig: aangezien conclusie 16 inventief is geacht niet voor de hand liggend om vloerpaneel volgens 2e hulpverzoek geclaimde werkwijze te vervaardigen.

 

IEPT20190220, Rb Den Haag, Roche v Mundipharma

Product Herzuma maakt geen inbreuk op conclusie 1 van EP 455 dat samenstelling met een percentage zure varianten van minder dan 25% claimt: partijen zijn het erover eens dat percentage zure varianten in Herzuma ongeveer 33% is, door meetmethode niet in conclusie te specificeren zal vakman in eerste instantie begrijpen dat het in conclusies om absoluut percentage gaat, vakman zal dit ook begrijpen uit de beschrijving, vakman heeft geen reden om bepaalde zure varianten uit te sluiten. Aan octrooihouder te bieden billijke bescherming biedt geen soelaas, gelet op het absolute karakter van de conclusies, waarin welbewust geen analysemethode is gepreciseerd.

 

IEPT20190214, HvJEU, De Staat v Warner-Lambert

In VHB-procedure door de aanvrager gedane mededeling van de bijsluiter of een samenvatting van de productkenmerken van dat geneesmiddel, waarin geen melding wordt gemaakt van indicaties of doseringsvormen die nog onder het octrooirecht vielen op het tijdstip waarop het geneesmiddel op de markt werd gebracht (“carve-out”), vormt een verzoek tot beperking van de reikwijdte van de VHB voor het generieke geneesmiddel in kwestie

 

IEPT20190208, Rb Den Haag, Fast & Fluid v Santint

Vzgr op grond van artikel 4/35 Brussel I bis-Vo en 80(2) ROW bevoegd jegens Nederlandse gedaagde Santint: voldoende gesteld over dreigend onrechtmatig handelen voor aannemen bevoegdheid. Vzgr bevoegd op grond van artikel 7(1) Rv jegens Chinese Sanhua: eenzelfde  situatie feitelijk en rechtens. Gerede, serieuze niet te verwaarlozen kans dat octrooi EP 970 ongeldig wordt verklaard wegens gebrek aan inventiviteit: vakman zou voor dispenser die precisiedosering en snelle dosering moet verschaffen de draaibare klep uit US 248 voorzien van extra kanaal voor precisiedosering. 

 

IEPT20190206, Rb Den Haag, Accord v NPS

EP 761 voor stof cinacalcet niet inventief en daarop gebaseerd ABC nietig: vakman zou vanuit US 827 in lijn met de aanmoediging in de stand van de techniek en volgens de daarin genoemde procedure andere moleculen binnen de algemene formule gaat testen, en zonder creatief denkwerk op cinacalcet en haar verbeterde werkzaamheid stuiten. 1019h Rv proceskostenveroordeling gematigd van € 298.805,60 naar € 200.000: niet uitgelegd op welke wijze werkzaamheden van begin 2016 aan procedure gerelateerd zijn.

 

IEPT20190201, Rb Den Haag, ABI v Heineken

Afgifte – behalve voor zover die ziet op in beslag genomen monsters van bag-in-containers – afgewezen: bedrijfsgeheimen Heineken van aanzienlijke waarde in het geding waar ABI een wankel octrooi met een wankele inbreukinterpretatie tegenover stelt en waarbij zij niet voortvarend te werk is gegaan. Gerede kans dat bodemrechter zal oordelen dat door ABI genoemde additieven in de Brewlock dan wel de Blade van Heineken geen additieven zijn in de zin van conclusie 1 EP 486: niet onderbouwd dat additieven ervoor zorgen dat binnen- en buitenwand gelijktijdig hun respectievelijke blaastemperatuur bereiken, Heineken past naar voorlopig oordeel eerder een mechanische/fysische manier toe om probleem op te lossen dan de geoctrooieerde chemische manier. Serieuze, niet te verwaarlozen kans dat EP 486 in bodemprocedure voor ongeldig wordt gehouden: uit Keisuke is onbestreden een meerlaagse preform voor gezamenlijke opwarming en blaasvorming van een bag-in-container af te leiden, algemene vakkennis om aan de binnenlaag een hitte-absorberend additief toe te voegen zodat deze tegelijk met de buitenlaag te blazen is. Exhibitie heeft voorshands geen haast meer: ABI sinds medio 2014 met gestelde inbreukmakende Brewlocks bekend en heeft in 2015 onderzoek aan die fusten laten doen. Dat ABI niet op de hoogte was van waar fusten geproduceerd werden onvoldoende: locatie bleek uit YouTube-video Heineken waarmee ABI bekend moest zijn, wetenschap van locatie niet vereist voor starten inbreukprocedure, aangezien conclusie 17 ziet op (gevulde) geblazen fusten. Inzage ten aanzien van bag-in-containers toegewezen: niet door Heineken gesteld dat daarmee bedrijfsgeheimen zijn gemoeid, terwijl ABI belang aannemelijk heeft gemaakt omdat zij containers kan testen op additieven.

 

IEPT20190123, Rb Den Haag, Accord v RCT

EP 289 van RCT nieuw en inventief. Proefschrift Choi 1995 geen stand van de techniek: onvoldoende onderbouwd dat verdediging van dit proefschrift openbaar was. Subsidiaire stelling Accord dat de door RCT ingeroepen prioriteit US 522 ongeldig is faalt: onvoldoende onderbouwd dat octrooiaanvrager Kohn niet alle rechten kon overdragen aan RCT, omdat de relevante rechten bij de University of Houston zouden liggen. Masterscriptie Le Gall, waarin 107e wordt omschreven, geen goed uitgangspunt voor beoordeling inventiviteit EP 289: geen promising springboard o.a. omdat sprake is van een masterscriptie en geen dissertatie of publicatie van een gerenommeerd wetenschapper. Secundaire indicia die erop wijzen dat octrooi inventief is: Kohn en collega’s die expert zijn op gebied van ontwikkeling anti-epileptica waren bekend met Le Gall maar hebben jarenlang niet ingezien dat 107e interessante stof was om te onderzoeken.

 

IEPT20190116, Rb Den Haag, Sandoz v Lilly

Twee producties van Sandoz geweigerd wegens strijd met goede procesorde: niet voorafgaand aan de zitting duidelijk gemaakt met welk doel die producties in geding zijn gebracht. Conclusies 1-9 en 12-14 van EP 508 nieuw in licht van Worzalla studie: niet toegelicht waaruit de vakman afleidt dat enige hoeveelheid vitamine B12 – als daar al sprake van is – bewust voor therapeutische doeleinden is toegediend in die studie. EP 508 inventief: stelling dat combinatietherapie van pemetrexed en foliumzuur op grond van Jackman-publicatie op prioriteitsdatum als gegeven voor de vakman te beschouwen was wordt niet gevolgd, overige inventiviteitsaanvallen ook afgewezen.