Artikel 72

Print this page

  weegschaal.png

 

1. Indien de procedure voor het Bureau is onderbroken op grond van artikel 106, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1001, wordt het Bureau in kennis gesteld van de identiteit van de persoon die bevoegd is de procedure bij het Bureau voort te zetten op grond van artikel 106, lid 2, van Verordening (EU) 2017/1001. Het Bureau deelt aan die persoon en belanghebbende derden mee dat de procedure wordt hervat op een door het Bureau vast te stellen datum.


2. Indien het Bureau binnen drie maanden na aanvang van de onderbreking van de procedure op grond van artikel 106, lid 1, onder c), van Verordening (EU) 2017/1001, niet in kennis is gesteld van de aanwijzing van een nieuwe vertegenwoordiger, deelt het aan de aanvrager of de houder van het Uniemerk mede dat:
a) wanneer artikel 119, lid 2, van Verordening (EU) 2017/1001 van toepassing is, de Uniemerkaanvraag wordt geacht te zijn ingetrokken indien de informatie niet is ingediend binnen twee maanden nadat van de mededeling kennis is gegeven;
b) wanneer artikel 119, lid 2, van Verordening (EU) 2017/1001 niet van toepassing is, de procedure met de aanvrager of de houder van het Uniemerk op de datum van de kennisgeving van deze mededeling zal worden hervat.


3. De termijnen die gelden voor de aanvrager of de houder van het Uniemerk op de datum van de onderbreking van de procedure, beginnen, met uitzondering van de termijn voor de betaling van de vernieuwingstaksen, opnieuw te lopen op de dag waarop de procedure wordt hervat.