De incidenten A en B

25-05-2011 Print this page

B9 9719. Rechtbank ’s Gravenhage, 25 mei 2011, HA ZA 11-520, Björn Borg Brands AB  c.s. tegen Dirx Drogisterijen B.V. & Sporttrading Holland B.V.

Merkenrecht. Vrijwaringsincident. Björn Borg stelt dat Dirx Drogisterijen  inbreukmakende BB-kleding  verkoopt. Dirx vordert (incident A) de oproeping in vrijwaring van leverancier Sporttrading, Sporttrading vordert (incident B) op haar beurt de oproeping in vrijwaring van haar leveranciers. Beide vorderingen worden toegewezen. Gevaar voor onnodige vertraging ziet de rechtbank niet: “Die vertraging is vooralsnog beperkt terwijl, indien daartoe aanleiding bestaat, de hoofdzaak kan worden afgedaan vóór de procedure in vrijwaring.”

6.3. Evenmin is noodzakelijk dat, zoals Björn Borg en DBM verlangen, Sporttrading in dit incident bewijst dat de vennootschappen gehouden zijn de nadelige gevolgen van een veroordeling van Sporttrading in de hoofdzaak te dragen. Indien juist is de stelling dat Sporttrading de kleding van de vennootschappen heeft betrokken, volgt daaruit in beginsel dat zij een veroordeling in de hoofdzaak op de vennootschappen kan afwentelen. Voor toewijzing van de incidentele vordering is dat voldoende.

Lees het vonnis hier.