Boston Scientific dient de uitkomst van de hoofdprocedure af te wachten

16-03-2012 Print this page

B9 10954. Gerechtshof ’s-Gravenhage, 13 maart 2012, LJN: BW0267, Boston Scientific Scimed tegen Medinol (met dank aan Ruud van der Velden, Hogan Lovells).

Octrooirecht. Arrest in langlopend geschil over Bostons ‘Keith-octrooi’ (m.b.t. een ballon katheter).  Boston stelde aanvankelijk dat Medinol met haar katheters inbreuk maakte op het octrooi, maar vanwege een schikking ligt thans alleen nog de reconventionele nietigheidsvordering voor.

Het onderhavige hoger beroep ziet op de beslissing van de rechtbank om de provisionele vordering van Boston Scientific af te wijzen op de grond dat Boston Scientific onvoldoende gemotiveerd heeft weersproken dat zij al jarenlang op de hoogte is van de gestelde inbreukmakende katheder en dat zij te lang heeft stilgezeten om thans nog en voorlopig verbod op inbreuk te kunnen vorderen.

Aangezien het octrooi inmiddels is vervallen en gezien de eisvermindering  is uitsluitend nog aan de orde de provisionele vordering tot het geven van een verbod op het gebruiken van informatie, verkregen door of met behulp van klinische tests. OrbusNeich zou “de vruchten van bedoelde onrechtmatigheid” dienen te worden ontnomen.  De vorderingen van Boston Scientific worden echter afgewezen.

Het hof verwerpt de stelling van OrbyusNeich dat de provisionele vordering reeds moet worden afgewezen omdat het octrooi heeft te gelden als vernietigd. De uitspraak waarbij het octrooi is nietig verklaard is nog niet in kracht van gewijsde gegaan en aldus is sprake van een onzekere (‘zwevende’) periode.  Ook is het octrooi waarover de bodemrechter heeft geoordeeld inmiddels (centraal) beperkt en dient de geldigheid van het octrooi opnieuw te worden beoordeeld.

Het hof oordeelt echter allereerst dat Boston Scientific onvoldoende belang heeft bij het gevorderde verbod. Boston was al een aantal jaren op de hoogte van het bestaan van de Genous-Katheder  en een afwachtende houding ten opzicht van OrbusNeich in de loop van de procedures was daarbij niet gerechtvaardigd:  de vernietiging van het octrooi stond niet zonder meer in de weg aan het verkrijgen van een (provisioneel) verbod. Bovendien heeft Boston de gestelde schade onvoldoende onderbouwd.  De provisionele vordering wordt derhalve afgewezen.  Boston Scientific dient de uitkomst van de hoofdprocedure af te wachten. 1019h proceskosten:  €100.000,- + kosten van het incident in eerste aanleg €61.891,-

Lees het arrest hier en hier (rechtspraak.nl).  Eerdere uitspraken vanaf B9 10865.