De Nederlandse Taal ®

25-07-2011 Print this page

B9 9973. K. Schippers: Zilha. Low budget IE-vakantietip, nu bij De Slegte voor €5.50. Behoorlijk fictieve roman over het deponeren en de beschermingsgomvang van merken.

Wanneer Zilah bij het merkenbureau de naam van een nieuw bier deponeert en, bij wijze van grap, ook de woorden De Nederlandse Taal vastlegt, weet ze nog niet wat die aankoop haar zal brengen.

P. 86: “Het moeten de oudste formulieren van de stad zijn, net of de schriftelijke vooruitgang geheel en al aan het merkenbureau voorbij is gegaan.
‘Dat is dat twaalf vijftig.’
‘Valt me nog mee.’
‘We zijn niet duur.’
‘Mag ik die lijst eens zien.’
Zilah weet niet waarom ze het vraagt, een ingeving, zomaar nieuwsgierig.
‘Even dan,’ en ze geeft Zilah de ordner. ‘’t wordt druk.’
Veel paleizen en koninkrijken. Ook simpele woorden als De Bank en Het Net zijn hier vastgelegd. Bij die merken kan ze zich een bedrijf voorstellen. Met De Voetafdruk en De Bergtop wordt het moeilijker. Zouden ze daar schoenen en berglucht verkopen?
‘U moet nu echt gaan.’

(…) ‘Ik wil er nog één, zegt Zilah en ze geeft de ordner terug. ’t Klinkt alsof ze een cadeautje koopt voor een vriend.
‘Begint u nou twee bedrijven?’
‘Min of meer,’ antwoord Zilah. ‘Ik wilde weten of het al op de lijst stond.’
‘Wat?’
‘De Nederlandse Taal.’
‘Had dat dan meteen gezegd, had ik meer tijd voor u uitgetrokken.’

(…) Dit keer vraagt ze niet naar spelfouten. Het merk is zeker te duidelijk. Nu haar naam nog, hoe zal het voelen als je een hele taal je eigendom mag noemen? ’t Wordt toch nooit gecontroleerd of ze er een bedrijfje van heeft gemaakt.
‘Hallo…vijfentwintig bij elkaar…Hallo!’

P. 145: ‘Wanneer komt de naam weer in het publiek domein,’ vraagt Renee.
‘Kan lang duren, antwoord ik. ‘Het copyright is in Amerika heilig. Als je een liedje bij het kampvuur zingt, moet je er nog voor betalen.’
Pas nu kijkt Ab me voluit aan.
‘M’n beste Taets, begint hij kalm, terwijl hij met zijn vingertoppen op de centrale verwarming trommelt. ‘Ik heb je aangenomen om je juridisch vernuft. Als we dit niet redden kost het ons de kop. Tot het Nederlands weer van ons is schorten we alles op. Anders kunnen we allemaal wel ontslag nemen.’