In audioformat gedeponeerd klankmerk van het openen van een drankblikje mist onderscheidend vermogen

12-07-2021 Print this page
Auteur:
Anouck Bakhuis
B916211

Perscommuniqué van het Gerecht van de Europese Unie in de zaak Ardagh Metal Beverage Holdings/EIUPO (Gerecht EU 7 juli 2021, T-668/19). 

 

Uit het perscommuniqué: "Ardagh Metal Beverage Holdings GmbH & Co. KG heeft bij het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) een aanvraag tot inschrijving van een klankteken als Uniemerk ingediend. Dit teken, dat in de vorm van een audiobestand werd gedeponeerd, doet denken aan het geluid dat ontstaat bij het openen van een drankblikje, gevolgd door een stilte van ongeveer één seconde en gebruis van ongeveer negen seconden. De inschrijving is aangevraagd voor verschillende dranken en voor metalen containers voor opslag en transport.


Het EUIPO heeft deze inschrijvingsaanvraag afgewezen omdat het aangevraagde merk onderscheidend vermogen mist.

 

(...)

 

Met betrekking tot deze andere grond, namelijk de perceptie van het aangevraagde merk door het relevante publiek als een functioneel element van de betrokken waren, merkt het Gerecht ten eerste op dat het geluid dat ontstaat bij de opening van een blikje, gelet op het soort waren, daadwerkelijk zal worden beschouwd als een louter technisch en functioneel element. De opening van een blikje of fles is immers onlosmakelijk verbonden met een technische oplossing voor het hanteren van dranken met het oog op consumptie ervan, zodat dit geluid niet zal worden opgevat als een aanduiding van de commerciële herkomst van deze waren. Ten tweede associeert het relevante publiek het geluid van bruisende bubbels onmiddellijk met dranken. Bovendien merkt het Gerecht op dat de klankelementen en de stilte van ongeveer een seconde, in hun geheel beschouwd, geen enkel intrinsiek kenmerk hebben op basis waarvan het relevante publiek deze kan opvatten als een aanduiding van de commerciële herkomst van de waren. Deze elementen zijn niet voldoende pregnant om zich te onderscheiden van vergelijkbare geluiden die door dranken worden gemaakt. Bijgevolg bevestigt het Gerecht de conclusie van het EUIPO dat het aangevraagde merk geen onderscheidend vermogen heeft."

 

Lees het hele perscommuniqué hier.