Conclusie A-G HvJEU in zaak Brein tegen Filmspeler

09-12-2016 Print this page
B914720
(Met dank aan Dirk Visser en Patty de Leeuwe, Visser Schaap & Kreijger)

Zaak C 527/15: Stichting Brein tegen Jack Frederik Wullems, die optreedt onder de naam Filmspeler. Conclusie A-G M. Campos Sánchez-Bordona
Gedaagde heeft via de website www.filmspeler.nl en op andere plaatsen op het internet een mediaspeler (Raspberry Pi) aangeboden. Op de filmspeler staan add-ons geïnstalleerd, waarmee films, series en (live)sportwedstrijden via internet naar de tv gestreamd kunnen worden. De add-ons en links worden niet door de verkoper geprogrammeerd. Gedaagde heeft geen invloed op welke links in de add-ons zijn opgenomen. Brein vordert onder meer staking van auteursrechtinbreuk door gedaagde die volgens Brein als tussenpersoon diensten aanbiedt die worden gebruikt om auteursrechtinbreuk te maken.

Rb Midden-Nederland stelt vragen met betrekking tot de  mededeling aan publiek en streaming uit onrechtmatige bron.

De A-G meent dat de eerste twee vragen samen onderzocht moeten worden vanwege hun nauwe verband. Als antwoord geeft de A-G het Hof in overweging:

“ Ik stel dus voor om op de eerste twee prejudiciële vragen van de rechtbank Midden-Nederland te antwoorden dat de verkoop van een multimediaspeler waarin de verkoper zelf hyperlinks heeft geïnstalleerd die een rechtstreekse toegang mogelijk maken naar beschermde werken, zoals films, series en liveprogramma’s, die op andere websites beschikbaar zijn zonder toestemming van de auteursrechthebbenden, een „mededeling aan het publiek” vormt in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29.”

Op de derde en vierde vraag geeft de A-G het volgende antwoord in overweging:

 “Ik geef dus in overweging op de derde en de vierde prejudiciële vraag te antwoorden dat, onder de omstandigheden van het hoofdgeding, de reproductie via streamen van een auteursrechtelijk beschermd werk niet in aanmerking komt voor de uitzondering van artikel 5, lid 1, van richtlijn 2001/29, aangezien zij niet valt onder het begrip „rechtmatig gebruik” in de zin van deze bepaling, onder b), en in elk geval de driestappentoets van artikel 5, lid 5, van die richtlijn niet kan doorstaan.”

Lees de conclusie hier.