De belangen van de persoon die de beelden afgeeft

22-02-2012 Print this page

B9 10830. Rechtbank Zwolle, 9 februari 2012, LJN: BV6625, (Strafzaak afgifte camerabeelden).

Strafrecht, met een vleugje portretrecht. Mogen de door de overvallen juwelier vrijwillig afgegeven bewakingscamerabeelden worden gebezigd voor het bewijs? De rechtbank vindt van wel.

De camerabeelden moeten ofwel door middel van een vordering ex artikel 126nd van het Wetboek van Strafvordering, ofwel uit eigen beweging door aangever aan de politie moeten zijn verstrekt. Uit de Memorie van Toelichting bij artikel 126nd van het Wetboek van Strafvordering blijkt dat het wetsartikel met name in het leven is geroepen om de belangen van de persoon die de beelden afgeeft te beschermen, meer dan de belangen van de persoon die op de beelden staat.

De wetgever was van mening dat de verantwoordelijkheid voor het vergaren van gegevens bij de desbetreffende opsporingsinstantie behoorde te liggen. Degene die de politie informatie verschafte kon immers - voordat daarvoor een vordering vereist was - een probleem krijgen met de persoon wiens gegevens werden verstrekt. De rechtbank maakt, gelet op de aard van het belang dat het geschonden voorschrift dient, geen gebruik van haar bevoegdheid de camerabeelden van het bewijs uit te sluiten. Voor zover de raadsman heeft betoogd dat artikel 126nd van het Wetboek van Strafvordering het privacybelang van verdachte beoogt te beschermen, merkt de rechtbank op dat van een schending daarvan geen sprake kan zijn, reeds omdat verdachte stelt de overval niet te hebben gepleegd en derhalve niet op de camerabeelden te staan. Nu voorts niet aannemelijk is geworden dat de camerabeelden door aangever niet vrijwillig aan de politie zijn afgestaan, zal de rechtbank in het geheel geen consequentie verbinden aan het achterwege blijven van een vordering ex artikel 126nd Sv.

Lees het vonnis hier