Antwoord op kamervragen over postbusfirma’s

23-05-2012 Print this page

B9 11257. Antwoorden van staatssecretaris Weekers van Financiën op vragen van de Kamerleden Braakhuis en El Fassed (beiden GL) over het bericht dat Apple belasting zou ontwijken via Nederland. 

In aansluiting op de eerdere berichten “Nederland binnenkort geen IE-belastingparadijs meer? (….) B9 11118. “Dat Nederland daardoor een IE-paradijs zou zijn, lijkt een misvatting” (B9 11122).

3. Is het waar dat er honderden bedrijven zijn die de genoemde belastingontwijkroute gebruiken? Is het waar, zoals in het artikel gesteld wordt, dat winsten door Nederland sluizen praktisch belastingvrij kan?

Zoals ik bij het antwoord op vraag 2 heb geschreven gaat het in dit soort gevallen niet om het door Nederland sluizen van winsten en al helemaal niet belastingvrij. Dat in relatie tussen andere landen wellicht wel een bronbelasting op royalty‟s verschuldigd zou zijn is nog geen reden om aan het gebruik van Nederland een negatieve kwalificatie te geven. In de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid heb ik uiteengezet waarom bronheffingen op, onder andere, royalty‟s naar mijn mening ongewenst zijn.

Zoals ik in mijn antwoord op vragen van het lid Braakhuis over de „Dutch Pita‟ schreef is er geen aanleiding te veronderstellen dat door het gebruik van Nederlandse vennootschappen winstbelasting wordt ontgaan in het land waar de omzet wordt gerealiseerd. Ook het feit dat een waardevol immaterieel activum aan een Ierse vennootschap wordt overgedragen zonder dat daarbij, zo begrijp ik het artikel in de New York Times, over de werkelijke waarde wordt afgerekend, heeft niets te maken met het gebruik van Nederlandse vennootschappen in de structuur. Het aantal bedrijven dat in zijn internationale structuur gebruik maakt van Nederlandse vennootschappen is daarom naar mijn mening niet relevant.

(…) Uit mijn antwoord op de vragen 2 en 3 mag u afleiden dat ik het onterecht zou vinden als Nederland bekend zou staan als een land dat makkelijk gebruikt kan worden om belasting te ontwijken. In mijn brief aan uw Kamer van 3 november 20112 heb ik daaromtrent al geschreven dat de Nederlandse regering, net als die in andere landen, bij het maken van fiscaal beleid naar een balans zoekt tussen enerzijds de wil een fiscaal aantrekkelijk vestigingsklimaat te behouden en anderzijds het belang van een fiscaal onkreukbaar imago. Zoals ik toen al schreef meen ik dat het kabinet daarin een juiste balans heeft gevonden.

6. Bent u bereid de bevindingen van het gevraagde onderzoek tevens te betrekken in het lopende onderzoek „substance brievenbusmaatschappijen‟?

Er is naar mijn mening geen reden in het onderzoek naar de Nederlandse substance eisen expliciet in te gaan op de suggesties in het artikel in de New York Times. Uiteraard zullen een aantal aspecten die in deze antwoorden aan de orde zijn gekomen ook te vinden zijn in de rapportage van het bedoelde substance onderzoek, waarvan ik nog steeds verwacht dit in juni aan uw Kamer te kunnen zenden.

Lees alle vragen en antwoorden hier.