Conclusie A-G Van Peursem tot vernietiging arrest hof Den Haag over octrooi voor waterkoelingssysteem

29-06-2020 Print this page
B916072

(Met dank aan: Thijs van Aerde, Houthoff en Paul Reeskamp en Marijn van der Wal, DLA Piper)

 

Conclusie A-G Van Peursen, 26 juni 2020, Asetek v Cooler Master.

 

Octrooirecht. Cassatie tegen het arrest van het hof Den Haag van 14 mei 2019 (IEPT20190514), waarin het hof Den Haag het vonnis van de rechtbank Den Haag van 20 september 2017 (IEPT20170929) bekrachtigde. Octrooi EP 711 voor een waterkoelingssysteem voor pc’s zou niet nieuw zijn in het licht van de Silent Stream koeler die op Computex 2003 is getoond. A-G Van Peursem concludeert tot vernietiging vanwege de bewijswaardering door het hof. Enkele citaten:

Foto 1

Foto 2

 

“3.20 Foto 1 en de later geleverde versie van de Silent Stream (waaronder het eBay-exemplaar) bieden volgens mij in ieder geval geen steun voor de lezing dat de Silent Stream op de Computex niet was aangesloten op een extern reservoir. Niet in geschil is dat er op foto 1 een extern reservoir zichtbaar is in de vorm van het aquarium. Ook al is dat aquarium een stunt, uit deze foto kan dus niet worden afgeleid dat de Silent Stream geen gebruik maakte van een extern reservoir, zoals subonderdelen 1.2.1 (b) en 1.2.2 terecht betogen. Over de later geleverde versie heeft Asetek aangevoerd dat hier sprake is van een extern reservoir in de vorm van de meegeleverde vulbuis (zie subonderdelen 1.2.1 (b), 1.2.2 en 1.2.3, derde klacht). Het hof heeft dit verweer alleen verworpen omdat niet is gebleken dat de Silent Stream op de Computex was voorzien van een vulbuis en op foto 2 is te zien dat een afsluitdop in plaats van een vulbuis is geplaatst (rov. 5.7). Volgens het hof was de op de Computex getoonde Silent Stream blijkens foto 2 nieuwheidsschadelijk. Per saldo komt het dus aan op foto 2 en de vraag of de slangen in die opstelling buiten beeld zijn aangesloten op een extern reservoir.

 

3.21 Het hof heeft niet vastgesteld dat Cooler Master een feitelijke onderbouwing heeft gegeven voor haar lezing dat de slangen in de opstelling van foto 2 buiten beeld zijn voorzien van lussen, dat die slangen alleen de radiator en de koeler verbinden en dat de Silent Stream op de Computex dus geen gebruik maakte van een extern reservoir. De foto en de stellingen van Cooler Master bieden voor die lezing geen feitelijke basis, zoals Asetek in subonderdeel 1.2.1 onder (c) en (d) ook naar voren heeft gebracht. Het is wel algemeen gangbaar om stellingen over openbaar voorgebruik te voorzien van verklaringen van getuigen of deskundigen. Het hof had de stelling van Cooler Master over openbaar voorgebruik al op deze gronden mogen verwerpen.

 

3.22 De betwisting van het standpunt van Cooler Master door Asetek is voorzien van een onderbouwing bestaande uit een toelichting waarom zij meent dat de Silent Stream een extern reservoir nodig heeft. Asetek heeft betoogd dat bij de Silent Stream een extern vloeistofreservoir noodzakelijk is om te accommoderen voor de expansie van verwarmde koelvloeistof en om koelvloeistof bij te vullen na verdamping daarvan (zie subonderdelen 1.2.1 onder (b) en 1.2.3 (derde klacht)). Voor wat betreft de overweging dat Asetek niet heeft toegelicht waarom verbinding van de in foto 2 getoonde Silent Stream met het aquarium aannemelijk zou zijn, geldt het volgende. Het debat over de slangen die op foto 2 buiten beeld lopen, is pas bij pleidooi in appel tot ontwikkeling gekomen. Cooler Master heeft ongemotiveerd gesteld dat de slangen in de opstelling van foto 2 buiten beeld zijn voorzien van lussen en alleen de radiator en de koeler met elkaar verbinden. Aan de betwisting kunnen dan geen hoge eisen worden gesteld en de betwisting behoeft zeker niet aannemelijk te worden gemaakt (zie hiervoor 3.6). De subonderdelen 1.2.1 onder (c) en (d) en 1.2.3 (tweede en derde klacht) betogen tegen die achtergrond naar ik meen terecht dat niet valt in te zien waarom Asetek haar standpunt dat de slangen die op foto 2 uit beeld lopen in het aquarium op foto 1 uitkomen zou moeten voorzien van een onderbouwing die meeromvattend is dan haar duiding van de foto’s en haar stelling over de noodzaak van een extern reservoir.

 

[…]

 

3.27 Dit onderdeel lijkt mij ook grotendeels gegrond. Het onderdeel betoogt volgens mij terecht dat onbegrijpelijk is waarom de afsluitdop op foto 2 de conclusie rechtvaardigt dat het vloeistofreservoir in die opstelling volledig is geïntegreerd in de koeler. Dat is wel een feitelijk oordeel, maar het hof mocht het standpunt van Asetek dat de Silent Stream, zoals die is te zien op foto 2, via de buiten beeld lopende slangen is aangesloten op een extern reservoir (het aquarium), in mijn ogen niet als onvoldoende onderbouwd terzijde schuiven (zie hiervoor 3.19-3.23). Deze stelling brengt, indien juist, mee dat de Silent Stream op foto 2 ondanks de plaatsing van de afsluitdop toch (via de slangen) op een extern reservoir is aangesloten. Het onderdeel slaagt dan in zoverre in het kielzog van onderdeel 2. Het onderdeel faalt voor zover wordt voortgebouwd op onderdeel 1 (hiervoor 3.10-3.12).

 

3.28 Het vierde onderdeel (randnummer 1.4) is een voortbouwende klacht. Volgens dit onderdeel raakt gegrondbevinding van één of meer klachten ook alle overwegingen, oordelen en beslissingen die voortbouwen op of onlosmakelijk samenhangen met de met succes bestreden oordelen, waaronder die in rov. 5.4, 5.8-5.10 en het dictum. Nu onderdelen 2 en 3 grotendeels gegrond zijn, slaagt bijgevolg ook het vierde onderdeel.”

 

Lees de conclusie hier.