A-G concludeert tot verwerping van cassatieberoep inzake toegewezen verzoek tot inzage

01-08-2018 Print this page
B915481

Conclusie A-G Wesseling-van Gent, 6 juli 2018, Syngenta

 

Syngenta, eiseres tot cassatie, houdt zich onder meer bezig met de ontwikkeling en verkoop van diverse groenterassen. Zij laat haar planten opkweken bij Plantenkwekerij A. De opgekweekte groentegewassen laat Sygenta vervoeren van A naar de verweerster in cassatie. Verweerster verzorgt de groentegewassen die eigendom zijn van Syngenta. In 2015 zijn besmette tomatenplanten van Syngenta gevonden bij verweerster. Syngenta laat onderzoek uitvoeren en stelt op basis daarvan dat de bron van besmetting van verweerster ligt. Syngenta heeft de duurovereenkomst met verweerster om die reden opgezegd. Verweerster stelt dat de bron van besmetting bij A ligt en wil inzage in de test- en onderzoeksresultaten van Syngenta, maar Syngenta weigert. Verweerster heeft bij de rechtbank Noord-Holland op grond van art. 843a Rv om inzage van de resultaten verzocht. De rechtbank Noord-Holland veroordeelt Syngenta  bij beschikking van 30 juni 2016 om afschrift te verstrekken van verschillende onderzoeksresultaten. Syngenta stelt hoger beroep in tegen de beschikking. Het Gerechtshof Amsterdam veroordeelt Syngenta bij beschikking van 20 juni 2017 opnieuw om afschrift te verstrekken. Syngenta stelt tegen de beschikking cassatieberoep in. 

 

In cassatie gaat het om de vraag of het hof op goede gronden heeft geoordeeld dat het verzoek van verweerster in cassatie tot inzage op de voet van art. 843a Rv op de juiste wijze is ingeleid, zij rechtmatig belang heeft bij haar verzoek en er geen weigeringsgronden zijn die aan inzage in de weg staan.

 

De A-G overweegt dat het oordeel van het hof geen blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting. Het hof heeft de vereiste belangenafweging verricht en is tot de slotsom gekomen dat het belang van geheimhouding van Syngenta minder zwaar weegt dan het belang van verweerster bij verstrekking van de genoemde stukken. Er is derhalve geen sprake van een gewichtige reden die zich tegen de inzage verzet. 

 

De A-G besteedt tevens aandacht aan lid 4 van art. 843a Rv. Volgens dit lid kan inzage worden geweigerd indien redelijkerwijs kan worden aangenomen dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder verschaffing van de gevraagde gegevens is gewaarborgd. Hetgeen volgens de A-G echter niet betekent dat het een gegeven is dat de behoorlijke rechtsbedeling ook zonder de gevraagde gegevens is gewaarborgd, indien de mogelijkheid bestaat om het bewijs langs een andere weg te krijgen. Het begrip 'redelijkerwijs' wijst op een belangenafweging, die het hof heeft verricht. 

 

De conclusie van A-G Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het cassatieberoep. 

 

ECLI:NL:PHR:2018:829