Dat oordeel kan de veroordelingen dragen

21-10-2011 Print this page

B9 10317. Rechtbank ’s-Hertogenbosch, 21 oktober 2011, KG ZA 11-674, China Commodities International B.V. tegen Van Spaendonck (met dank aan Marjolein Driessen, Legaltree).

Modellenrecht.  Executiegeschil na Rechtbank ’s-Hertogenbosch, 14 september 2011, B9 10124. Na stukgelopen onderhandelingen over een samenwerking met Van Spaendock  (de houder van het Gemeenschapsmodel m.b.t. de ‘Tri-tennis wand’, een zogenaamde tennis-oefenwand), brengt eiseres China Commodities een eigen tenniswand op de markt. Het gevorderde pan-Europese inbreukverbod wordt toegewezen. De oefenwand van China Commodities is identiek aan die van Van Spaendonk en het model Van Spaendonck wordt als geldig aangemerkt.

In het onderhavige executiegeschil stelt eiseres dat het vonnis gebaseerd is op een aantal feitelijke en juridische misslagen, waarvan de belangrijkste is dat de voorzieningenrechter in het vonnis heeft verzuimd te beslissen op het kernverweer van eiseres dat de Tri-tennis Wand uitsluitend technische bepaald is en daarom geen bescherming geniet als model. Eiseres vordert dat het vonnis niet ten uitvoer gelegd mag worden en dat een herbeoordeling dient plaats te vinden.  De voorzieningenrechter oordeelt echter dat een executiegeschil, dat slechts ziet op de executie, voor het intrekken, beëindigen of schorsen van de in het vonnis gegeven bevelen geen plaats biedt. Ook de bezwaren tegen de hoogte van de proceskostenveroordeling worden afgewezen. Het is ‘de vrijheid van de rechter om te bepalen om de proceskosten waarin hij de in het ongelijk gestelde partij veroordeelt te begroten’.

4.3 Voorop gesteld zij dat het enkele feit dat in een vonnis een feitelijke of juridische onjuistheid bevat, niet betekent dat de tenuitvoerlegging daarvan tot misbruik van bevoegdheid leidt. Daarvoor is vereist dat door de misslag iedere grond aan de veroordeling ontbreekt en dat dit ook voor de executant duidelijk is. Daarvan is naar het oordeel van de voorzieiningenrechter geen sprake. .(…) CCI heeft een zevental feitelijk dan wel juridische misslagen aangevoerd. Een deel daarvan betreft in feite inhoudelijke bezwaren tegen het oordeel van de voorzieningenrechter. Voor beoordeling van dergelijke bezwaren bestaat in een executiegeschil geen ruimte, omdat daarmee sprake zou zijn van een verkapt appél. (…)  Dat CCI zich niet kan vinden in die beoordeling van de voorzieningenechter betekent nog niet dat sprake is van een feitelijke misslag, laat staan één die voldoende duidelijk is. (…)

 4.4. Dan is er nog de in de ogen van CCI meest cruciale misslag, namelijk dat de voorzieningenrechter heeft verzuimd in te gaan op het kernverweer van CCI. (…) zoals hierboven reeds overwogen is pas sprake van misbruik van bevoegdheid indien het voor Van Spaendonck duidelijk moet zijn dat aan de veroordeling elke grond ontbreekt. Daarvan is naar het oordeel geen sprake enkel omdat de voorzieningenrechter in de beoordeling niet het beroep van CCI op artikel 8 GeMoV heeft afgewezen. De voorzieningenrechter heeft zoals gezegd immers wel overwogen dat hij van mening is dat het model bescherming toekomt. Dat oordeel kan de veroordelingen zoals gegeven in de beslissing dragen.

Lees het vonnis hier.