De fout van het OHIM en de gevolgen ervan

25-04-2012 Print this page

B9 11140. Gerecht EU, 25 april 2012, zaak T-326/1, Brainlab AG tegen OHIM.

Merkenrecht. Vernieuwingsprocedure Gemeenschapsmerken. Beroep tegen de afwijzing door het OHIM van het verzoek tot herstel in de vorige toestand en tot hernieuwing van het woordmerk BrainLab, dat na het verstrijken van de inschrijving uit het merkenregister was geschrapt. Het Gerecht vernietigt de afwijzing, nu de kamer van beroep van het OHIM geen rekening heeft gehouden met een administratieve fout van het OHIM.

“Wanneer een partij het beheer van de opvolging van haar gemeenschapsmerk heeft toevertrouwd aan een professionele vertegenwoordiger en het OHIM daarvan naar behoren heeft ingelicht, is het BHIM niettemin ertoe gehouden rekening te houden met deze keuze door zijn officiële dienstmededelingen te richten tot deze aangewezen vertegenwoordiger.”

“De kamer van beroep had derhalve bij de beoordeling van de gegrondheid van het verzoek om herstel in de vorige toestand (restitutio in integrum) terdege rekening houden met deze fout en de gevolgen ervan, hetgeen op zich niet impliceert dat het OHIM ervoor verantwoordelijk wordt gesteld. De mate van zorgvuldigheid waarvan de partijen blijk moeten geven om in hun rechten te kunnen worden hersteld, moet immers worden beoordeeld op basis van alle omstandigheden van het concrete geval, waartoe in casu, zoals hierboven is uiteengezet, noodzakelijkerwijs de fout van het OHIM en de gevolgen ervan behoren.”

Lees het arrest hier.