De balans tussen octrooirecht en kwekersrecht

15-02-2012 Print this page

B9 10802. Kamerstukken Tweede Kamer. Kamerstuk 32627 nr. 4. Octrooirecht. Brief regering n.a.v. openstaande vragen uit 1e termijn AO tuinbouw d.d. 1 februari 2012.

Plantgerelateerde uitvindingen zijn octrooieerbaar. Veredelaars kunnen geen vrij gebruik meer maken van door anderen ontwikkeld plantenmateriaal, om zelf betere rassen hierop te ontwikkelen. Deelt de staatssecretaris dat deze problematiek onder de aandacht moet blijven? Kan de staatssecretaris reageren op de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag in de zaak Taste of Natura versus Koppert Cress?

Ja. We zien overigens dat de situatie niet zwart-wit ligt, onder andere als gevolg van de uitspraak van de Board of Appeal van het Europees Octrooibureau in de 'Broccoli-zaak'. Die uitspraak leidt tot een door de regering gewenste verbetering van de balans tussen octrooirecht en kwekersrecht. Maar blijvende inzet is geboden.

Ondermeer doet Nederland dat door: bij het Europees Octrooibureau te blijven inzetten op verbetering van het octrooiverleningsproces; binnenkort te komen met een wetsvoorstel gericht op inbouwen van een beperkte veredelingsvrijstelling in de Rijksoctrooiwet 1995; in te zetten op inbouwen van de beperkte veredelingsvrijstelling in de Verordening Unitair octrooi; blijvend voorlichting te (laten) geven over deze thematiek door de Raad van Plantenrassen en Agentschap NL Octrooicentrum Nederland; inzet op dit thema bij de evaluatie van de Europese kwekersrechtverordening; de Europese Commissie te blijven bevragen op verslaglegging over en evaluatie van de bio-octrooirichtlijn.

In de aangehaalde zaak Taste of Nature/Cresco oordeelde de voorzieningenrechter te Den Haag dat "aannemelijk is dat op grond van artikel 53, aanhef en sub b, van het Europees Octrooiverdrag niet alleen een wezenlijke biologische werkwijze (in dit geval 'klassieke veredeling') van octrooiering is uitgesloten, maar ook een door toepassing van die werkwijze rechtstreeks verkregen voortbrengsel". De voorzieningenrechter is van mening dat een andere conclusie de uitspraak van de Grote Kamer van Beroep van het Europees Octrooibureau in de zogeheten Broccolizaak zinledig zou maken.

Tegen het vonnis van de voorzieningenrechter is inmiddels beroep ingesteld. Nu de zaak dus weer onder de rechter is, onthoud ik mij van een inhoudelijke reactie.

Lees de gehele brief hier.