Artiestennaamkaping

30-09-2011 Print this page

B9 10209. Rechtbank Amsterdam,sector kanton, 30 september 2011, KK 11-788 (Vandenberg). (Met dank aan Jan Brölmann en Margriet Koedooder, De Vos & Partners Advocaten & Bjorn Schipper, Bousie).

Merkenrecht. Entertainmentrecht. Stukgelopen samenwerking. Partijen vormden samen de band 'Vandenberg'. Eisers stellen nu dat gedaagde Van den Berg (de legendarische hardrockgitarist) in 2010 te kwader trouw op eigen naam het beeldmerk VANDENBERG heeft gedeponeerd en vorderen dat het op naam van alle bandleden wordt gezet. Eisers hebben zelf in 2011 het woordmerk VANDENBERG gedeponeerd (waartegen Van den Berg oppositie heeft ingesteld) en eisers stellen i.c. eveneens dat Van den Berg inbreuk maakt op het woordmerk.

Gedaagde Van den Berg stelt dat Vandenberg een eigen project was van Van den Berg en dat er geen sprake is ‘van een naamgeschil, maar van artiestennaamkaping’. ‘Vandenberg is een artiestennaam en geen handelsnaam en Vandenberg is geen onderneming en is dat nooit geweest.’

De kantonrechter oordeelt dat er wat het beeldmerk betreft geen sprake is van spoedeisend belang, nu het beeldmerk nooit is gebruikt. Wat betreft het woordmerk oordeelt de kantonrechter dat van inbreuk geen sprake is. “Dat Van den Berg bij de oprichting van de band, de naam Vandenberg – waarvan aannemelijker is dat deze is afgeleid van de achternaam van Van den Berg dan van een luchtmachtbasis in Amerika – heeft overgedragen aan een gemeenschappelijk vermogen dat toebehoorde aan de vier bandleden, is gelet op het voorgaande niet aannemelijk gemaakt.”

Lees het vonnis hier.