Brief Minister van Buitenlandse Zaken over o.a. bestrijding illegale online content

13-11-2017 Print this page
B915181

22 112. Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie. Nr. 2420 Brief van de Minister van Buitenlandse Zaken.

 

"[...] Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 3 fiches, die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).
Fiche: Mededeling Een eerlijk en efficiënt belastingstelsel in de EU voor de digitale eengemaakte markt; (Kamerstuk 22 112, nr. 2418)
Fiche: Herschikking verordening passagiersrechten spoor; (Kamerstuk 22 112, nr. 2419)
Fiche: Mededeling bestrijding illegale online content.


De Minister van Buitenlandse Zaken,
H. Zijlstra

 

Fiche: Mededeling bestrijding illegale online content

[...]

2. Essentie voorstel

De mededeling formuleert richtsnoeren en uitgangspunten voor online platforms (als Facebook, Twitter, Google/Youtube) om – in samenwerking met nationale autoriteiten in lidstaten en andere relevante belanghebbenden – illegale online content tegen te gaan. Wat offline illegaal is, is dat ook online. Daarbij kan gedacht worden aan het verspreiden van jihadistisch gedachtengoed en aanzetten tot radicalisering, hate speech, pedopornografisch materiaal, het schenden van auteursrechten en het online aanbieden van illegale goederen als wapens en drugs. De mededeling richt zich op het faciliteren en intensiveren van de implementatie van succesvolle werkwijzen om illegale content te voorkomen, op te sporen, te verwijderen en de toegang ertoe onmogelijk te maken; tevens moet dat zorgen voor meer transparantie en bescherming van fundamentele rechten online.


De mededeling legt een grote verantwoordelijkheid bij online platforms om illegale online content te bestrijden, met inachtneming van de artikelen 14 en 15 van de e-commerce-richtlijn1. Online platformen worden met deze mededeling opgeroepen een effectief meldingssysteem operationeel te hebben, bij voorkeur door middel van een Notice-and-Take-Action-(NTA-)procedure, waarbij oordelen over toelaatbaarheid zijn gebaseerd op Europees en nationaal geldend recht. Waar mogelijk dienen ook technieken te worden ingezet om proactief op te kunnen treden en (her)plaatsing van illegale content te voorkomen. De samenwerking tussen platformen en rechtshandhavingsautoriteiten dient te worden geoptimaliseerd, vooral om snel en effectief te kunnen optreden bij een rechterlijk bevel tot verwijdering en om signalen van criminele activiteiten te kunnen delen met rechtshandhavingsautoriteiten. Deze dienen op hun beurt voldoende te zijn uitgerust om deze signalen vervolgens op te pakken en waar nodig tot vervolging over te gaan. Daarnaast zou het verwijderen van illegale content veel sneller en betrouwbaarder kunnen geschieden als online platformen het opzetten van een geprivilegieerd kanaal ondersteunen voor gecertificeerde instanties die met gezag de aanwezigheid van illegale content onder de aandacht van platformen kunnen brengen («trusted flaggers»). Om «over verwijdering» tegen te gaan dienen platformen het verwijderen van content te motiveren en een bezwaarprocedure in te richten, waarbij wordt opgeroepen deze onder te brengen bij bijvoorbeeld een geschilbeslechtingscommissie. De Commissie kondigt ten slotte aan tot mei 2018 de toepassing van deze richtsnoeren en uitgangspunten te monitoren om tot een afweging te komen of aanvullende, mogelijk wetgevende, maatregelen nodig zijn.

 

3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein

De essentie van het Nederlandse beleid ten aanzien van de aanpak van illegale online content is neergelegd in de Kamerbrief naar aanleiding van de motie Segers/Van Dam2. Daarin wordt de regering gevraagd naar de wenselijkheid en haalbaarheid van een wet die sociale-mediabedrijven dwingt om duidelijke meldingsprocedures in te richten en snel actie te ondernemen tegen strafbare gedragingen of uitingen op hun platforms, zoals discriminatie, naar Duits model.


Nederland kent een fenomeengerichte aanpak van illegale activiteiten die zich (ook) online kunnen voordoen. Binnen de aanpak van terrorisme, pedopornografie, discriminatie, illegale wapenhandel, schendingen van het auteursrecht is dan ook veel aandacht voor de onlinecomponent. Ook vanuit het beleid rond het aanbod van audiovisuele mediadiensten en bevorderen van het economische verkeer bestaat aandacht voor de online aspecten.

[...]"

 

Lees hier meer.