Considerans

Print this page

  weegschaal.png

 

DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk (1), en met name artikel 48, artikel 49, lid 3, de artikelen 65 en 73, artikel 96, lid 4, artikel 97, lid 6, artikel 98, lid 5, artikel 100, lid 2, artikel 101, lid 5, artikel 103, lid 3, artikel 106, lid 3, de artikelen 121 en 168, artikel 194, lid 3, en artikel 196, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:


(1) Bij Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad (2), die later is gecodificeerd als Verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad (3), is een voor de Unie specifiek stelsel in het leven geroepen voor de op grond van een aanvraag bij het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie („het Bureau”) te verkrijgen bescherming van merken op het niveau van de Unie.


(2) Verordening (EU) 2015/2424 van het Europees Parlement en de Raad (4) tot wijziging van Verordening (EG) nr. 207/2009 heeft de bevoegdheden die daarin aan de Commissie zijn verleend, in overeenstemming gebracht met de artikelen 290 en 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Om de werking van het nieuwe rechtskader dat uit die aanpassing voortvloeit, te waarborgen, werden Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1430 van de Commissie (5) en Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1431 van de Commissie (6) vastgesteld.


(3) Verordening (EG) nr. 207/2009 is gecodificeerd als Verordening (EU) 2017/1001. In het belang van de duidelijkheid en de vereenvoudiging moeten de in een gedelegeerde verordening vermelde verwijzingen de uit de codificatie van de desbetreffende basishandeling voortvloeiende hernummering van de artikelen weerspiegelen. Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1430 moet daarom worden ingetrokken en de bepalingen van die gedelegeerde verordening moeten met bijgewerkte verwijzingen naar Verordening (EU) 2017/1001 in deze verordening worden opgenomen.


(4) De procedurele regels inzake oppositie moeten zorgen voor een doeltreffende, efficiënte en snelle beoordeling en registratie van Uniemerkaanvragen bij het Bureau, volgens een transparante, gedegen, eerlijke en billijke procedure. Met het oog op meer rechtszekerheid en duidelijkheid moeten die regels inzake oppositie rekening houden met de uitgebreide relatieve weigeringsgronden vervat in Verordening (EU) 2017/1001, met name wat betreft de eisen voor ontvankelijkheid en onderbouwing van de oppositieprocedure, en worden aangepast om beter rekening te houden met de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie en om de bestaande praktijk van het Bureau te codificeren.


(5) Met het oog op een meer flexibel, consistent en modern merkenstelsel in de Unie is het, onder waarborging van de rechtszekerheid, passend de administratieve last voor partijen bij inter-partesprocedures te verminderen door een versoepeling van de vereisten inzake onderbouwing van oudere rechten in gevallen waarin de inhoud van het relevante bewijsmateriaal online toegankelijk is via een door het Bureau erkende bron, alsmede van het vereiste van overlegging van bewijsmateriaal in de proceduretaal.


(6) Met het oog op duidelijkheid en rechtszekerheid is het van belang de vereisten voor wijziging van een Uniemerkaanvraag helder en uitputtend neer te leggen.


(7) De procedurele regels voor vervallen- en voor nietigverklaring van een Uniemerk moeten ervoor zorgen dat een Uniemerk op doeltreffende en efficiënte wijze door middel van transparante, gedegen, eerlijke en billijke procedures vervallen of nietig kan worden verklaard. Voor meer duidelijkheid, consistentie, efficiëntie en rechtszekerheid moeten de procedurele regels inzake vervallenverklaring en nietigverklaring van een Uniemerk worden afgestemd op die welke van toepassing zijn ten aanzien van oppositieprocedures, en alleen die verschillen in stand worden gehouden die nodig zijn vanwege de specifieke aard van vervallenverklarings- en van nietigheidsprocedures. Bovendien moet er bij verzoeken om overgang van een Uniemerk dat is ingeschreven op naam van een gemachtigde die daarvoor geen toestemming heeft, dezelfde procedurele weg worden gevolgd als bij nietigheidsprocedures, aangezien zij in de praktijk dienen als alternatief voor nietigverklaring van een merk.


