Een voldoende (aanvullend) persoonlijk stempel

22-01-2012 Print this page

B9 10690. Hoge Raad, 11 november 2011 conclusie A-G Verkade in zaak 10/05136 HR, 7-Eleven Inc. Laprior N.V. (met dank aan Niels Mulder, DLA Piper). 

Auteursrecht. In deze langlopende zaak waarin de feiten zich afspelen op St. Maarten, heeft het internationaal, maar niet op Sint Maarten opererende supermarktketen 7-Eleven zich tevergeefs gekeerd tegen het gebruik van de handelsnaam ‘7 Alive’ door Laprior op Sint Maarten.

Het geschil is al eerder bij de Hoge Raad geweest. In het arrest van 8 mei 2009 oordeelde de Hoge Raad dat het hof niet voorbij had mogen gaan aan het beroep van 7-Eleven op een haar krachtens art. 8 Auteursverordening 1913 (Av) toekomend auteurschap op het 7 Eleven logo. Het GHvJNA en Aruba heeft in zijn vonnis van 27 augustus 2010 het bestreden vonnis van het GEA wederom bevestigd en de vordering van 7-Eleven wederom afgewezen, nu omdat het (in ter plaatse 50 jaar durende) auteursrecht inmiddels zou zijn verlopen. 

Alle klachten van het cassatiemiddel hebben te maken met de vraag of het door 7-Eleven ingeroepen ‘jongere’ logo (uit 1968), waarop een verondersteld haar toekomend auteursrecht nog niét door tijdsverloop vervallen is, op (voldoende) auteursrechtelijk relevante wijze afwijkt van het ‘oudere’ logo uit 1946, ten aanzien waarvan het verval van auteursrecht door tijdsverloop door 7-Eleven niet bestreden is. Naar mening van A-G Verkade is echter onvoldoende duidelijk gemaakt dat het nieuwe logo onmiskenbaar een nieuw werk is en ten opzichte van het oude logo een voldoende (aanvullend) persoonlijk stempel van de maker draagt. Het beroep dient naar zijn mening dan ook te worden verworpen.

Lees de conclusie hier.