Artikel 74

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Werknemers die natuurlijke of rechtspersonen vertegenwoordigen in de zin van artikel 119, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1001, alsmede beoefenaren van juridische beroepen en erkende gemachtigden die zijn ingeschreven op de lijst die door het Bureau op grond van artikel 120, lid 2, van Verordening (EU) 2017/1001 wordt bijgehouden, dienen bij het Bureau een bij het dossier te voegen ondertekende volmacht overeenkomstig artikel 119, lid 3, en artikel 120, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1001 uitsluitend in wanneer het Bureau hierom uitdrukkelijk verzoekt of wanneer er sprake is van verschillende partijen bij de procedure waarin de gemachtigde voor het Bureau optreedt en de andere partij uitdrukkelijk daarom verzoekt.


2. Indien op grond van artikel 119, lid 3, of artikel 120, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1001 wordt verlangd dat een ondertekende volmacht wordt ingediend, kan die volmacht worden ingediend in een van de officiële talen van de Unie. De volmacht kan op een of meer aanvragen of ingeschreven merken betrekking hebben of de vorm aannemen van een algemene volmacht waarbij de vertegenwoordiger gemachtigd wordt op te treden in alle procedures voor het Bureau waarbij de volmachtgever als partij is betrokken.


3. Het Bureau geeft een termijn aan waarbinnen deze volmacht moet worden ingediend. Indien de volmacht niet binnen de vastgestelde termijn wordt ingediend, wordt de procedure voortgezet met de vertegenwoordigde persoon. De door de vertegenwoordiger verrichte procedurehandelingen, met uitzondering van de indiening van de aanvraag, worden geacht niet te zijn geschied indien deze door de vertegenwoordigde persoon niet binnen een door het Bureau te stellen termijn worden goedgekeurd.


4. De leden 1 en 2 zijn van overeenkomstige toepassing op een document waarbij een volmacht wordt ingetrokken.


5. De vertegenwoordiger die niet langer gemachtigd is, wordt nog als vertegenwoordiger beschouwd zolang de beëindiging van de volmacht niet aan het Bureau is meegedeeld.


6. Tenzij in de volmacht anders is bepaald, eindigt deze bij het overlijden van de volmachtgever niet automatisch ten opzichte van het Bureau.


7. Wanneer het Bureau wordt meegedeeld dat een vertegenwoordiger is aangewezen, worden overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder e), van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/626 diens naam en kantooradres opgegeven. Wanneer een vertegenwoordiger die reeds is aangewezen, verschijnt voor het Bureau, vermeldt hij de naam en het identificatienummer zoals aan hem door het Bureau toegekend. Indien een partij meerdere vertegenwoordigers aanwijst, mogen deze, ook al is in hun volmachten anders bepaald, zowel gezamenlijk als afzonderlijk handelen.


8. De aanwijzing of machtiging van een samenwerkingsverband van vertegenwoordigers wordt beschouwd als een aanwijzing of machtiging van elke vertegenwoordiger die binnen dat samenwerkingsverband werkt.