Aanpassingen in de tweede en volgende druk

19-03-2012 Print this page

B9 10957. Vzr. Rechtbank Maastricht, 19 maart 2012, LJN: BV9228. Eiser tegen Gedaagde en Dutch Media Uitgevers B.V.

Mediarecht. (On)rechtmatige publicatie. De tweede en volgende drukken van het boek 'In Gods Naam’ mogen slechts na aanpassing worden gepubliceerd. Het boek In Gods Naam is een ‘gedramatiseerde reconstructie’ en "laat het ontaarde leven van pastoor-deken H.  zien. Een leven vol luxe auto’s, relaties met mannen en vrouwen, buitensporig drankgebruik, vele plezierreisjes en misbruik van geld uit de armenkas van zijn parochie”. Eiser, een priesters die in dezelfde periode als H. door bisschop Gijsen werd opgeleid, stelt dat hij buiten de in het boek beschreven affaire staat, maar toch op vele plaatsen in het boek op een onjuiste en suggestieve wijze wordt genoemd en vordert aanpassing.

De voorzieningenrechter oordeelt dat er, ook al betreft het een tweede druk, nog altijd voldoende spoedeisend belang is ('een nieuwe herhaalde aantasting van zijn eer en goede naam') en wijst de vorderingen gedeeltelijk toe. Gedaagden dienen enkele passages waarin eiser genoemd wordt te schrappen, nu deze passages de eer en goede naam van eiser aantasten en daarom onrechtmatig zijn. Andere passages (en b.v. een foto van eiser samen met anderen in een show van Sonja Barend) behoeven naar mening van de voorzieningenrechter geen aanpassing.

“3.7. Gedaagden hadden deze misstand [kunstroof] ook kunnen beschrijven zonder eiser erin te betrekken. Desondanks hebben gedaagden op pagina 75 eiser te kijk gezet als betrokken bij de kunstroof. Nu gedaagden zich ook daar uitsluitend baseren op een verklaring van een (inmiddels overleden) dorpeling in het boek als volgt opgenomen: “In de twee andere mannen meent hij de Maastrichtse pastoor (...) en [Eiser] te herkennen. Vrienden van [[H]], die net zoals de deken bekendstaan om hun voorliefde voor mooie spullen en kerkantiek in het bijzonder” zonder de verklaring van die dorpeling van nevenbewijs te voorzien anders dan wederom een verklaring van horen zeggen door die dorpeling bij monde van [[D]] (productie 12 gedaagden) ontbreekt een deugdelijke feitelijke basis en is deze vermelding onrechtmatig te achten.  Zowel de gevorderde verwijdering van eisers naam op pagina 62 als op pagina 75 worden daarom toegewezen.”

(…) 3.8. De foto van eiser midden in het boek samen met anderen in een show van Sonja Barend in 1985, waarvan eiser verwijdering vordert, heeft betrekking op een historisch beeld; de foto is gebaseerd op een publiek optreden van eiser op de televisie en dus op ware feiten gebaseerd. Eiser heeft echter noch feitelijk, noch juridisch aangegeven welk redelijk belang hij heeft om zich tegen openbaarmaking van de foto te verzetten. Daar staat tegenover dat gedaagden onweersproken hebben aangevoerd dat eiser bij Sonja Barend de conservatieve lijn van de kerk verdedigde en een foto hiervan past in de historische context van het boek, hetgeen overigens niet onaannemelijk is. De vordering tot verwijdering van die foto zal daarom worden afgewezen.

Lees het vonnis hier.