Antwoord Kamervragen over het aanpassen van boeken onder druk van de woke doctrine

06-07-2023 Print this page
B916547

In februari verscheen in verschillende media het bericht dat de uitgever van de boeken van Roald Dahl beschrijvingen van een aantal van zijn personages aangepast had. Zo zijn Oempa Loempa's nu "kleine mensen" en geen "kleine mannetjes" en is Caspar Slok nu "enorm" in plaats van "dik". Op 4 mei 2023 hebben de leden Eerdmans en Pouw-Verweij (beiden JA21) schriftelijke vragen gesteld over het aanpassen van boeken. Een aantal van deze vragen zagen ook op het auteursrecht van deze (overleden) schrijvers op de oorspronkelijke teksten.

De vragen met betrekking tot auteursrecht:

  • Bent u ermee bekend dat in ieder geval Roald Dahl bij leven heeft aangegeven dat hij absoluut niet wilde dat zijn werken na zijn dood zouden worden aangepast? Wat is uw oordeel over het postuum aanpassen van werken van auteurs in de wetenschap dat zij dit niet hebben gewild? 
  • Kunt u helder en uitgebreid uiteenzetten welke beschermingsconstructies er momenteel van toepassing zijn op boeken van auteurs die niet meer in leven zijn, onder andere met betrekking tot zaken als auteursrecht, intellectueel eigendom etc? 
  • Wat is de reikwijdte hiervan? Met andere woorden: bestaan er juridische beperkingen met betrekking tot het aanpassen of totaal herschrijven van dergelijke werken en zo ja, welke?
  • Kunt u aangeven of en op welke wijze auteurs beschermd zijn en/of kunnen worden tegen voor hen ongewenste aanpassingen aan hun werk bij de verfilming ervan? Kunt u ook hierbij weer specifiek ingaan op zaken met betrekking tot intellectueel eigendom en auteursrecht?

In Antwoord 8 reageert Staatssecretaris Uslu (OCW) op deze vragen:

Antwoord 8

Het auteursrecht is het uitsluitend recht van de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, zoals een boek, of van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld (artikel 1 van de Auteurswet). Het auteursrecht geldt in beginsel tot 70 jaar na de dood van de maker (artikel 37 van de Auteurswet).

Naast het uitsluitend recht van de maker om een werk openbaar te maken en te verveelvoudigen, ook wel exploitatierechten genoemd, kent de Auteurswet de maker ook persoonlijkheidsrechten toe (artikel 25 van de Auteurswet). De maker kan deze rechten ook uitoefenen nadat hij het auteursrecht heeft overgedragen.

Met een beroep op artikel 25 van de Auteurswet kan een maker zich onder meer verzetten tegen het aanbrengen van wijzigingen in het betreffende werk, tenzij verzet tegen een dergelijke wijziging onredelijk zou zijn (artikel 25, eerste lid, sub c van de Auteurswet), of tegen elke aantasting van het betreffende werk die nadeel zou kunnen toebrengen aan zijn eer of goede naam (artikel 25, eerste lid, sub d. van de Auteurswet). Van het laatstgenoemde recht kan de maker geen afstand doen.

Anders dan de exploitatierechten gaan de persoonlijkheidsrechten van artikel 25 van de Auteurswet bij overlijden van de maker niet van rechtswege over op de erfgenamen. Persoonlijkheidsrechten gaan alleen over aan een ander indien de maker dit bij uiterste wilsbeschikking heeft bepaald. Is dat niet gebeurd, dan vervallen de persoonlijkheidsrechten bij de dood van de maker.

Op grond van artikel 25, vierde lid, van de Auteurswet blijft de maker bevoegd om zodanige wijzigingen in het werk aan te brengen als hem naar de regels van het maatschappelijk verkeer te goeder trouw vrijstaat. Dit recht komt na zijn overlijden ook toe aan degene die de maker bij wilsbeschikking heeft aangewezen als redelijkerwijs aannemelijk is dat ook de maker die wijzigingen zou hebben goedgekeurd.

Kamervragen (Aanhangsel) 2022-2023, nr. 2924

Bericht NOS over het aanpassen van de boeken van Roald Dahl