De gedragingen van partijen

11-01-2012 Print this page

B9 10646. Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 11 januari 2012, KG ZA 11-1284, [X] tegen [Y] (Scallywags).

Handelsnaamrecht. Gedaagde Y was tot 2007 eigenaar van zowel Scallywags Lunchroom als Scallywags The Restaurant, beiden in Den Haag. In 2007 verkoopt Y de lunchroom aan X, een medewerker van Y. De lunchroom is in het handelsregister onder de naam ‘Scally’s’ ingeschreven op naam van X. In 2011 heeft X het Benelux-merk Scally Wags geregistreerd.

Bij een eerder geschil zijn partijen overeengekomen dat Y zijn website scallywagsrestaurants.com, die doorleidde naar een andere lunchroom van Y, zou aanpassen en niet meer de suggestie zou wekken dat Scallywags lunchroom niet meer zou bestaan of zou zijn verhuisd. In het onderhavige geschil vordert X dat het Y wordt verboden om de (gesteld overgedragen) handelsnaam Scallywags The Restaurant en overeenstemmende  domeinnamen te gebruiken. Die vorderingen worden afgewezen, maar de reconventionele vorderingen van Y worden wel (gedeeltelijk) toegewezen: X mag de naam Scally’s gebruiken, maar het wordt X wel verboden een handelsnaam met het element Scallywags (letterlijk vertaald overigens iets als ‘schobbejakken’) te gebruiken.

5.4. Hierbij komt dat uit de gedragingen van partijen na overname van de lunchroom voorshands evenmin blijkt dat het de bedoeling van partijen was dat [Y] de handelsnaam ‘Scallywags’ aan [X] overdroeg. Een aanwijzing dat dit niet de bedoeling van partijen was, is voorshands oordelend het feit dat [Y] de handelsnaam bleef voeren voor het restaurant, waartegen [X] kennelijk pas na enkele jaren bezwaar is gaan maken. Een verdere aanwijzing is te vinden in het feit dat [X] de lunchroom in het Handelsregister inschreef onder de handelsnaam ‘Scally’s’, hetgeen overeenkomt met de lezing van [Y] dat [X] die naam mocht gebruiken (kennelijk een toestemming bedoeld in punt 2 van de overeenkomst) maar niet ‘Scallywags’. [X] heeft weliswaar betoogd dat hij dit enkel deed omdat de handelsnaam ‘Scallywags’ al stond ingeschreven en de Kamer van Koophandel inschrijving van de door hem gewenste naam met ‘Scallywags’ daardoor verhinderde, maar de voorzieningenrechter kan zonder nadere onderbouwing – die ontbreekt – en in het licht van de bestrijding door [Y] niet uitgaan van de juistheid daarvan. Ook wreekt zich dat niet aannemelijk is gemaakt door [X] dat hij de naam ‘Scallywags’ voortdurend sinds de overdracht zou hebben gevoerd, gelet op de bestrijding daarvan door [Y].

6.1. Ervan uitgaande dat het recht op de handelsnaam ‘Scallywags lunchroom’ niet is overgegaan op [X] toen hij de lunchroom overnam, is [Y] de handelsnaamrechthebbende ten aanzien van ‘Scallywags’.

6.2. Tussen partijen is in confesso dat met het voeren van de handelsnaam ‘Scallywags lunchroom’ verwarring te duchten is ten opzichte van ‘Scallywags’of ‘Scallywags the restaurant’, zodat de inbreuk door [X] voorshands vaststaat. Zoals hiervoor reeds is overwogen, heeft [X] niet gesteld dat hij op basis van punt 2 van de overeenkomst een (exclusief) gebruiksrecht van ‘Scallywags’ had gekregen.

6.3. (…) Voorts zij voor de duidelijkheid overwogen dat het verbod nadrukkelijk niet ziet op gebruik door [X] van de naam ‘Scally’s’ daar [Y] ter zitting heeft aangegeven dat [X] die naam mocht gebruiken.

Lees het vonnis hier.