Concl. AG BenGH: Incidenteel beroep tegen eindbeslissing is niet mogelijk na verloop beroepstermijn

02-02-2023 Print this page
B916493
(Met dank aan Rik Balk, Balk Legal)

De Tweede Kamer van het BenGH heeft in zijn arrest van 25 oktober 2022 (C 2021/18/9) besloten op grond van artikel 10 lid 2 van het Reglement van Orde het Parket te laten concluderen over de vraag of incidenteel beroep tegen een beslissing van het BBIE mogelijk is na verloop van de beroepstermijn die is genoemd in artikel 1.15bis lid 1 BVIE.

 

De beschikking van de Tweede Kamer van beroep spreekt namelijk van een beslissing van het Bureau, met de term 'beslissing' is eindbeslissing bedoeld en niet (ook) een tussenbeslissing.

 

Het Verdrag bevat geen bepaling die incidenteel beroep (na beroepstermijn) bij de Tweede Kamer toestaat. Ook het BVIE bevat een dergelijke bepaling niet. Er is geen mogelijkheid van verlenging van de beroepstermijn door incidenteel beroep. Noch in artikel 1.28 lid 1 van het Reglement noch 1.15bis, noch 4.2 van het Reglement is de termijn voor instellen van beroep tegen een eindbeslissing twee maanden zonder de mogelijkheid de beroepstermijn te verlengen door instellen van incidenteel beroep.

 

Conclusie: incidenteel beroep bij de Tweede Kamer van het Benelux-Gerechtshof tegen een eindbeslissing van het Bureau is niet mogelijk na verloop van de in artikel 1.15bis lid 1 BVIE genoemde beroepstermijn van 2 maanden.

Kopie oorspronkelijke conclusie