Afschriften en bescheiden

12-08-2011 Print this page

B9 10028. Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 12 augustus 2011, Douwe Egberts Nederland B.V. & Sara Lee/DE B.V. tegen Nespresso Nederland B.V.

Octrooirecht. Procesrecht. Koffiecupjes, althans koffiecupjesmachinerie. Het geschil i.c. maakt onderdeel uit van een reeks procedures tussen partijen m.b.t. de Nespresso capsules van Nespresso c.s. en de generieke varianten eisers DE en Sara Lee. Het onderhavige vonnis ziet op een (eerder bij incident in VRO-procedure gevorderde) vordering van Sara Lee/DE tot overlegging van afschriften en bescheiden ten behoeve van nadere substantiëring van haar niet-inbreuk verweer.

De vordering wordt afgewezen. Eisers hebben geen rechtmatig belang bij de gevorderde bescheiden. Dat ten onrechte prioriteit zou zijn ingeroepen is onvoldoende onderbouwd. “De voorzieningenrechter [zal], nu hij aldus door Sara Lee/DE c.s. niet in staat  gesteld wordt zich over de aannemelijkheid van de gestelde ongeldige prioriteit een voorlopig oordeel te vormen, voorshands niet van de juistheid van de stellingen van Sara Lee/DE c.s. ter zake kunnen uitgaan.” (…) “Zulks laat onverlet [dat in de bodemprocedure] mogelijk alsnog aanleiding bestaat Nestlé c.s. te bevelen afschriften van een of meer van de door Sara Lee/DE c.s. gevorderde bescheiden over te leggen.”

4.4. Die stelling – en daarmee het belang bij de gevorderde afschriften van bescheiden– is echter slechts relevant indien met Sara Lee/DE c.s. zou moeten worden aangenomen dat EP 236 en EP 305 ten onrechte prioriteit inroepen van 10 juli 2003. Dat dit het geval zou zijn, heeft Sara Lee/DE c.s. in dit geding evenwel niet onderbouwd. Zij heeft enkel verwezen naar het door haar in de bodemprocedure gevoerde betoog, zonder hieraan in de dagvaarding of ten pleidooie ook maar in enigerlei mate aandacht te besteden. Sterker nog, Sara Lee/DE c.s. heeft, zoals Nestlé c.s. terecht heeft opgemerkt, uitdrukkelijk de stelling betrokken dat zulks in dit geding “niet nodig” is en – gelet op de complexiteit van de materie – te ver zou voeren (vgl. positum 93 dagvaarding en paragraaf 50 pleitnota mrs. Kuipers en Hustinx). Naar voorlopig oordeel miskent Sara Lee/DE c.s. daarmee dat de vraag naar de geldigheid van de ingeroepen prioriteit er een is die de voorzieningenrechter in het kader van de beoordeling van een andere vraag, namelijk of Sara Lee/DE c.s. bij het verkrijgen van afschriften een rechtmatig belang heeft, dient te betrekken. Nu Nestlé c.s. in de bodemprocedure in haar antwoord in reconventie de stellingen van Sara Lee/DE c.s. ter zake gemotiveerd heeft bestreden, en Sara Lee/DE c.s. haar andersluidende stellingen in dit kort geding niet nader heeft gesubstantieerd, zal de voorzieningenrechter, nu hij aldus door Sara Lee/DE c.s. niet in staat wordt gesteld zich over de aannemelijkheid van de gestelde ongeldige prioriteit een voorlopig oordeel te vormen, voorshands niet van de juistheid van de stellingen van Sara Lee/DE c.s. ter zake kunnen uitgaan. Dit betekent ook dat voorshands niet aannemelijk is geworden dat Sara Lee/DE c.s. bij haar vorderingen een rechtmatig belang heeft, zodat deze reeds hierop stranden. 

4.5. De vorderingen in dit kort geding zullen derhalve worden afgewezen. Zulks laat onverlet dat indien in de bodemprocedure zou komen vast te staan dat prioriteit ten onrechte wordt ingeroepen van 10 juli 2003 en de Essenza-machine alle kenmerken van de extractie-inrichting volgens EP 236 en EP 305 belichaamt, mogelijk alsnog aanleiding bestaat Nestlé c.s. te bevelen afschriften van een of meer van de door Sara Lee/DE c.s. gevorderde bescheiden over te leggen.

Lees het vonnis hier.