De gestage groei van merk en werk revisted

14-11-2017 Print this page
B915185

AMI 2017/5, P. 165-176, Martin Senftleben: "De Vigeland-uitspraak van het EFTA Gerechtshof is een mijlpaal ten aanzien van de preservering van het publieke domein van culturele creaties. Het arrest baant het pad voor een belangrijke en wenselijke herijking van de relatie tussen het auteurs- en het merkenrecht. Het EFTA Gerechtshof neemt afstand van de traditionele focus op onderscheidend vermogen als centrale maatstaf voor de verlening van merkrechten. In plaats daarvan ontwikkelt het Gerechtshof exemplarische argumentatielijnen voor de toepassing van overwegingen inzake openbare orde en goede zeden als weigeringsgronden.

 

Het is raadzaam dat het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom en rechters in de Benelux in de voetsporen van het EFTA Gerechtshof treden. Met een beroep op argumenten inzake openbare orde en goede zeden zijn ze in staat om de onwenselijke privatisering van culturele creaties in het publieke domein te voorkomen. Tevens kunnen ze voorkomen dat publiek geld wordt besteed aan het verwerven en in stand houden van een merkenportefeuille met diverse kunstwerken. Dit geld zou beter geïnvesteerd kunnen worden in het werk van kunstacademies, musea en archieven. Gelukkig hoeft de door Jaap Spoor al meer dan vijfentwintig jaar geleden geconstateerde groei van het merkbegrip dus niet het einde van het publieke domein van culturele creaties te betekenen."