37.400 e-mailberichten

21-05-2011 Print this page

B9 9699. Gerechtshof Arnhem, 3 mei 2005, LJN: BQ5240 (KG), Appellante tegen Geïntimeerde (back- up emailbestand)

Auteursrecht, althans auteursrechtelijke component in geschil tussen voormalig werkgever en voormalig werknemer over de gevorderde afgifte van de door de ex-werknemer gekopieerde emails met mogelijke bedrijfsgeheimen. Het geschil loopt echter enigszins uit de rails door terminologische en begripsmatige onduidelijkheden. Wat is de goederenrechtelijke status van elektronische documenten? Hoe verhoudt een back up zich tot originele documenten? Is artikel 7 AW van toepassing nu van openbaarmaking van de e-mails/documenten is geen sprake is? En wat wil appelante nu eigenlijk nog, nu geïntimeerde een dvd met de door hem gemaakte back up inmiddels heeft afgegeven?

Het hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep en wijst de gevorderde afgifte af. Daarbij concludeert het hof allereerst dat niet gebleken is dat de digitale gegevens op de dvd, die zelf weer een kopie zijn van de originele e-mailbox, op zichzelf vatbaar zijn voor afgifte (revindicatie), nu ingevolge artikel 5:2 BW revindicatie is beperkt tot zaken. “Gesteld noch gebleken dat e-mails en digitale documenten zaken zijn, nu ingevolge artikel 3:2 BW als zaken moeten worden beschouwd de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten. Daarvan is geen sprake.”

Daarnaast is onvoldoende gebleken dat artikel 13 van de arbeidsovereenkomst, dat betrekking heeft op (teruggave van) originele documenten,  ook ziet op afgifte van een digitale kopie. “Het concept wetsvoorstel versterking bestrijding computercriminaliteit maakt dit niet anders, reeds nu dit voorstel zich nog in een zeer premature fase bevindt.”

En ook een laatste auteursrechtelijk anker houdt het niet: “Dat de enkele verveelvoudiging door middel van de back-up bestreken zou worden door het verbod van artikel 1 Aw is onvoldoende komen vast te staan. Immers, de auteursrechtelijke bescherming van digitale documenten als een ander geschrift in de zin van artikel 10 Aw is beperkt tot de situatie dat het geschrift is (bestemd om) openbaar gemaakt (te worden). Daarvan is gelet op hetgeen hiervoor is overwogen geen sprake.”

IE-rechten:  5.13  Het beroep op de IE-rechten heeft [appellante] slechts onderbouwd door te verwijzen naar artikel 7 Auteurswet (Aw). In dit kort geding kan evenwel niet worden vastgesteld dat [appellante] aan de Auteurswet een rechtsgrond tot afgifte van de dvd als hiervoor bedoeld kan ontlenen. Dat [geïntimeerde] in strijd met (artikel 1 in verbinding met artikel 7 van) de Aw heeft gehandeld is niet voldoende komen vast te staan. Van openbaarmaking van de e-mails/documenten is geen sprake, [appellante] heeft dit ook niet gesteld, terwijl [geïntimeerde] heeft aangevoerd deze e-mails te bewaren voor het geval hij mogelijk in een arbeidsrechtelijk geschil over zijn functioneren als directeur verzeild zal raken. Hij heeft voorts gesteld dat hij zich houdt aan zijn geheimhoudingsverplichting, hetwelk door [appellante] niet is weersproken en waarvan het hof dus uitgaat. Dat de enkele verveelvoudiging door middel van de back-up bestreken zou worden door het verbod van artikel 1 Aw is onvoldoende komen vast te staan. Immers, de auteursrechtelijke bescherming van digitale documenten als een ander geschrift in de zin van artikel 10 Aw is beperkt tot de situatie dat het geschrift is (bestemd om) openbaar gemaakt (te worden). Daarvan is gelet op hetgeen hiervoor is overwogen geen sprake. Of het aan [geïntimeerde] verboden is in de toekomst eventueel gebruik te maken van de e-mails en documenten ingeval sprake zou zijn van een arbeidsrechtelijk conflict, ligt hier niet voor en behoeft dus ook geen bespreking. Het hof roept voorts in herinnering dat de vraag of [geïntimeerde] [appellante] door en met zijn kennis beconcurreert, dan wel [X B.V.] zich als zijn nieuwe werkgever daarvan gebruik maakt, in dit geding niet voorligt.

Lees het arrest hier.