Regel 1.15

Print this page

      

 

1. De oppositie is ontvankelijk wanneer zij is ingediend binnen de in artikel 2.14, lid 1, of 2.18, lid 1, BVIE genoemde termijn, voldoet aan de voorwaarden bedoeld in regel 1.13, lid 1, sub a tot en met g, van dit reglement, en artikel 2.14, lid 4, BVIE.

 

2. Voor het vaststellen van de ontvankelijkheid van de oppositie is aan het vereiste van artikel 2.14, lid 4, BVIE voldaan indien 40% van de verschuldigde taksen is voldaan.

 

3. Onverminderd het bepaalde in het vorige lid kan bij indiening de totale verschuldigde taks voor het indienen van de oppositie worden betaald. Het vorige lid laat onverlet dat de totale verschuldigde taks voor het einde van de termijn bepaald in regel 1.14, lid 1, sub b, dient te zijn voldaan.

 

4. Indien de oppositie is gebaseerd op meer oudere merken of rechten dan waarvoor de taksen zijn betaald, wordt de oppositie in behandeling genomen maar worden alleen de merken of rechten in aanmerking genomen waarvoor de taksen betaald zijn, volgens de volgorde zoals bij indiening van de oppositie vermeld.

 

5. Indien de ingevolge regel 1.13, lid 1, sub a en g, verstrekte gegevens niet overeenstemmen met de geregistreerde gegevens van een ingeroepen ouder Beneluxmerk, wordt de ingediende oppositie door het Bureau tevens opgevat als een verzoek tot aantekening van een wijziging in het register. Het bepaalde in regel 3.1 is van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat de termijn bepaald in regel 3.1, lid 5, maximaal twee weken bedraagt. Wanneer het ingeroepen oudere merk een Uniemerk of een internationaal merk betreft, stelt het Bureau opposant een termijn van twee weken om aan te tonen dat hij het nodige heeft gedaan om het betreffende register in overeenstemming te brengen met de door hem bij indiening van de oppositie verstrekte gegevens.

 

6. Indien de geldigheid van een ingeroepen ouder merk verstrijkt voor het einde van de termijn voor het instellen van oppositie en dit merk ingevolge de toepasselijke wettelijke bepalingen nog kan worden vernieuwd, stelt het Bureau opposant een termijn van twee weken om dit merk alsnog te vernieuwen. Indien het betreffende oudere merk een Uniemerk of een internationaal merk is, stelt het Bureau een termijn van twee weken om aan te tonen dat het nodige is gedaan om het merk te vernieuwen.