Een overeenkomst tot het geven van een rol

23-02-2012 Print this page

B9 10835. Vzr. Rechtbank Amsterdam, 23 februari 2012, Eiser tegen K. Beheer B.v. tegen NewBeTV. B.V. (met dank aan Marc de Boer, Boekx).

Media(contracten)recht. Pyrrhus-overwinning. Eiser vordert een rol in de door gedaagde K. Beheer bedachte TV-serie ‘Who’s in Who’s out’, omdat hij eerder een van drie te vergeven hoofdrollen in een pilot heeft gewonnen en in de spelvoorwaarden zou zijn opgenomen dat de winnaar van een rol in de pilot gegarandeerd een rol in de tv-serie zou krijgen, als die zou worden uitgezonden. Het concept van de serie is inmiddels aangekocht door BNN. Nu  de serie bij BNN weliswaar ten einde loopt, maar voor enkele afleveringen in de serie nog hoofdrollen beschikbaar zijn is naar oordeel van de voorzieningenrechter in ieder geval sprake van spoedeisend belang.

De voorzieningenrechter oordeelt dat eiser inderdaad “mocht en kon begrijpen dat krachtens de algemene voorwaarden hem een rol werd gegarandeerd in de serie, indien de serie (en niet alleen de niet uitgezonden pilot waar hij een hoofdrol in speelde) op televisie zou worden uitgezonden. Omdat gedaagde K. Beheer echter geen invloed meer kan uitoefenen op de serie bij BNN kan K. Beheer de overeenkomst feitelijk niet nakomen en wordt de primaire vordering tot nakoming voorshands afgewezen. Eiser heeft daardoor echter wel recht op schadevergoeding. Maar aangezien de omvang van de schade onvoldoende aannemelijk is gemaakt (waarbij ook de opstelling van gedaagde een rol speelt) en eiser bij de schadevergoeding geen spoedeisend belang heeft w.b.t. mogelijke schadebeperking een rol speelt, wordt ook de subsidiaire vordering tot schadevergoeding afgewezen. 

4.6. Uit de wederzijdse standpunten blijkt dat partijen de algemene voorwaarden op dit punt elk in verschillende zin uitleggen. Ter beantwoording van de vraag welke opvatting de juiste is, komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs mochten toekennen aan het beding waarvan nakoming wordt gevorderd en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. In de artikelen 9 en 13 van de algemene voorwaarden draait het om de zinsnede “als deze op tv uitgezonden wordt”. Uit de tekst valt naar voorlopig oordeel niet op te maken dat ‘deze’ uitsluitend verwijst naar ‘de pilot” en niet naar ‘de serie’. Evenmin wordt dit voorshands aannemelijk uit de tekst van de website, nu het onzijdig gebruikte woord ‘het’ in de zinsnede ‘of en wanneer op welke zender het uitgezonden gaar worden niet uitsluitend. naar ‘de pilot’ hoeft te verwijzen. Dat betekent dat op dit moment noch de bewoording van de artikelen 9 en 13 van de algemene voorwaarden, noch die in combinatie met de tekst op de website, voldoende aannemelijk maakt dat het recht op een rol in de serie bij BNN slechts ontstaat, indien behalve de serie ook de  pilot op televisie wordt uitgezonden. Zelfs als dit uit de algemene voorwaarden in combinatie met de tekst op de website moet worden gelezen - zoals K.  Beheer heeft betoogd - was een duidelijk omschreven voorbehoud hiertoe op de website op zijn plaats geweest. Dit berekent dat eiser naar voorlopig oordeel mocht en kon begrijpen dat krachtens de algemene voorwaarden hem een rol werd gegarandeerd in de serie, indien de serie op televisie zou worden uitgezonden. Nu-tussen partijen niet in geschil is dat de serie op televisie wordt uitgezonden, bestaat naar voorlopig oordeel tussen eiser en K Beheer dan ook op grond van de algemene voorwaarden een overeenkomst tot het geven van een rol aan eiser in de serie.

4.11. Eiser heeft materiële en immateriële schade ter hoogte van €50.000 gevorderd. Hij heeft echter de hoogte van het bedrag niet nader onderbouwd. Aannemelijk is dat K. Beheer alle drie de hoofdrolwinnaar van dc pilot, waar Eiser er één van is, een vorm van schadevergoeding heeft aangeboden door het aanbieden van een cursus als compensatie voor het niet doorgaan van hun hoofdrollen. Evenzeer is aannemelijk dat de keuze van eiser om niet mee te doen aan de casting voor een vast rol in de serie bij BNN van invloed is op de hoogte van dc schadevergoeding. Daardoor heeft hij een mogelijkheid om de schade te beperken onbenut gelaten. Naar voorlopig oordeel is de omvang van de schade daarom onvoldoende aannemelijk gemaakt. Daarbij is noch gesteld, noch aannemelijk geworden dat in deze procedure voor sen schadevergoeding een spoedeisend belang heeft, zodat eiser hiervoor een bodemprocedure aanhangig moet maken. De subsidiair gevraagde voorziening wordt derhalve ook geweigerd.

Lees het vonnis hier.