Conclusie P-G B.J. Drijber: 'illegale downloaders aanpakken is onder voorwaarden rechtmatig, maar er moet rekening worden gehouden met de betrokken internetgebruikers'

09-03-2021 Print this page
B916161

Auteursrecht - handhaving persoonsgegevens. Conclusie van P-G B.J. Drijber: Dutch Filmworks v Ziggo. 

Procureur-generaal Drijber geeft in zijn conclusie aan dat hij de beslissing van het hof te billijken acht, hoewel hij een andere uitkomst op zichzelf denkbaar vond geweest. Uiteindelijk strekt zijn conclusie tot het verwerpen van het principale cassatieberoep. Het incidentiele cassatieberoep is ingesteld onder de voorwaarden dat het principale cassatieberoep in enig onderdeel gegrond wordt bevonden. De P-G heeft geconcludeerd dat geen van de klachten in het principale cassatieberoep slaagt. Aan die voorwaarden is dus niet voldaan. Desalniettemin kiest de P-G ervoor het incidentiele cassatieberoep in de conclusie te bespreken. 

Het hof heeft, net als de voorzieningenrechter, geoordeeld dat het aanpakken van 'illegale downloaders' onder voorwaarden rechtmatig is, maar dat in dit geval de rechthebbende te weinig rekening heeft gehouden met de belangen van betrokken internetgebruikers. De vorderingen van de rechthebbende zijn daarom afgewezen. 

In citaten van P-G Drijber: 

"4.8 Het is daarom essentieel vast te stellen over welke belangen een rol spelen. Aan de kant van de auteursrechthebbende zijn dat in beginsel zuiver financiële belangen. IE-rechten vertegenwoordigen een waarde en inbreuk daarop veroorzaakt normaal gesproken financieel nadeel. Aan de kant van de internetgebruikers van wie wordt vermoed dat zij inbreuk hebben gemaakt, gaat het vooral om de bescherming van hun privacy. Ook hier: als de gevraagde gegevens aan DFW worden verstrekt, verkrijgt deze niet alleen informatie in de vorm van persoonsgegevens sec, maar ook – als gevolg van de koppeling van de NAW-gegevens aan het gemonitorde internetgebruik (het downloaden van de Film) – informatie over (en daarmee enig inzicht in) het internetgebruik van de betrokken Ziggo-abonnees. Toewijzing van het gevraagde bevel zou daarom inbreuk kunnen opleveren op het door art. 8 EVRM beschermde recht om, in mijn woorden, vrijelijk en onbespied te kunnen internetten.62 Ziggo c.s. heeft zich daar ook op beroepen.63 [...]

4.12 Ik lees het bestreden arrest aldus dat het hof met ‘de privacybelangen’ doelt op zowel de door art. 8 EVRM beschermde bredere belangen (vgl. 3.3 hiervoor), als – en in ieder geval – het recht op bescherming van persoonsgegevens als zodanig. Het zijn (onder meer) die laatste belangen die het hof in rov. 5.14 voor ogen heeft waar het spreekt van een evenwicht tussen ‘de privacybelangen’ van de klanten van Ziggo en de belangen van DFW. De in onderdeel 1 besloten veronderstelling dat het hof is uitgegaan van het “belang om niet te worden aangesproken voor een inbreuk op DFW’s IE-rechten” gaat uit van een onjuiste lezing van het arrest. [...]

4.68 Dat het hof het Unierecht heeft geschonden door onnodig hoge drempels voor handhaving van IE-rechten jegens ‘downloaders’ op te werpen is in het onderdeel onvoldoende onderbouwd. Daarbij is van belang dat het hof heeft onderkend dat een onbeperkt en onvoorwaardelijk beroep op de privacybelangen van de Ziggo-klanten zou leiden tot een ernstige aantasting van DFW’s rechten van (intellectuele) eigendom. Ook heeft het hof meegewogen dat DFW niet op andere wijze, dan via het gevraagde bevel, de gegevens op doeltreffende wijze kan verkrijgen. Dat het hof de belangen van DFW, die het aldus heeft onderkend, heeft afgewogen tegen de privacybelangen van de Ziggo-klanten en die afweging in het nadeel van DFW is uitgepakt, maakt nog niet dat het hof het Unierecht heeft geschonden."

Lees de volledige conclusie hier. 

Zie ook: 

IEPT20190208, Rb Midden-Nederland, DFW v Ziggo

IEPT20191105, Hof Arnhem-Leeuwarden, DFW v Ziggo