De inspanningverplichting van de muziekuitgever

09-01-2012 Print this page

B9 10637. Rechtbank Amsterdam, 4 januari 2012, HA ZA 10-3969, Nanada Music B.V. c.s. tegen Van Hemert (met dank aan Willemijn de Vries, WMM de Vries).

Auteursrecht. Inspanningsverplichting muziekuitgever. Gedaagde Hans van Hemert, tekstdichter en componist van een groot aantal populaire muziekwerken voor o.a. de voor deze zaak relevante artiesten Sandra & Andres en Mouth & Mc Neal, heeft in de jaren '70 een aantal muziekuitgaveovereenkomsten afgesloten met muziekuitgever Nanada voor 48 van zijn werken. Uit onvrede over de exploitatie-inspanningen van Nanada en de verminderde Buma-inkomsten gaat Van Hemert uiteindelijk in maart 2010 over tot buitengerechtelijke ontbinding van de muziekuitgave-overeenkomsten. Nanada, eiser in de onderhavige zaak, vordert vervolgens een verklaring voor recht dat de buitengerechtelijke ontbinding rechtsgevolg mist dan wel nietig is. In reconventie vordert Van Hemert schadevergoeding m.b.t. niet uitbetaalde inkomsten uit de buitenlandse exploitatie van de werken.

De rechtbank wijst de vorderingen van Nanada toe en concludeert, in een oordeel dat vergelijkbaar is met  met Rb Amsterdam, 23 maart 2011 (Universal /Van Hemert), dat een uitgaveovereenkomst een inspanningsverbintenis is en dat muziekuitgever Nanada i.c. wel aan haar inspanningsverplichting jegens Van Hemert heeft voldaan en Van Hemert daarnaast ook voldoende op de hoogte heeft gehouden van haar inspanningen.  Dat de inspanningen van Nanada slechts op de meest populaite muziekwerken waren gericht doet aan dat oordeel niet af:

4.14. Van Hemert heeft naar voren gebracht dat de inspanningen van Nanada slechts op enkele van de muziekwerken gericht zijn geweest, te weten “Hello A”en “Als het om de liefde gaat”. Nanada spreekt dit niet tegen: zij voert echter aan dat het praktisch onmogelijk is alle werken steeds even intensief te promoten, terwijl dit voorts niet effectief is. Zij heeft er om die reden voor gekozen haar exploitatieverplichtingen te richten op de meest populaire werken. Dit doet zij omdat dit tot exploitatie van de overige werken kan en zal leiden, aldus Nanada. Zij stelt in dit verband dat de andere werken reeds vanaf de begintijd weinig populair waren en ook toen zeer weinig inkomsten hebben opgeleverd, Van Hemert heeft dit niet, althans onvoldoende gemotiveerd, betwist. Ook heeft hij niet (althans onvoldoende) betwist dat een dergelijke exploitatie van zijn werken niet tot (op de lange termijn) resultaten leidt. De rechtbank houdt het er daarom voor dat Nanada aan haar inspanningsverplichting kan voldoen door zich te richten op de meest populaire werken.

Het verweer dat Nanada zich niet aan de PALM-procedure heeft gehouden wordt verworpen. “De PALM-procedure beoogt niet meer dan aan Buma/Stemra in dergelijke situaties een handvat te bieden. Uit niets blijkt dat de PALM-procedure eer mede toe strekt dat de buitengerechtelijke ontbinding binnen bedoelde periode van 3 maanden moet worden aangevochten.”

Met betrekking tot de reconventionele vordering van Van Hemert oordeelt de rechter dat de vorderingen tot vergoeding van de schade die Van Hemert zou hebben geleden doordat inkomsten die de muziekwerken hebben opgebracht in het buiteland niet correct zouden zijn uitgekeerd door Nanada, zijn verjaard waar het de periode vóór 1 augustus 1999 betreft, maar toegewezen dienen te worden voor de periode na die datum.

4.36. De rechtbank stelt vast dat Nanada tekort is geschoten in de nakoming van de uitgave-overeenkomsten, doordat Nanada in d eperiode na 2 augustus 1999 tot heden tezamen met haar subuitgevers in meerdere gevallen meer dan 50% heeft ontvangen van de (netto) inkomsten van de exploitatie van de muziekwerken in het buiteland, Van Hemert heeft hierdoor schade geleden.”

Lees het vonnis hier. Zie ook: Hof Amsterdam, 23 december 2008, Intersong/Van Hemert (wel tekortkoming inspanningsverplichting).