36 kerstkaartfoto’s

18-07-2011 Print this page

B9 9944. Rechtbank Amsterdam, 13 juli 2011, HA ZA 10-4087, S. tegen Vrije Universiteit (met dank aan Jurian van Groenendaal, Boekx).

Auteursrecht. Kerstkaarten. Berekening schadevergoeding. Eiser, fotograaf  S., maakt in opdracht van de VU foto’s voor een kerstkaart, voor eenmalig gebruik, en constateert later dat de foto’s zonder zijn toestemming door de VU in een beeldbank zijn opgenomen met vermelding van de VU als auteursrechthebbende. De Vu heeft eveneens en zonder naamsvermelding  foto’s van S. op haar website geplaatst. De VU betwist het auteursrecht van S. niet en het geschil spitst zich dan ook volledig toe op de geleden schade.

De rechtbank concludeert dat, nu het gebruik van foto's in een beeldbank niet van invloed is op de hoogte van de daarvoor geldende tarieven, uitgegaan moet worden van door S. gehanteerde tarieven van de Universiteit Utrecht, uitgaande van een licentie voor een jaar (36 x €300,- : 10 = €1.080,- ex btw).  Met betrekking tot het ontbreken van de naamsvermelding, stelt de rechtbank dat het niet uit te sluiten valt dat S. opdrachten is misgelopen, doordat VU zijn naam niet bij de heeft vermeld. “Dat daarover geen zekerheid kan worden verkregen, behoort onder deze omstandigheden niet voor rekening van S. te komen.”

De aard van het recht op naamsvermelding verzet zich er daarnaast tegen dat dit recht d.m.v. het fictieve makerschap ex artikel 7 AW aan een werkgever toekomt en niet aan de fysieke maker. De vergoeding wordt eveneens vastgesteld op €1.080,- ex btw. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden omdat overeenstemming tussen partijen over opname van de naam van S. in een colofon niet uitgesloten kan worden.

4.4. De rechtbank stelt vast dat partijen geen afspraken hebben gemaakt over tarieven voor gebruik in een beeldbank. Hoewel zij daarover hebben onderhandeld, zijn zij niet tot overeenstemming gekomen. Aangezien VU inbreuk heeft gemaakt op auteursrecht van S., kan het niet zo zijn dat VU bepaalt welke licentievergoeding S. had kunnen vragen voor gebruik van de foto’s in de beeldbank. VU heeft nagelaten voorafgaand aan het gebruik toestemming van S. te vragen. Had zij dit wel gedaan, dan had zij wellicht over de vergoeding kunnen onderhandelen.

4.5. De door S. voor de berekening van zijn vordering gehanteerde tarieven van de Universiteit Utrecht zien op een exclusieve licentie voor de duur van 10 jaar. De rechtbank acht dat geen passende vergoeding in de thans voorliggende situatie. Daarbij neemt zij in aanmerking dat S. voor de opdracht €250,- exclusief btw heeft ontvangen en de 36 kertskaartfoto’s slechts gedurende iets meer dan 3 maanden, te weten van 12 januari tot 14 april 2010 in de beeldbank hebben gestaan. Dat S. niet al eerder melding heeft gemaakt van de inbreuk zal de rechtbank niet in zijn nadeel laten meewegen, nu hij onbetwist heeft gesteld dat hij dat niet heeft gedaan, omdat hij in onderhandeling was met VU over tarieven voor hergebruik en over met hem te maken werkafspraken en het resultaat daarvan wilde afwachten. Of de foto’s veel zijn bekeken en/of zijn gebruikt acht de rechtbank niet relevant. Bij het aangaan van een licentieovereenkomst voor opname in een beeldbank is de omvang van het gebruik dat van de foto’s gemaakt zal worden immers niet bekend. Gesteld noch gebleken is dat het te verwachten gebruik van foto's in een beeldbank op de hoogte van de daarvoor geldende tarieven van invloed is. De rechtbank zal daarom de door S. gehanteerde tarieven van de Universiteit Utrecht naar rato toepassen, uitgaande van een licentie voor een jaar. Dat brengt de gederfde licentievergoeding op 36 x €300,- : 10 = €1.080,-  exclusief btw.

Naamsvermelding: (…) 4.7. VU betwist dat S. opdrachten is misgelopen, als gevolg van het feit dat zijn naam niet in de beeldbank genoemd is, omdat de kerstkaartfoto’s volgens de gegevens van de search logs nauwelijks zijn bekeken. (…) Het is echter niet uit te sluiten dat S. opdrachten is misgelopen, doordat VU zijn naam niet bij de heeft vermeld. Dat daarover geen zekerheid kan worden verkregen, behoort onder deze omstandigheden niet voor rekening van S. te komen. De rechtbank daarom door middel van schatting een schadevergoeding vaststellen voor deze inbreuk. (…)

4.8. (…) Blijkens de door S. overgelegde en door VU niet betwiste voorwaarden voor gebruikers van de VU beeldbank relateert VU de schadevergoeding bij niet vermelden van de naam van de fotograaf door gebruikers van de beeldbank aan het bedrag dat zij zijn verschuldigd aan publicatierechten (100%). Daarin ziet de rechtbank aanleiding om in navolging van S. de vergoeding te bepalen die 100% bedraagt van do door VU verschuldigde vergoeding voor gebruik in de beeldbank. Deze vergoeding bedraagt dus €1.080; exclusief btw.

Werkgeversauteursrecht /morele rechten: 4.12. Dat een deel van de door S. in de beeldbank opgenomen foto’s zijn gemaakt toen hij op uitzendbasis dan wel in loondienst van VU heeft gewerkt, doet naar het oordeel van de rechtbank niet af aan zijn recht op naamsvermelding. De aard van het recht op naamsvermelding, een persoonlijkheidsrecht, verzet zich ertegen dat dit recht door middel van het fictieve makerschap ex artikel 7 Auteurswet aan een werkgever toekomt en niet aan de fysieke maker. Dit verweer treft daarom geen doel. (…)

Aanhouding: 4.13. (…) Ter comparitie heeft S. te kennen gegeven dat naamsvermelding ook in het colofon van de website kan plaatsvinden, maar hij heeft zijn vordering op dit punt niet aangepast. VU heeft aangeboden te bekijken of er een colofon in de website kon worden opgenomen. De rechtbank sluit niet uit dat partijen overeenstemming bereiken over opname van de naam van S. in de colofon. De rechtbank zal partijen alsnog in de gelegenheid stellen om hun standpunten op dit onderdeel van de vordering en de ten aanzien daarvan gevoerde verweren over en weer te verduidelijken

Lees het vonnis hier.