Geen grote mate van zekerheid

15-11-2011 Print this page

B9 10417. Gerechtshof ’s-Gravenhage, 15 november 2011, LJN: BU4306, Holland Casino tegen Geïntimeerde (met gelijktijdige dank aan Jurian van Groenendaal, Boekx).

Mediarecht / (on)rechtmatige publicaties. Turbospoedappel in de zaak over de voorgenomen publicatie door een ex-werknemer van Holland Casino van een boek over Holland Casino. Interessante zaak over de afweging van arbeidsrechtelijke en/of contractuele geheimhouding en de vrijheid van meningsuiting. In hoger beroep stelt Holland Casino naast de vordering ex art. 843 Rv, afgifte tot inzage van bepaalde bescheiden, i.c. het boek, een nieuwe vordering in tot, kort gezegd, een preventief publicatieverbod. Het hof bekrachtigt echter het vonnis waarvan beroep (Vzr. Rechtbank Rotterdam, 25 oktober 2011, B9 10329) en wijst alle vorderingen af.

Er kan, kort samengevat, niet met een grote mate van zekerheid worden aangenomen dat daadwerkelijk rechten of vrijheden van anderen (dreigen te) worden geschonden. Instemming met het geheimhoudingsbeding niet kan worden beschouwd als een afstand van recht op vrije meningsuiting, van toewijzing van een vordering op grond van artikel 843a Rv gaat daarnaast in dit soort gevallen een ‘chilling effect’ uit, waardoor het recht op vrije meninguiting de facto wordt beperkt, en tenslotte moet het recht om zelf te beslissen of een nog niet gepubliceerd boek aan een ander ter beschikking wordt gesteld, als een fundamenteel aspect van het recht op privé-leven worden beschouwd, waarbij aan de noodzaak/proportionaliteit van de inmenging stringente eisen moeten worden gesteld.

Preventief publicatieverbod: 4.5 (…) Handhaving van een geheimhoudingsbeding als het onderhavige (met de in rov. 4.4 omschreven ‘beperkte’ betekenis) zal doorgaans op grond van artikel 10 lid 2 EVRM gerechtvaardigd zijn indien overtreding van het geheimhoudingbeding vast staat, het daardoor in concreto beschermde belang zwaarwegend genoeg is en niet met succes een klokkenluiderverweer is gevoerd. Zo bezien vloeit de verplichting tot naleving van zo een geheimhoudingsbeding voort uit de aan het recht op vrije meningsuiting inherente ‘duties and responsabilities’. Dit een en ander voert tot de conclusie dat het geheimhoudingsbeding uit de vaststellingsovereenkomst een bevestiging/inprenting vormt van reeds bestaande verplichtingen van [geïntimeerde], en dat de instemming daarmee door [geïntimeerde] dus niet kan worden beschouwd als een afstand van recht. Het onder 4.2 vermelde argument van Holland Casino gaat bijgevolg niet op.

4.7   Met onderdeel (a) ziet Holland Casino over het hoofd dat – zoals door het hof ten pleidooie ter sprake en in discussie is gebracht – de rechter als onderdeel van de staat de grondrechten van het EVRM ten volle dient te respecteren en dus geen uitspraak mag doen die in strijd is met een van die grondrechten, waaronder artikel 10 EVRM. Daarnaast is van de zijde van Holland Casino ten pleidooie naar aanleiding van een vraag van het hof opgemerkt dat Holland Casino een stichting is die krachtens haar statuten al haar inkomsten afdraagt aan de staat. Dit betekent dat het er met [geïntimeerde] voor moet worden gehouden dat Holland Casino een staatsbedrijf is en dat artikel 10 EVRM in de relatie tussen haar en [geïntimeerde] derhalve rechtstreeks werking heeft.

4.10. (…) De bij preventief ingrijpen te hanteren stringente noodzakelijkheids-/evenredigheidstoets brengt met zich dat tot toewijzing van vordering D alleen kan worden overgegaan wanneer met een grote mate van zekerheid kan worden aangenomen dat vertrouwelijke informatie dreigt te worden geopenbaard en/of de reputatie of rechten van anderen dreigen te worden geschonden. In dit geval komt dit er op neer dat met een hoge mate van zekerheid moet kunnen worden aangenomen dat [geïntimeerde] het geheimhoudingsbeding dreigt te overtreden. De door Holland Casino genoemde belangen bij handhaving van het geheimhoudingsbeding – waaronder de privacy van gasten en de beveiliging van de ‘kas’ waar de gasten onder meer geld kunnen inruilen tegen chips – zijn zeker zwaarwegend, maar tegenover het eveneens grote belang van de vrijheid van meningsuiting en met name de ’the dangers inherent on prior restraints‘ niet zo zwaarwegend dat de lat voor de aannemelijkheid van een dreigende overtreding lager moet worden gelegd.

