HvJ Scarlet Extended: Geen filterverplichting ISP's

24-11-2011 Print this page

B9 10452. HvJ EU, 24 november 2011, zaak C70/10, Scarlet Extended NV tegen SABAM ( Prejudiciële vragen Hof van beroep te Brussel).

“Noch uit het Handvest, noch uit de rechtspraak van het Hof vloeit voort dat het intellectuele eigendomsrecht onaantastbaar is en daarom absolute bescherming moet genieten.”

Auteursrecht. Het Unierecht staat eraan in de weg dat een nationale rechter een internetprovider gelast een filtersysteem in te voeren om het illegale downloaden van bestanden te voorkomen. Een dergelijk bevel is in strijd met het verbod om een dergelijke dienstverlener een algemene toezichtverplichting op te leggen, en ook met het vereiste van een juist evenwicht tussen enerzijds het intellectuele-eigendomsrecht en anderzijds de vrijheid van ondernemerschap, het recht op bescherming van persoonsgegevens en de vrijheid om informatie te ontvangen of te verstrekken.

De nationale regels moeten de beperkingen naleven die uit het Unierecht voortvloeien, zoals met name het in de richtlijn inzake elektronische handel vervatte verbod voor de nationale autoriteiten om maatregelen te nemen die een internetprovider zouden verplichten een algemeen toezicht uit te oefenen op de informatie die hij op zijn netwerk doorgeeft. In dit opzicht stelt het Hof vast dat het aan de orde zijnde rechterlijk bevel Scarlet verplicht tot het actief toezicht houden op alle gegevens van al haar klanten teneinde elke toekomstige inbreuk op intellectuele-eigendomsrechten te voorkomen. Het bevel legt bijgevolg een door de richtlijn inzake elektronische handel verboden algemene toezichtverplichting op. Bovendien schendt dat bevel de toepasselijke grondrechten.

Het intellectuele-eigendomsrecht wordt weliswaar door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie beschermd, maar noch uit dit Handvest, noch uit de rechtspraak van het Hof vloeit voort dat dit recht onaantastbaar is en daarom absolute bescherming moet genieten.

In casu veronderstelt het rechterlijk bevel tot invoering van een filtersysteem dat in het belang van de houders van auteursrechten toezicht wordt gehouden op alle elektronische communicatie die op het netwerk van de betrokken internetprovider wordt verricht, welk toezicht bovendien onbeperkt is in de tijd. Een dergelijk bevel leidt dus tot een ernstige beperking van de vrijheid van ondernemerschap van Scarlet, aangezien het haar verplicht om een permanent, duur en ingewikkeld informaticasysteem in te voeren dat alleen door haar wordt bekostigd.

Bovendien beperken de effecten van dat rechterlijk bevel zich niet tot Scarlet, aangezien het filtersysteem ook een aantasting kan vormen van de grondrechten van haar klanten, namelijk van hun recht op bescherming van persoonsgegevens en van hun vrijheid om informatie te ontvangen of te verstrekken, welke rechten worden beschermd door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Het staat namelijk vast dat dit rechterlijk bevel een systematische analyse van alle inhoud veronderstelt en de verzameling en identificatie van de IP-adressen van de gebruikers die illegale inhoud via het netwerk versturen. Die adressen vormen beschermde persoonsgegevens. Bovendien kan het rechterlijk bevel ook de vrijheid van informatie beperken, aangezien het filtersysteem mogelijk onvoldoende onderscheid maakt tussen legale en illegale inhoud, zodat de toepassing ervan zou kunnen leiden tot de blokkering van communicatie met legale inhoud.

Bijgevolg stelt het Hof vast dat de nationale rechter bij uitvaardiging van een rechterlijk bevel waarbij Scarlet wordt verplicht een dergelijk filtersysteem in te voeren, niet het vereiste eerbiedigt dat een juist evenwicht wordt verzekerd tussen enerzijds het intellectuele-eigendomsrecht en anderzijds de vrijheid van ondernemerschap, het recht op bescherming van persoonsgegevens en de vrijheid om informatie te ontvangen of te verstrekken.