(8) Volgens vaste rechtspraak van het Hof van Justitie (7) heeft het Bureau, tenzij anders is bepaald, een discretionaire bevoegdheid bij de beoordeling van laattijdig overgelegd bewijsmateriaal dat is ingediend ter staving van een oppositie of ten bewijze van het normale gebruik van het oudere merk in het kader van een oppositie- of een nietigheidsprocedure. Met het oog op de rechtszekerheid moeten de grenzen van deze beoordelingsvrijheid nauwkeurig worden weerspiegeld in de voorschriften omtrent oppositieprocedures of procedures voor nietigverklaring van een Uniemerk.


(9) Om een doeltreffende, efficiënte en, binnen de grenzen van het door de partijen afgebakende beroep, volledige toetsing van beslissingen van het Bureau in eerste instantie mogelijk te maken door middel van een transparante, gedegen, eerlijke en onpartijdige beroepsprocedure die is afgestemd op de specifieke aard van het intellectuele-eigendomsrecht en met inachtneming van de beginselen die zijn neergelegd in Verordening (EU) 2017/1001, is het dienstig om de rechtszekerheid en de voorspelbaarheid te versterken door verduidelijking en precisering van de procedurele regels en de procedurele waarborgen van partijen, in het bijzonder wanneer een verweerder gebruikmaakt van het recht incidenteel beroep in te stellen.


(10) Met het oog op een doeltreffende en efficiënte organisatie van de kamers van beroep moeten de president, de voorzitters en de leden van de kamers van beroep bij de uitoefening van de respectieve taken die hun zijn opgelegd bij Verordening (EU) 2017/1001 en bij deze verordening, zorgen voor een hoge kwaliteit en consistentie van de door de kamers van beroep onafhankelijk genomen beslissingen alsmede voor de doeltreffendheid van de beroepsprocedures.


(11) Teneinde de onafhankelijkheid te waarborgen van de president, de voorzitters en de leden van de kamers van beroep zoals bepaald in artikel 166 van Verordening (EU) 2017/1001, moet de raad van bestuur acht slaan op dat artikel bij de vaststelling van passende uitvoeringsregels waarmee invulling moet worden gegeven aan het Statuut en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Unie overeenkomstig artikel 110 van het Statuut.


(12) Met het oog op de transparantie en voorspelbaarheid van de beroepsprocedures moet het reglement voor de procesvoering bij de kamers van beroep dat oorspronkelijk was neergelegd in de Verordeningen (EG) nr. 2868/95 (8) en (EG) nr. 216/96 (9) van de Commissie, worden vastgelegd in een enkele tekst en naar behoren worden gekoppeld aan de procedurele regels die van toepassing zijn op de instanties van het Bureau tegen de beslissingen waarvan beroep kan worden ingesteld.


(13) Ter wille van de duidelijkheid en rechtszekerheid moeten bepaalde procedurele regels voor mondelinge behandeling, met name inzake de taal voor die procedure, worden gecodificeerd en verduidelijkt. Voorts is het passend te zorgen voor meer efficiëntie en flexibiliteit door invoering van de mogelijkheid om met technische middelen deel te nemen aan de mondelinge behandeling en om het proces-verbaal van de mondelinge behandeling te vervangen door de opname ervan.


(14) Met het oog op een verdere stroomlijning van procedures en ter verhoging van de consistentie ervan, is het dienstig om de basisstructuur en de vorm waarin bewijsmateriaal in alle procedures bij het Bureau moet worden ingediend, te vermelden, evenals de gevolgen van het niet in overeenstemming met die structuur en vorm indienen van bewijsmateriaal.


(15) Met het oog op de modernisering van het merkenstelsel in de Unie door dit aan te passen aan het internettijdperk, is het voorts dienstig te voorzien in een definitie van „elektronisch middel” in het kader van kennisgevingen en vormen van kennisgeving die niet achterhaald zijn.


(16) In het belang van efficiëntie, transparantie en gebruiksvriendelijkheid moet het Bureau standaardformulieren ter beschikking stellen in alle officiële talen van het Bureau voor communicatie in procedures voor het Bureau, die online kunnen worden ingevuld.