4.12 (…) Het is alleszins denkbaar dat [geïntimeerde] hierover slechts algemene, onschadelijke feitelijkheden naar buiten zal brengen en/of zijn mening zal geven, hetgeen ook door Holland Casino toelaatbaar wordt geacht. Ook is het bijvoorbeeld mogelijk dat [geïntimeerde] zijn ervaringen bij Holland Casino op niet tot concrete gebeurtenissen of personen te herleiden wijze zal verwerken in een sleutelroman. Dat, zoals door Holland Casino ten pleidooie in hoger beroep nog is opgeworpen, [geïntimeerde] in het interview met Giel Beelen zijn boek als ‘zeer spraakmakend’ heeft betiteld maakt dit niet anders. In dat interview werd [geïntimeerde], die over de inhoud van zijn boek niets wilde zeggen maar het kennelijk tegelijkertijd wilde promoten, uitgedaagd om aan te geven waarom iemand zijn boek zou moeten lezen en in dit licht is het gebruik van de woorden ‘zeer spraakmakend’ te beschouwen als een weinig zeggend compromis tussen de twee moeilijk te verenigen posities die [geïntimeerde] in dat interview innam. Giel Beelen heeft dit blijkens zijn slotwoorden kennelijk ook zo opgevat. Het hof onderschrijft voorts niet het standpunt van Holland Casino, dat de vrees dat [geïntimeerde] het (beperkte) geheimhoudingsbeding zal overtreden, is toegenomen na diens brief van 28 oktober 2011, waarin Holland Casino leest dat [geïntimeerde] er ‘slechts’ naar streeft om zich aan zijn geheimhoudingsplicht te houden. Dat streven kan ook positief worden benaderd en het is geenszins uit te sluiten dat [geïntimeerde] in dat streven zal slagen. Al met al kan niet met de voor een preventief publicatieverbod vereiste mate van zekerheid worden aangenomen dat [geïntimeerde] het geheimhoudingsbeding dreigt te overtreden.

843a Rv: 5.5  In hoger beroep is door Holland Casino echter – terecht – niet bestreden dat, zoals in rov. 4.6.4 van het vonnis is overwogen, de wetenschap dat een tekst van tevoren zal worden bekeken leidt tot ongewenste terughoudendheid bij de schrijver. Van toewijzing van een vordering op grond van artikel 843a Rv in dit soort gevallen gaat dus een ‘chilling effect’ uit waardoor het recht op vrije meningsuiting de facto wordt beperkt. De bij de vraag of deze beperking geoorloofd is aan te leggen noodzakelijkheids-/evenredigheidstoets brengt met zich dat ten minste aannemelijk moet zijn dat sprake is van een (dreigende) aantasting van zwaarwegende belangen. Omdat het ‘chilling effect’ van een mogelijke artikel 843a Rv-vordering een minder vergaande beperking van de vrijheid van meningsuiting oplevert dan een preventief publicatieverbod, vergt het noodzakelijkheids-/evenredigheidscriterium niet dat in het kader van artikel 843a Rv dezelfde strenge eisen aan de aannemelijkheid van de (dreigende) belangenaantasting worden gesteld als bij een preventief publicatieverbod (zie rov. 4.10). Uit het onder 4.12 overwogene volgt evenwel dat ook niet in voldoende mate aannemelijk is geworden dat vertrouwelijke informatie dreigt te worden geopenbaard en/of de reputatie of rechten van anderen dreigen te worden geschonden om in dit geval op de voet van lid 2 van artikel 10 een inzage-bevel gerechtvaardigd te achten. Holland Casino heeft bij haar vordering A derhalve (wel belang maar) geen rechtmatig belang, althans er is sprake van een gewichtige reden in de zin van artikel 843a lid 4 Rv.

Zelfbeslissingsrecht: 5.6   Hierbij komt nog het volgende. Vast staat dat [geïntimeerde] een boek over Holland Casino aan het schrijven is of al heeft geschreven en dat dit boek nog niet is gepubliceerd. (…)

5.7   Naar aanleiding van deze stellingen van [geïntimeerde] wordt – ambtshalve de rechtsgronden daarvan aanvullend – overwogen dat het schrijven van een boek en de beslissing om het manuscript, of het reeds voltooide boek zolang het niet is gepubliceerd, al dan niet aan een ander ter beschikking te stellen privé-aangelegenheden zijn die onder de bescherming van het recht op privé-leven van artikel 8 EVRM vallen. Het betreft hier een recht dat vergelijkbaar is met het recht op briefgeheim/‘respect for correspondence’ waarover uitvoerige op artikel 8 EVRM gebaseerde rechtspraak van het EHRM bestaat. De inzage-vordering van Holland Casino strekt tot inmenging in [geïntimeerde]’s recht op privé-leven, waarbij nog wordt gewezen op het hiervoor onder 4.7 overwogene. Een dergelijke inmenging is ingevolge lid 2 van artikel 8 EVRM alleen geoorloofd wanneer dat noodzakelijk is in een democratische samenleving voor – voor zover hier relevant – de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. Aangezien het recht om zelf te beslissen of een nog niet gepubliceerd boek aan een ander ter beschikking wordt gesteld, als een fundamenteel aspect van het recht op privé-leven moet worden beschouwd, moeten aan de noodzaak/proportionaliteit van de inmenging stringente eisen worden gesteld. Daaruit volgt dat, wil een inmenging geoorloofd zijn, met een grote mate van zekerheid moet kunnen worden aangenomen dat daadwerkelijk rechten of vrijheden van anderen (dreigen te) worden geschonden. Gezien het onder 4.12 overwogene is aan deze eis – waarover partijen hebben gedebatteerd (zie de rovv. 4.1 en 4.12) – niet voldaan. Dat betekent dat een maatregel die met zich brengt dat [geïntimeerde] gedwongen wordt het manuscript of de drukproef van zijn boek aan Holland Casino ter beschikking te stellen, de toets aan artikel 8 EVRM niet kan doorstaan. Ook om deze reden heeft Holland Casino geen rechtmatig belang bij haar daartoe strekkende vordering, althans is sprake van een gewichtige reden als bedoeld in artikel 843a lid 4 Rv.

5.8  Gelet op het onder 5.5 t/m 5.7 overwogene is de artikel 843a Rv-vordering van Holland Casino niet toewijsbaar. Hoewel, naar onder 5.4 is opgemerkt, de grieven van Holland Casino op onderdelen terecht zijn voorgesteld, kunnen zij dus niet tot vernietiging van het bestreden vonnis leiden.

Lees het arrest hier