Botweefsel & bevoegdheid

02-02-2012 Print this page

B9 10747. Rechtbank ’s-Gravenhage, 1 februari 2012, HA ZA 10-4199, Tissue Processing International B.V. (TPI) c.s. tegen Biobank S.A. (met dank aan Fleur Tuinzing-Westerhuis, Houthoff Buruma).

Octrooirecht. Stukgelopen samenwerking. Bevoegdheidsincident. Gedaagde Biobank is houder van diverse octrooien m.b.t. het vervaardigen van botweefsel en is in 2006 een samenwerking aangegaan met eiseres i.c. TPI. Biobank heeft deze samenwerking in 2008 beëindigd en zich op het standpunt gesteld dat TPI inbreuk maakt op haar octrooirechten. TPI ontkent dit en vordert in de hoofdzaak de vernietiging van de octrooien. Biobank vordert in reconventie een inbreukverbod.

In het incident vordert Biobank dat de rechtbank Den Haag zich onbevoegd verklaard kennis te nemen van de vorderingen van TPI voor zover deze grensoverschrijdend zijn en voor zover deze het contractuele geschil tussen partijen betreffen. De rechtbank wijst de vorderingen grotendeels toe. “Resumerend dient de rechtbank zich onbevoegd te verklaren te beslissen op het gevorderde onder IV, V en VI [m.b.t. de licentieovereenkomst en daarmee samenhangende wapperverboden], met uitzondering van het gevorderde verbod voor zover dit handelingen in Nederland betreft en VII  [m.b.t. de schadevergoeding], met uitzondering van de vordering tot vergoeding van schade die is ontstaan door in strijd met de Framework Agreement en onrechtmatig wapperen met octrooien jegens klanten in Nederland.” Het verzoek tot tussentijds hoger beroep wordt afgewezen.

Lees het vonnis hier.