(17) Met het oog op meer duidelijkheid, consistentie en efficiëntie moet een bepaling betreffende de schorsing van procedures inzake oppositie, verval, nietigheid en beroep worden opgenomen, waarin ook de maximale duur van een schorsing op verzoek van beide partijen wordt vastgelegd.


(18) De regels voor de berekening en de duur van termijnen, de procedures voor de herroeping van een beslissing of voor de doorhaling van een inschrijving in het register, de nadere regels voor de hervatting van procedures, en de nadere gegevens over vertegenwoordiging voor het Bureau moeten zorgen voor een vlotte, doeltreffende en efficiënte werking van het Uniemerkenstelsel.


(19) Het is noodzakelijk te zorgen voor de effectieve en efficiënte inschrijving van internationale merken op een wijze die volledig in overeenstemming is met de bepalingen van het Protocol bij de Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken.


(20) Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1431 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1430 vervingen de voorschriften die voordien waren vastgesteld bij de Verordeningen (EG) nr. 2868/95 en (EG) nr. 216/96, die daarom werden ingetrokken. Niettegenstaande die intrekking is het noodzakelijk specifieke bepalingen van de Verordeningen (EG) nr. 2868/95 en (EG) nr. 216/96 op bepaalde procedures die zijn ingeleid vóór de datum waarop Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1430 van toepassing is geworden, te blijven toepassen totdat die procedures zijn afgerond,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

 

---

(1)  PB L 154 van 16.6.2017, blz. 1.
(2)  Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het Gemeenschapsmerk (PB L 11 van 14.1.1994, blz. 1).
(3)  Verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het Gemeenschapsmerk (PB L 78 van 24.3.2009, blz. 1).
(4)  Verordening (EU) 2015/2424 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2015 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad inzake het Gemeenschapsmerk, en van Verordening (EG) nr. 2868/95 van de Commissie tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad inzake het Gemeenschapsmerk, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2869/95 van de Commissie inzake de aan het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) te betalen taksen (PB L 341 van 24.12.2015, blz. 21).
(5)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1430 van de Commissie van 18 mei 2017 ter aanvulling van Verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad inzake het Uniemerk en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2868/95 en (EG) nr. 216/96 van de Commissie (PB L 205 van 8.8.2017, blz. 1).
(6)  Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1431 van de Commissie van 18 mei 2017 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad inzake het Uniemerk (PB L 205 van 8.8.2017, blz. 39).
(7)  Arrest van 13 maart 2007, zaak C–29/05 P, BHIM/Kaul GmbH, (ARCOL/CAPOL), ECLI:EU:C:2007:162, punten 42-44; arrest van 18 juli 2013, zaak C–621/11 P, New Yorker SHK Jeans GmbH & Co. KG/BHIM, (FISHBONE/FISHBONE BEACHWEAR), ECLI:EU:C:2013:484, punten 28-30; arrest van 26 september 2013, zaak C–610/11 P, Centrotherm Systemtechnik GmbH/BHIM, (CENTROTHERM), ECLI:EU:C:2013:593, punten 85-90 en 110-113; arrest van 3 oktober 2013, zaak C-120/12 P, Bernhard Rintisch/BHIM, (PROTI SNACK/PROTI), ECLI:EU:C:2013:638, punten 32 en 38-39; arrest van 3 oktober 2013, zaak C–121/12 P, Bernhard Rintisch/BHIM, (PROTIVITAL/PROTI), ECLI:EU:C:2013:639, punten 33 en 39-40; arrest van 3 oktober 2013, zaak C–122/12 P, Bernhard Rintisch/BHIM, (PROTIACTIVE/PROTI), ECLI:EU:C:2013:628; punten 33 en 39-40; arrest van 21 juli 2016, zaak C–597/14 P, EUIPO/Xavier Grau Ferrer, (ARCOL/CAPOL), ECLI:EU:C:2016:579, punten 26-27.
(8)  Verordening (EG) nr. 2868/95 van de Commissie van 13 december 1995 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad inzake het Gemeenschapsmerk (PB L 303 van 15.12.1995, blz. 1).
(9)  Verordening (EG) nr. 216/96 van de Commissie van 5 februari 1996 houdende het Reglement voor de procesvoering bij de kamers van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (PB L 28 van 6.2.1996, blz. 11).