De illustratieve waarde van een portret

16-05-2011 Print this page

B9 9667. Rechtbank Amsterdam, 6 april 2011, LJN: BQ4733, [A] tegen De Telegraaf
Onrechtmatige perspublicaties. Portretrecht. Mediarecht.  Verbod gebruik portret en achternaam in verdere berichtgeving door Telegraaf. Balk over portret heeft tegenovergestelde werking.

De Telegraaf publiceert een reeks artikelen over de in 1991 vanuit Irak als asielzoeker naar Nederland gekomen [A]. In 1993 is [A] hij veroordeeld voor de betrokkenheid bij de moord op zijn schoonmoeder en kreeg na aanvankelijke afwijzing in 2007 alsnog een verblijfsvergunning. De rechtbank oordeelt dat het de Telegraaf weliswaar is toegestaan om nader in te gaan op de vraag hoe het mogelijk is dat een voor moord veroordeelde persoon in aanmerking komt voor een vergunning, maar dat de illustratieve waarde van een portret van [A] voor de berichtgeving van beperkte waarde is en dat de vrijheid van meningsuiting in het onderhavige geval dient te wijken voor het (resocialisatie)belang. Het aanbrengen van de balk over het portret is niet afdoende, in tegendeel: dat zal juist nog meer benadrukken dat [A] een veroordeelde moordenaar is. De voornaam van [A] mag wel worden genoemd, de achternaam moet worden ‘geïnitialiseerd’.

Portret: 4.3.  Op grond van artikel 21 Auteurswet (hierna: Aw) is openbaarmaking van een zonder toestemming van de geportretteerde gemaakt portret niet geoorloofd, voor zover een redelijk belang van de geportretteerde zich tegen openbaarmaking verzet.

4.5.  De rechtbank stelt voorop dat [A] geen bekende persoon is. Dit wordt niet wezenlijk anders omdat [A] door de reeks van artikelen die (zowel in de Telegaraaf als in andere media) over hem zijn verschenen en door het feit dat zijn asielprocedure onderwerp is gemaakt van het openbare/politieke debat (binnen zekere kringen) wel enige bekendheid heeft gekregen, welke bekendheid vooral zal zitten in de aanduiding “[A]”. Waar de rechtbank voorts veel betekenis aan toekent, is het belang van [A] bij resocialisering. De moord waarvoor hij is veroordeeld vond plaats in 1993, terwijl [A] in 1997 is vrijgekomen. Hij heeft zijn straf uitgezeten is inmiddels zo’n veertien jaar vrij man. Gelet op het grote tijdsverloop, komt veel gewicht toe aan het belang van [A] om te kunnen resocialiseren, al is dit belang wellicht minder groot dan het gewicht dat [A] daaraan toekent. Dit is het geval omdat de door [A] destijds gepleegde moord in zekere zin wederom nieuwswaarde heeft gekregen. Dat houdt niet zozeer verband met de moord op zich. Die is niet actueel en dat wordt niet anders in het licht van de thans wel actuele vergunningaanvrage van [A]. Het door [A] gepleegde misdrijf kan op grond van het geldende beleid vanwege het tijdsverloop (10 jaar na het onherroepelijk geworden arrest van het gerechtshof te [plaats]) immers niet meer in de weg staan aan het verlenen van een verblijfsvergunning. Het is dit beleid dat onderwerp is geworden van het openbare/politieke debat. In dat debat staat de vraag centraal hoe het mogelijk is dat een voor moord veroordeelde persoon in aanmerking komt voor een vergunning. Dat daarmee ook de door [A] gepleegde moord wederom een zekere nieuwswaarde heeft gekregen, houdt verband met het feit dat de zaak van [A] de aanzet vormde voor het openbare/politieke debat. Het is De Telegraaf c.s. toegestaan over dat debat te publiceren en ook om de casus van [A] daarbij als voorbeeld te gebruiken. Omdat het openbare debat zich richt op het genoemde beleid, is de illustratieve waarde van een portret van [A] voor de berichtgeving daarover naar het oordeel van de rechtbank echter van beperkte waarde. Het debat gaat immers niet over het door [A] gepleegde misdrijf, maar over het beleid (in algemene zin). Daar komt bij dat door het plaatsen van het portret van [A] een verdergaande stigmatisering plaatsvindt. Het publiek zal een verband leggen met de eerdere artikelen in De Telegraaf zoals die hiervoor zijn weergegeven en waarin (onder andere middels de vele ‘kopjes’ en ‘subkopjes’) telkenmale wordt benadrukt dat [A] een moordenaar is en waarin niet wordt nagelaten de details van de moord te benadrukken. De omstandigheid dat De Telegraaf c.s. te kennen heeft gegeven dat hij een balk wil aanbrengen op het portret van [A], maakt het voorgaande niet anders. Het aanbrengen van de balk zal nog meer benadrukken dat [A] een veroordeelde moordenaar is. Gelet op hetgeen de rechtbank hiervoor heeft overwogen, alsmede gelet op het feit dat een portret een verdergaande inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer dan de enkele naamsvermelding, komt de rechtbank tot het oordeel dat de vrijheid van meningsuiting in het onderhavige geval dient te wijken voor het (resocialisatie)belang van [A]. Het gevorderde verbod zal daarom worden toegewezen voor zover dit het portret van [A] betreft. Het verbod de voornaam van [A] te gebruiken zal om die reden worden afgewezen.

Initialen: 4.6.  Het voorgaande leidt er niet toe dat ook de naamsvermelding (volledig) achterwege dient te blijven. De rechtbank overweegt daartoe als volgt, waarbij zij zich kan beperken tot de vraag of ook het gebruik van de volledige voornaam dient te worden verboden, nu De Telegraaf zich niet verzet tegen het gebruik van een initiaal voor de achternaam. 

4.7.  Zoals hiervoor al is overwogen, wordt met het gebruik van het portret van [A] in berichtgeving een grotere inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer dan bij berichtgeving waarbij dit niet het geval is. De inbreuk op de persoonlijke levenssfeer legt bij het gebruik van de voornaam in zoverre minder gewicht in de schaal. Daar komt bij dat de voornaam van [A] in een groot aantal andere publicaties bekend is gemaakt, waartegen door [A] niet is opgetreden. Deze omstandigheden maken, in samenhang met hetgeen de rechtbank onder 4.5 heeft overwogen, dat de belangenafweging wat het gebruik van de voornaam betreft, de andere kant uitvalt. Aan de vereisten van artikel 10 lid 2 EVRM wordt niet voldaan voor zover het gebruik van de voornaam van [A] aan de orde is.

4.8.  De conclusie van het voorgaande is dat de vordering van [A] kan worden toegewezen voor zover dit het initialiseren van de achternaam en het gebruik van zijn portret betreft.

Lees het vonnis hier.