Het Hof antwoordt derhalve dat het Unierecht eraan in de weg staat dat een internetprovider wordt gelast een filtersysteem in te voeren voor alle elektronische communicatie via zijn diensten, dat zonder onderscheid op al zijn klanten wordt toegepast, preventief werkt, uitsluitend door hem wordt bekostigd en geen beperking in de tijd kent Een dergelijk bevel is in strijd met het verbod om een dergelijke dienstverlener een algemene toezichtverplichting op te leggen, en ook met het vereiste van een juist evenwicht tussen enerzijds het intellectuele-eigendomsrecht en anderzijds de vrijheid van ondernemerschap, het recht op bescherming van persoonsgegevens en de vrijheid om informatie te ontvangen of te verstrekken.

De nationale regels moeten de beperkingen naleven die uit het Unierecht voortvloeien, zoals met name het in de richtlijn inzake elektronische handel vervatte verbod voor de nationale autoriteiten om maatregelen te nemen die een internetprovider zouden verplichten een algemeen toezicht uit te oefenen op de informatie die hij op zijn netwerk doorgeeft. In dit opzicht stelt het Hof vast dat het aan de orde zijnde rechterlijk bevel Scarlet verplicht tot het actief toezicht houden op alle gegevens van al haar klanten teneinde elke toekomstige inbreuk op intellectuele-eigendomsrechten te voorkomen. Het bevel legt bijgevolg een door de richtlijn inzake elektronische handel verboden algemene toezichtverplichting op. Bovendien schendt dat bevel de toepasselijke grondrechten.

Het intellectuele-eigendomsrecht wordt weliswaar door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie beschermd, maar noch uit dit Handvest, noch uit de rechtspraak van het Hof vloeit voort dat dit recht onaantastbaar is en daarom absolute bescherming moet genieten.

In casu veronderstelt het rechterlijk bevel tot invoering van een filtersysteem dat in het belang van de houders van auteursrechten toezicht wordt gehouden op alle elektronische communicatie die op het netwerk van de betrokken internetprovider wordt verricht, welk toezicht bovendien onbeperkt is in de tijd. Een dergelijk bevel leidt dus tot een ernstige beperking van de vrijheid van ondernemerschap van Scarlet, aangezien het haar verplicht om een permanent, duur en ingewikkeld informaticasysteem in te voeren dat alleen door haar wordt bekostigd.

Bovendien beperken de effecten van dat rechterlijk bevel zich niet tot Scarlet, aangezien het filtersysteem ook een aantasting kan vormen van de grondrechten van haar klanten, namelijk van hun recht op bescherming van persoonsgegevens en van hun vrijheid om informatie te ontvangen of te verstrekken, welke rechten worden beschermd door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Het staat namelijk vast dat dit rechterlijk bevel een systematische analyse van alle inhoud veronderstelt en de verzameling en identificatie van de IP-adressen van de gebruikers die illegale inhoud via het netwerk versturen. Die adressen vormen beschermde persoonsgegevens. Bovendien kan het rechterlijk bevel ook de vrijheid van informatie beperken, aangezien het filtersysteem mogelijk onvoldoende onderscheid maakt tussen legale en illegale inhoud, zodat de toepassing ervan zou kunnen leiden tot de blokkering van communicatie met legale inhoud.

Bijgevolg stelt het Hof vast dat de nationale rechter bij uitvaardiging van een rechterlijk bevel waarbij Scarlet wordt verplicht een dergelijk filtersysteem in te voeren, niet het vereiste eerbiedigt dat een juist evenwicht wordt verzekerd tussen enerzijds het intellectuele-eigendomsrecht en anderzijds de vrijheid van ondernemerschap, het recht op bescherming van persoonsgegevens en de vrijheid om informatie te ontvangen of te verstrekken.

Het Hof antwoordt derhalve dat het Unierecht eraan in de weg staat dat een internetprovider wordt gelast een filtersysteem in te voeren voor alle elektronische communicatie via zijn diensten, dat zonder onderscheid op al zijn klanten wordt toegepast, preventief werkt, uitsluitend door hem wordt bekostigd en geen beperking in de tijd kent.

Lees het arrest hier. Perscommuniqué hier.