De basale versie van de Rubiks kubus

12-10-2011 Print this page

B9 10261. Vzr. Rechtbank Utrecht, 12 oktober 2011, KG ZA 11-665, Erno Rubik tegen Becckx Trading & Co c.s. (met dank aan Willem Hoorneman, CMS Derks Star Busmann).

Auteursrecht. “Aan de basale versie van de Rubiks kubus, komt geen auteursrechtelijek bescherming toe.”  Erno Rubik, de bedenker van de legendarische Rubik’s Cube maakt bezwaar tegen de verhandeling door gedaagden van variaties op de Rubik’s Cube, o.a. de Sudoku Cube, (met cijfers) en de Kama Sutra Cube (met posities). De vorderingen worden afgewezen (zie anders, jaren 80, met Rubik's kleuren: Hof Amsterdam, 16 juli 1981 en Vzr.Rb Amsterdam, 27 november 1986).

Adequate samenvatting rechtspraak.nl: 'Op (de meest basale uitvoering van) Rubiks kubus (zonder kleuren) rust geen auteursrecht, omdat de vormgeving daarvan technisch en functioneel bepaald is en de kubusvorm niet oorspronkelijk is. Het ontbreken van een vaste verbinding tussen de elementen en de draaibaarheid van Rubiks kubus zijn de technische randvoorwaarden voor de oplossing van Rubiks ‘probleem’ (om de onderdelen van een object van plaats te laten veranderen zonder dat het object uit elkaar zou vallen), zodat die elementen niet als creatieve keuzes van Rubik kunnen worden aangemerkt.

De functie van Rubiks kubus als 3D-spel brengt mee dat de afzonderlijke kubusvormige elementen individueel identificeerbaar moeten zijn, omdat anders het spelelement zou ontbreken. De speler moet de elementen individueel kunnen volgen om te kunnen bepalen of hij met het oplossen van de puzzel op de goede weg is. Dit element is dus functioneel bepaald. Rubik heeft voorts voor de meest basale vorm, de kubus, gekozen en deze vervolgens op de meest basale wijze opgedeeld, namelijk in meerdere kleinere kubussen die tezamen de grote kubus vormen. Omdat die wijze van vormgeving al lang bekend is (ook bij 3D-spellen) is ook daarin geen creatieve keuze van de maker aan te wijzen. Rubiks kubus komt derhalve niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking'.

4.13. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter volgt uit het voorgaande dat Rubik uit technisch oogpunt beperkt was in de keuzes die hij bij de vormgeving van het beoogde draaibare object kon maken. Het ontbreken van een vaste verbinding tussen de elementen en de draaibaarheid van Rubik’s kubus (zie onder 4.7 sub d. en e.) zijn de technische randvoorwaarden voor oplossing van Rubiks ‘probleem’, zodat die elementen niet als creatieve keuzes van Rubik kunnen worden aangemerkt. Voorzover Rubik met de onder 4.7 sub d. en e. bedoelde elementen een beroep heeft beogen te doen op auteursrechtelijke beschermbaarheid van beweging, gaat dat voor het onderhavige object bovendien niet op, omdat Rubik’s kubus niet uit zichzelf beweegt, maar pas door interactie met de gebruiker en de wijze van beweging afhankelijk is van de wil van de specifieke gebruiker.

(…) 4.15. Afgezien van de eisen die de techniek aan Rubik’s kubus stelt (draaibaarheid en het ontbreken van een vaste verbinding tussen dc onderdelen), geldt dat Rubik’s kubus ook door functionele elementen is bepaald. Het doel van Rubiks kubus is tweeledig: om te worden gebruikt voor de uitleg van driedimensionale geometriec aan studenten en voor het spelen van een 3D-puzzel. De functie van Rubiks kubus als 3D-spel brengt mee dat de afzonderlijke kubusvormige elementen individueel identificeerbaar moeten zijn, omdat anders het spelelement zou ontbreken. De speler moet de elementen individueel kunnen volgen om te kunnen bepalen of hij met het oplossen van de puzzel op de goede weg is. Dit betekent dat dit element, anders dan Rubik stelt (zie 4.7 sub c.), niet kan worden aangemerkt als een creatieve keuze van de maker, maar moet worden aangemerkt als functioneel bepaald element.

4.16. Voor zover Rubik stelt dat de kubusvorm voortvloeit uit een creatieve keuze geldt dat uit de verklaring van Rubik blijkt dat de keuze van de kubus als hoofdvorm een gevolg is van het feit dat die vorm eenvoudig aan studenten is uit te leggen, alsmede dat het de meest interessante vorm is omdat de kubus bij deling zichzelf reproduceert. In zoverre is de keuze voor de kubus dus enigszins functioneel bepaald. Voor zover de functie van Rubiks kubus gelegen was in het spelen van een 3D-puzzel, geldt dat het vereiste van 360 graden draaibaarheid een rechthoekige vorm ongeschikt rnaakt om als object te fungeren.

4.17. Afgezien van deze functionele beperkingen geldt dat de kubus als vorm al eeuwen bestaat, en de keuze voor die vorm derhalve in beginsel niet als oorspronkelijk kan worden aangemerkt. Uit de door Out of the Blue naar voren gebrachte voorbeelden blijkt voorts dat ook de kubusvorrn als 3D-spel al bestond op het moment Waarop Rubik tot het scheppen van zijn kubus overging.

4.18. Ook het opdelen van dc kubus in kleinere kubussen is a1 lang bekend. Dit betekent niet dat dc rangschikking van de opgedeelde kubussen niet op een creatieve wij ze zou kunnen plaatsvinden, bijvoorbeeld door deze in trapvorm te leggen, maar daarvan is in het onderhavige geval geen sprake. Rubik heeft voor de meest basale vorm, de kubus, gekozen en deze vervolgens op de meest basale wijze opgedeeld, namelijk in meerdere kleinere kubussen die tezamen de grote kubus vormen.

4.19. Dat Rubiks kubus is opgedeeld in 3x3x3 kleinere kubussen moet ook als basale uitwerking van het idee van een draaibare, in meerdere kubussen uitgesplitste kubus worden aangemerkt. Niet alleen stuitte de 2x2x2-versie op technische complicaties, en is de keuze voor daardoor mede ingegeven door de techniek (zie hiervoor onder 4.14), maar tevens zou een 2x2x2-variant uit functioneel oogpunt (gebruik als 3D-spel) te weinig intellectuele uitdaging bieden aan een speler, terwijl de 4x4x4 e.v. varianten (voor zover deze al met dezelfde assenstructuur van Rubik gebouwd zouden kunnen worden, hetgeen in dit kort geding niet is komen vast te staan) de aantrekkelijkheid van het 3D-spel uit het oogpunt van een te grote mate van complexiteit zouden (kunnen) aantasten.

4.20. Gelet op het voorgaande is naar voorlopig oordeel van dc voorzieningenrechter in de keuze van Rubik voor de kubus als hoofdvorm en de splitsing daarvan in 26 (schijnbaar 27) kleinere kubussen (zie onder 4.7 sub a. en b.) geen creatieve keuze van Rubik te ontdekken.

4.21. Op grond van het voorgaande moet geoordeeld Worden dat aan de basale versie van dc Rubiks kubus, zoals deze onderwerp is gemaakt van dit kort geding, geen auteursrechtelijke bescherming toekomt. De vorderingen dienen daarom te worden afgewezen.

Lees het vonnis hier of hier op rechtspraak.nl.