Cassatieberoep verworpen in portretzaak Cruijff/Tirion

14-06-2013 Print this page
IEPT20130614, HR, Cruijff v Tirion

(Met dank aan Thijs van Aerde, Houthoff Buruma, Kitty van Boven, i-ee en Remy Chavannes, Brinkhof).

Cassatieberoep verworpen: Portretrecht: geen absoluut verbodsrecht.
Privacy-belang zwaarwegend bij niet-publiekelijk bekende personen. Bij publiekelijk bekende personen vanwege beroepsuitoefening is nieuwswaarde en informatie-belang zwaarwegend. Aan commerciële belangen bij verzilverbare populariteit toe te kennen gewicht afhankelijk van feiten: aanbod redelijke vergoeding kan van belang zijn. Redelijke vergoeding moet recht doen aan mate populariteit en waarde van exploitatiebelang.   
 

PORTRETRECHT

Vervolg op B912166 (conclusie A-G), IEPT20120103 (hof) en IEPT20100414 (rb). Het hof heeft geoordeeld dat Cruijff geen redelijk belang heeft om zich te verzetten tegen het rijk geïllustreerde fotoboek 'Johan Cruijff - De Ajacied', dat door Tirion c.s. is uitgegeven zonder zijn toestemming. Het middel stelt in de kern aan de orde de reikwijdte van de bescherming die de geportretteerde aan artikel 21 Aw kan ontlenen.
De Hoge Raad volgt de conclusie van A-G Verkade en verwerpt het beroep van Cruijff.

Portretrecht: geen absoluut verbodsrecht
• Uit het voorgaande volgt dat een geportretteerde zich kan verzetten tegen het zonder zijn toestemming openbaar maken van zijn (niet in opdracht vervaardigd) portret voor zover hij daarbij een redelijk belang heeft waarvoor het recht van meningsuiting en informatievrijheid in de gegeven omstandigheden moet wijken.
• In een zodanig geval is openbaarmaking van het portret in beginsel onrechtmatig en geldt als uitgangspunt dat publicatie kan worden verboden. Niet geldt als uitgangspunt dat voor openbaarmaking steeds voorafgaande toestemming van de geportretteerde is vereist. Ook uit de rechtspraak van het EHRM bij art. 8 EVRM [...] kan niet een dergelijk absoluut verbodsrecht van de geportretteerde worden afgeleid.

Privacy-belang zwaarwegend bij niet-publiekelijk bekende personen
• Voor zover gericht op de bescherming van privacy-belangen is het portretrecht een persoonlijkheidsrecht waaraan in de regel een zwaarwegend gewicht zal toekomen. Dit geldt vooral ten aanzien van geportretteerden die geen publieke bekendheid genieten, in die zin dat zij openbaarmaking van hun portret in beginsel niet behoeven te dulden.

Bij publiekelijk bekende personen vanwege beroepsuitoefening is nieuwswaarde en informatie-belang zwaarwegend
• Ten aanzien van personen die door hun beroepsuitoefening bekendheid genieten, geldt evenwel dat de openbaarmaking van foto's die deze beroepsuitoefening betreffen en zijn gemaakt in voor het algemeen publiek toegankelijke plaatsen, tot op zekere hoogte inherent is aan hun beroepsuitoefening en de daarmee gemoeide bekendheid en belangstelling van het publiek. Indien de openbaarmaking de beroepsuitoefening van een daardoor bekende geportretteerde betreft, komt derhalve in de regel groot gewicht toe aan factoren als algemene nieuwswaarde en informatie aan het publiek in verhouding tot diens enkele verzet tegen openbaarmaking.

Aan commerciële belangen bij verzilverbare populariteit toe te kennen gewicht afhankelijk van feiten: aanbod redelijke vergoeding kan van belang zijn
• 3.6.3 Juist bij de personen die door hun beroepsuitoefening bekendheid genieten, kunnen commerciële belangen gemoeid zijn bij de openbaarmaking van hun portret. Ook dergelijke belangen vinden onder art. 8 EVRM bescherming en kunnen worden betrokken in de afweging tegen het onder art. 10 EVRM beschermde recht op vrijheid van meningsuiting en informatievrijheid. Welk gewicht aan het door de geportretteerde gestelde commerciële belang in een gegeven geval toekomt, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Is bij een geportretteerde met verzilverbare populariteit enkel sprake van een zodanig belang en is geen sprake van omstandigheden die rechtvaardigen om aan dat belang voorbij te gaan, dan kan bij de beoordeling een belangrijke rol spelen of een redelijke vergoeding is aangeboden. Wat in dit verband als een redelijke vergoeding heeft te gelden, zal moeten worden vastgesteld aan de hand van de omstandigheden van het geval.

Redelijke vergoeding moet recht doen aan mate populariteit en waarde van exploitatiebelang
• In ieder geval zal de vergoeding recht moeten doen aan de mate van populariteit of bekendheid van de geportretteerde en in overeenstemming dienen te zijn met de waarde van het exploitatiebelang van de geportretteerde in het economisch verkeer.
• Indien vaststaat of onbetwist is dat een redelijke vergoeding is aangeboden (en bescherming van privacy-belangen niet aan de orde is), zullen in beginsel bijkomende omstandigheden nodig zijn voor het oordeel dat openbaarmaking jegens de geportretteerde onrechtmatig is. Deze omstandigheden zullen door de geportretteerde gemotiveerd gesteld dienen te worden. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan de situatie dat de publicatie afbreuk doet aan of schadelijk is voor de wijze waarop de geportretteerde zijn bekendheid wenst te exploiteren.

IEPT20130614, HR, Cruijff v Tirion